ECLI:NL:RBMNE:2022:703

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
25 februari 2022
Zaaknummer
16.146870.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoontewitwassen van geldbedragen afkomstig uit oplichtingen

De rechtbank Midden-Nederland heeft op 23 februari 2022 een vrouw uit Hilversum veroordeeld tot een gevangenisstraf van 84 dagen voor gewoontewitwassen van geldbedragen. De verdachte was betrokken bij het witwassen van een totaalbedrag van € 22.566,-, dat afkomstig was van oplichtingen gepleegd door haar toenmalige partner, die als medeverdachte in het onderzoek Beurs werd aangemerkt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 85 dagen en een taakstraf van 240 uren geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het witwassen van het volledige ten laste gelegde bedrag van € 724.148,54. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 19 oktober 2019 tot en met 18 mei 2020 samen met anderen een gewoonte heeft gemaakt van het witwassen van geldbedragen. De verdachte had geen legale inkomsten en stond onder bewind, terwijl er grote uitgaven aan luxe goederen zijn gedaan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van witwassen van het hogere bedrag, maar bewezen verklaard dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van het lagere bedrag. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.146870.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 februari 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] (Afghanistan),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 augustus 2020 (pro forma), 18 november 2020 (pro forma), 10 februari 2021 (regie), 8 en 9 december 2021 (inhoudelijke behandeling) en 23 februari 2022 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mrs. C. Goedegebuure en R.E. Craenen en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw, mr. C.E. Hok-A-Hin, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.INLEIDING

Dit vonnis komt voort uit het opsporingsonderzoek dat bekend is onder de naam 031CCBeurs (hierna: onderzoek Beurs). Onderzoek Beurs werd gestart nadat het Electronic Crimes Task Force (ECTF) in juli 2019 had geconstateerd dat er phishing campagnes gaande waren met een vergelijkbare modus operandi als in het eerder verrichtte onderzoek Zandloper.
In het kort komt de modus operandi in onderzoek Zandloper erop neer dat een ogenschijnlijk door de bank opgestelde e-mail naar een groot aantal e-mailadressen wordt gestuurd waarin potentiële slachtoffers worden geïnformeerd dat een incasso op hun bankrekening aanstaande is. Gevraagd wordt om op een link te klikken om de incasso te voorkomen. Het slachtoffer wordt daarna gebeld, waarbij de beller zich voordoet als bankmedewerker en het slachtoffer beweegt om zelf geld van zijn rekening over te boeken naar een andere rekening, zogenaamd om de incasso te voorkomen en zijn of haar geld veilig te stellen. Het geld wordt echter overgeboekt naar een rekening van een zogenaamde money mule en wordt daarna vrijwel direct door een casher gepind.
De praktijken die in juli 2019 werden geconstateerd, vonden onder meer plaats bij klanten van de ABN AMRO bank. Deze klanten van de ABN AMRO bank hadden daarbij geld overgemaakt naar ING-rekeningen. De ING bank is naar aanleiding hiervan een onderzoek gestart naar de betrokken betaalrekeningen en heeft camerabeelden veiliggesteld van de geldopnames die zijn verricht nadat de frauduleuze bedragen op de ING-rekeningen waren bijgeschreven. Medio december 2019 tot en met eind januari 2020 kreeg de ABN AMRO bank van verschillende klanten opnieuw melding van een vergelijkbare vorm van oplichting.
Naar aanleiding van het voorgaande zijn onderzoeken verricht. Ook rekeninghouders van de Rabobank bleken melding te hebben gedaan van oplichting. De onderzoeken hebben geleid tot de aanhouding van onder meer verdachte. Zij wordt verdacht van het feit dat in de tenlastelegging staat omschreven. De medeverdachten die in dit onderzoek zijn aangehouden zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] .

3.TENLASTELEGGING

De (nader omschreven) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht (Bijlage I).
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair,in de periode van 1 mei 2019 tot en met 18 mei 2020 te Amersfoort en/of te Veendam en/of te Hilversum, althans in Nederland, samen met anderen dan wel alleen, een geldbedrag van € 724.148,54 heeft witgewassen en van dit witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
subsidiair is dit ten laste gelegd alshet samen met anderen dan wel alleen (gewoonte)schuldwitwassen van voornoemd geldbedrag
.

