Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties, van 25 januari 2021;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte zijdens [eiser sub 1] c.s. met aanvullende producties;
- de akte uitlating producties zijdens Natuurmonumenten.
2.De feiten
€ 12.000,00 en bedraagt per 8 juni 2020 (als gevolg van indexaties) € 15.304,23.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bij verloop van vijftien (15) jaren, te rekenen vanaf de datum van de vestiging van het erfpachtrecht, voor het eerst op acht juni tweeduizend twintig kan zes maanden voor dit verloop, door ieder der partijen een verzoek tot herziening van de canon worden gedaan.’
naverloop van vijftien jaren, zoals [eiser sub 1] c.s. stelt, maar
bijverloop van vijftien jaren (op 8 juni 2020), en wel zes maanden
vóórdit verloop. Uit deze bewoordingen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat partijen hebben bedoeld dat het herzieningsverzoek in ieder geval vóór het verloop van het eerste tijdvak van vijftien jaar op 8 juni 2020 gedaan moet worden, zodat de herziene canon per die datum kan ingaan. Dat in de akte niet met zoveel woorden een concrete einddatum voor het indienen van dit verzoek is vermeld, maakt dit niet anders.