4.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om deze strafzaak inhoudelijk te behandelen.

5.WAARDERING VAN HET BEWIJS

5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het aan verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Volgens haar kan niet worden bewezen dat verdachte een geldbedrag van € 724.0148,54 voorhanden heeft gehad, heeft verworven, omgezet, overgedragen of daarvan gebruik heeft gemaakt.
De bij verdachte aangetroffen goederen maken volgens de raadsvrouw geen onderdeel uit van de tenlastelegging.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden bewezen dat de bij verdachte aangetroffen goederen zijn aangekocht met geld dat afkomstig is uit enig misdrijf.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte niet wist dat het geld waarmee de goederen zijn aangekocht van misdrijf afkomstig was.
Ook kan er geen sprake zijn van “gewoonte”, nu verdachte sporadisch goederen ontving.
Ten slotte kan volgens de raadsvrouw niet worden bewezen dat sprake is van medeplegen. Het ontvangen van cadeaus en geld levert geen intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht aan het witwassen op. Dit duidt er juist op dat verdachte zelf geen beschikking had over het geld, zodat zij om het geld moest vragen.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Conclusie
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair aan haar ten laste gelegde medeplegen van gewoonte witwassen van een geldbedrag van € 22.566,-. Voor zover aan verdachte ten laste is gelegd dat zij een specifiek geldbedrag heeft witgewassen, zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
Bewijsmiddelen
De rechtbank stelt de redengevende feiten en omstandigheden vast op basis van de volgende wettige bewijsmiddelen [1] :
Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd:
Op maandag 18 mei 2020 omstreeks 07:20 uur, hield ik op de locatie [adres]
, [woonplaats] , als verdachte aan:
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [voornamen]
Geboren : [1989]
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Pakistan
Geslacht : Man
Nationaliteiten : Nederlandse en Pakistaanse
Adres : [adres]
Postcode plaats : [woonplaats] . [2]
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 2 juni 2020 is een doorzoeking gedaan in de woning aan het [adres] te [woonplaats] (
de rechtbank leest: de woning van onder meer verdachte). Daarnaast zijn er vier personenauto’s die bij het adres horen doorzocht.
De rechter-commissaris heeft, voordat zij de doorzoeking opende, specifiek aan de bewoners
gevraagd of er cash geld in woning aanwezig was. Hierop is er geantwoord dat dit niet het geval was. Tijdens de doorzoeking zijn zes grote geldbedragen aangetroffen op verschillende locaties. [3]
(…)
Op de slaapkamer, waar [verdachte] sliep, werd een zwart tasje aangetroffen. In dit tasje zat € 730,-. Daarnaast werd er € 635,- aangetroffen in een zilver tasje.
(…)
In de gangkast werd een spaarpot aangetroffen met daarin € 3.260,-. Aan moeder werd gevraagd van wie de spaarpot is en zij antwoordde dat deze van [verdachte] is. [4]
Op de slaapkamer van [verdachte] werden diverse luxe artikelen aangetroffen, waaronder zeker vijf handtassen van merken als Louis Vuitton en Gucci. Daarnaast werden er meerdere kleinere doosjes aangetroffen met daarin gouden sieraden van onder andere Louis Vuitton en Swarovski. (…) Daarnaast werden er op de slaapkamer van vader en moeder eveneens dure handtassen aangetroffen, waaronder die van de merken Fendi en Louis Vuitton.
Naast bovengenoemde goederen, werd er ook een ruime hoeveelheid merkkleding aangetroffen en conservatoir in beslaggenomen. Deze merken varieerden van Louboutin, Louis Vuitton, etc. [5]
Er werden diverse aankoopbewijzen aangetroffen, welke behoorden bij aankopen uit 2019 en 2020.
Hierop stonden aankopen van aanzienlijke waarde.
Er werd een aankoopbewijs aangetroffen van de aanschaf van een cadeaukaart bij de Bijenkorf met een waarde van € 2.530,00, deze lag in de lade van een kastje in de kamer van [verdachte] . (…).
Ook lagen er meerdere aankoopbewijzen van de cash aanschaf van gouden sieraden bij
verschillende goudverkopers. Ook werd er een aankoopbewijzen aangetroffen van de aanschaf van schoenen van het merk Louboutin, met een waarde van € 545,-. Dit aankoopbewijs lag in de bureaulade op de kamer van [verdachte] . [6] In de slaapkamer van [verdachte] werd in de prullenbak een stortingsbewijs aangetroffen van €200,00. [7]
Verbalisant [verbalisant 3] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Tijdens de doorzoeking van de [adres] te [woonplaats] werden de volgende voertuigen in beslag genomen:
- (…)
- Personenauto van het merk Toyota, model Yaris, kleur grijs.
- (…).
Bij navraag aan de bewoners van de [adres] te [woonplaats] , bleek dat dit voertuig van [verdachte] te zijn. De bewoners verklaarden tevens dat [verdachte] gebruik maakte van dit voertuig. [8]
In de personenauto van het merk Toyota, model Yaris, werden de volgende goederen aangetroffen:
- Christian Louboutin schoenen;
- Geld, € 405,-;
- Factuur Louis Vuitton;
- Lege Louis Vuitton doosjes;
- Zonnebril Louis Vuitton. [9]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Een chat tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] luidt – zakelijk weergegeven – als volgt: [10]
Op 2 januari 2020:
- [medeverdachte 6] : Nooit doe je dit (…)
- [medeverdachte 1] : Owhh, neejoh fendi tas enzo, dit dat
- [medeverdachte 6] : Jaaaaaa
- [medeverdachte 1] : Loubou laarzen
(…).
Op 4 januari 2020:
- [medeverdachte 1] : Ik ben bezig
(…)
- [medeverdachte 6] : En jij kan amper ff nr de auto om ff mij te bellen.
- [medeverdachte 1] : Je moet atoppen daarmee
- [medeverdachte 6] : Omdat je bij je kanker bellers zit. [11]
Op 5 januari 2020:
- [medeverdachte 6] : Ik wil ook nieuwe winterjas
(…)
- [medeverdachte 1] : Ik had je toen gezegd, kies maar, Jas of tas, jij koos tas
(…)
- [medeverdachte 6] : Is wel beetje duur he
- [medeverdachte 1] : Daaromm. [12]
Op 7 januari 2020:
(…)
- [medeverdachte 6] : Wat levert dit op man, (…). Kanker geld geld geld, Ik heb ook geld nodig voor sportschool.
- [medeverdachte 1] : Owwhh ju wel geld nodig?
(…)
- [medeverdachte 6] : Op z’n minst dan (…). Jou levert het tonnen op binnenkort.
- [medeverdachte 1] : Ik geef je morgen.
(…)
- [medeverdachte 1] : Ben ff bezig metie audi prinses
(…)
- [medeverdachte 6] : Hallo ik wil ook nieuwe auto hoor. Geen Audi ofs maar iets beters dan dit man.
- [medeverdachte 1] : Of je moet zwart dokken.
(…). [13]
Op 17 maart 2020:
- [medeverdachte 6] : Als je goed verdient vandaag moet je beetje deze kant op sturen want ik kan een van deze dagen geappt worden voor die LV (
de rechtbank leest: Louis Vutton) bumbag of toiletry.
- [medeverdachte 1] : Hoeveel? Kost die kk grap
(…)
- [medeverdachte 6] : De een € 310 en die heuptas € 1100
- [medeverdachte 1] : Okee. Erna ff rustig. Omdat je tikt al 5k aan in paar dagen. Is niet normaal. [14]
Op 2 april 2020:
(…)
- [medeverdachte 6] : En als je geen crimi zou zijn, zou ik t begrijpen.
- [medeverdachte 1] : Jaa nu nog jaa, ik stop toch binnen kort
(…). [15]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Uit de iRVI-rapportage die de iCOV met betrekking tot [verdachte] heeft opgesteld, blijkt dat haar bij de Belastingdienst bekende nettoloon als volgt kunnen worden samengevat:
€ 1.286 in 2019. Naast inkomen uit arbeid geniet [verdachte] ook zorgtoeslag.
In 2019: € 1.189,-;
In 2020: € 1.250,-. [16]
In totaal betreffen de uitgaven aan goederen die in chats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] worden besproken en waarvan de waarde bij benadering bekend is:
- € 4.490,- aan Fendi artikelen;
- € 545,- aan Louboutin laarzen;
- € 119,- aan een Bijenkorf trui;
- € 5.000,- goederen van onder andere Louis Vuitton, aangeschaft rond 17 maart 2020;
Totaal: € 10.154,- aan uitgaven [17]
In totaal zijn naast de goederen die in de chats tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn besproken, bonnen of goederen aangetroffen van uitgaven van in totaal:
- € 3.400,- aan Christian Dior;
- € 2.530,- aan Bijenkorf cadeaucard;
- € 149,- aan Apple Airpods;
- € 190,- aan Louis Vuitton;
- € 709,- aan IPhone XR;
- € 809,- aan IPhone 11;
- € 1.365,- contant geld in de slaapkamer van [verdachte] ;
- € 3.260,- contant geld in de spaarpot van [verdachte] ;
Totaal: € 12.412,- aan uitgaven dan wel contante geldbedragen.
In totaal betreft de waarde van de uitgaven aan luxe goederen en contante gelden die in de periode 19 oktober 2019 tot en met 2 juni 2020 zijn gedaan, dan wel aangetroffen in de woning van [verdachte] : € 22.566,-. [18]
Verdachte heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik heb een bewindvoerder. Ik werk in loondienst voor mijn moeder in de [bedrijf] . Ik krijg € 1.200,- à € 1.300,- per maand gestort. [19] Ik heb naast mijn salaris geen andere inkomstenbronnen. Ik moet mijn geld afstaan bij de bewindvoerder en krijg € 70,- leefgeld per week. [20]
Verdachte heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
De spullen die bij mijn moeder op de kamer in beslag zijn genomen, zijn tassen die ik gekregen heb van [medeverdachte 1] . [21]
Verdachte heeft ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Het klopt dat ik in de ten laste gelegde periode een relatie had met medeverdachte [medeverdachte 1] en dat ik goederen van waarde van medeverdachte [medeverdachte 1] heb gekregen. [22]
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader witwassen
Op grond van artikel 420bis, eerste lid en onder b, van het Wetboek van Strafrecht is schuldig aan witwassen degene die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik maakt, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
Of een meervoud aan gedragingen kan worden gekwalificeerd als het maken van een “gewoonte”, zoals ten laste gelegd onder artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. [23]
Feitelijkheden
Vastgesteld kan worden dat verdachte in de ten laste gelegde periode een relatie had met medeverdachte [medeverdachte 1] . Ook kan worden vastgesteld dat door of ten behoeve van verdachte in de periode 19 oktober 2019 tot en met 2 juni 2020 grote uitgaven zijn gedaan. Er zijn in haar woning en in haar auto immers veel luxe goederen aangetroffen die aan haar kunnen worden toegeschreven. Daarnaast zijn grote contante geldbedragen aangetroffen die aan verdachte kunnen worden toegeschreven. In totaal zien deze uitgaven en contante gelden op een bedrag van € 22.566,-.
Verder kan worden vastgesteld dat verdachte in de ten laste gelegde periode geen noemenswaardige legale inkomsten tot haar beschikking had. Zij stond onder bewind en ontving van haar bewindvoerder een bedrag aan leefgeld van € 70,- per week.
Beoordeling
De rechtbank leest de tenlastelegging in samenhang met het gehele dossier van onderzoek Beurs, in het bijzonder de stukken die verband houden met de oplichtingen van rekeninghouders. Een aantal medeverdachten zal bij vonnis van heden voor deze oplichtingen worden veroordeeld. Op basis hiervan gaat de rechtbank ervan uit dat het ten laste gelegde witwassen ziet op de opbrengst van deze oplichtingen door medeverdachten.
De medeverdachten hebben de opbrengst uit de oplichtingen verworven en voorhanden gehad. Het geld is bij de cashers binnengekomen en vervolgens, gelet op de chatgesprekken waarin is gesproken over vergoedingen voor werkzaamheden en verdeelsleutels, verdeeld onder de deelnemers aan de oplichting, waaronder medeverdachte [medeverdachte 1] , de bellers en de money mules. Het geld is dus ook overgedragen. Het geld is daarnaast gebruikt en omgezet. Dat verdachte daarbij als medepleger betrokken is geweest, volgt uit het volgende.
Voor de herkomst van het bij verdachte aangetroffen geld, noch voor de herkomst van het geld waarmee de luxe goederen zijn aangeschaft heeft verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand volstrekt ongeloofwaardige verklaring gegeven. Ook is niet gebleken dat verdachte heeft beschikt over een legale inkomstenbron, waarmee zij deze goederen heeft kunnen aanschaffen.
In een chatgesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] spreken zij over de luxe goederen die verdachte van medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gekregen, zoals een Fendi tas en Loubou laarzen. Ook laat verdachte weten dat ze nog een nieuwe winterjas wil. Op de mededeling van medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij bezig is met een Audi, reageert verdachte door te zeggen dat zij ook een nieuwe auto wil. Medeverdachte [medeverdachte 1] zegt vervolgens dat ze die dan maar zwart moet dokken. Uit de chat blijkt verder dat verdachte weet dat medeverdachte [medeverdachte 1] contact heeft met bellers. Verdachte vraagt zich tijdens een ruzie over de tijdsbesteding van medeverdachte [medeverdachte 1] af wat ‘dit’ oplevert. ‘Kanker geld geld geld’ zoals ze het zelf verwoordt. Waarop ze direct daarop zegt dat ze ook geld nodig heeft voor de sportschool. Op de opmerking van medeverdachte [medeverdachte 1] dat ze dus wel geld wil, reageert ze door te zeggen ‘op z’n minst dan, (…), jou levert het tonnen op binnenkort’. Verdachte vraagt aan medeverdachte [medeverdachte 1] nog een beetje die kant op te sturen als hij goed verdient, want zij kan één van deze dagen worden geappt over die Louis Vuitton Bumbag. Het gaat onder meer om een heuptas van € 1.100,-. Medeverdachte [medeverdachte 1] reageert door te zeggen dat ze rustig aan moet doen omdat ze al € 5.000,- aantikt in een paar dagen. Verdachte reageert daarop door te zeggen dat ze het zou begrijpen als hij geen crimi zou zijn.
De rechtbank begrijpt de chat tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aldus dat medeverdachte [medeverdachte 1] kennelijk activiteiten verricht die hem tonnen opleveren en die ruimte geven voor een luxe uitgavenpatroon. Ook leidt de rechtbank uit de chat af dat verdachte weet dat medeverdachte [medeverdachte 1] zich met ‘bellers’ bezig houdt en alleen zou begrijpen dat ze rustig aan moet doen met haar uitgaven als verdachte geen crimineel zou zijn. Dit duidt erop dat ze weet dat hij crimineel is en dat hij de uitgaven voor haar doet met geld dat van misdrijf afkomstig is. In dit verband wijst de rechtbank er op dat in de chat ook wordt gesproken over het ‘zwart’ uitgeven van geld.
De rechtbank concludeert dat verdachte vraagt om geld aan medeverdachte [medeverdachte 1] waarvan ze vervolgens zelf luxe goederen aanschaft. Ook concludeert de rechtbank dat verdachte weet dat dit geld van misdrijf afkomstig is. Gelet hierop acht de rechtbank bewezen dat verdachte een geldbedrag voorhanden heeft gehad dat onmiddellijk of middellijk afkomstig is uit de opbrengst van de door medeverdachte [medeverdachte 1] als medepleger begane oplichtingen en dat het opzet van verdachte daarop was gericht. Dat levert een bewezenverklaring van witwassen op.
Gewoonte
Omdat het witwassen ziet op een geldbedrag dat afkomstig is uit oplichtingen die herhaaldelijk en gedurende een periode van ongeveer een jaar zijn gepleegd en er in die periode meermalen uitgaven met dat geldbedrag zijn gedaan, kan ook worden bewezenverklaard dat verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Vrijspraak ten laste gelegd geldbedrag
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van het in de tenlastelegging genoemde geldbedrag van € 724.148,54. Vastgesteld kan ‘slechts’ worden dat zij heeft beschikt over goederen die zijn aangeschaft met geld dat van misdrijf afkomstig is dan wel over geldbedragen die van misdrijf afkomstig zijn voor een totaalbedrag van ongeveer € 22.566,-. De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaring van het medeplegen van gewoontewitwassen van dat geldbedrag en zal verdachte voor het overige vrijspreken.
Verweren
Met het voorgaande acht de rechtbank de verweren van de raadsvrouw voldoende besproken.

6.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1:
in de periode van 19 oktober 2019tot en met 18 mei 2020 te Veendam en/of te Hilversum, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers hebben zij, verdachte, en haar mededader,
voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen van in totaal 22.566 EURO voorhanden gehad en verworven en overgedragen en omgezet en gebruikt gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en haar mededader, wisten dat voorgenoemde voorwerpen geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

7.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Feit 1
Medeplegen van gewoontewitwassen

8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.OPLEGGING VAN STRAF

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot
- een gevangenisstraf voor de duur van 85 dagen, met aftrek van het voorarrest;
- een taakstraf van 240 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om in geval van een veroordeling een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Volgens de raadsvrouw moet meer rekening worden gehouden met de goede inzet van verdachte tijdens het reclasseringstoezicht.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleidende opmerkingen met betrekking tot de strafoplegging
Bij de oplegging van een straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting en uit de stukken is gebleken.
De ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gewoontewitwassen van geldbedragen. Het gaat om uitgaven en contante gelden van in totaal € 22.566,-. Het betreft de opbrengst van oplichtingen van rekeninghouders, die door haar toenmalige partner, medeverdachte [medeverdachte 1] , zijn gepleegd. Door het witwassen heeft verdachte de integriteit van het financiële en economische verkeer ondermijnd. Dat is schadelijk voor de maatschappij in het algemeen.
De rechtbank rekent verdachte aan dat zij voor deze schadelijke gevolgen kennelijk geen oog heeft gehad.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De justitiële documentatie van verdachte van 6 december 2021 laat zien dat zij in 2016 en 2017 onherroepelijk is veroordeeld voor winkeldiefstallen. Net als de onderhavige veroordeling, gaat het hier om veroordelingen voor vermogensfeiten. Dat betekent dat sprake is van recidive.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte blijken verder uit een rapport van de reclassering van 29 november 2021, dat is opgemaakt in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis in deze strafzaak. Hierin staat onder meer dat risicofactoren die tot het plegen van het bewezenverklaarde delict hebben geleid bestaan uit een gebrek aan dagbesteding, een flinke schuldenlast waarvoor verdachte ook onder bewind staat, en problemen op het gebied van haar psychosociaal functioneren. Ook staat in het rapport dat verdachte open staat voor begeleiding en behandeling om haar problemen aan te pakken. Ter terechtzitting is naar voren gekomen dat zij inmiddels een intake gesprek heeft gehad bij de forensische polikliniek Inforsa.
De rechtbank ziet het belang voor begeleiding en behandeling voor verdachte. Zij ziet echter niet langer de noodzaak om dit als bijzondere voorwaarden op te leggen bij een voorwaardelijk strafdeel. De route voor de begeleiding en behandeling is ingezet met behulp van de reclassering. De rechtbank acht verdachte in staat en ziet het ook als de eigen verantwoordelijkheid van verdachte om hier nu mee verder te gaan.
De straf
Om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten door rechtbanken ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging ontwikkeld. Bij de raadpleging van de oriëntatiepunten vormt de bewezenverklaring van de rechtbank het uitgangspunt. In dit geval is de rechtbank tot een bewezenverklaring gekomen van het gewoontewitwassen van geldbedragen. Voor dit specifieke strafbaar feit bestaan geen landelijke oriëntatiepunten voor de rechtspraak. Wel vormen de oriëntatiepunten voor fraude in het algemeen een goede basis om bij aan te sluiten. Voor een fraudebedrag dat gelijk is aan het witwasbedrag dat hier aan de orde is, geven deze oriëntatiepunten als richting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee tot vijf maanden. Ook op basis van de ernst van een dergelijk feit kan naar het oordeel van de rechtbank met geen andere straf worden volstaan dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
De rechtbank concludeert dat een gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest in dit geval passend is. Dat betekent dat zij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen van 84 dagen. De rechtbank ziet geen aanleiding om daarnaast nog een taakstraf op te leggen.
De rechtbank komt daarmee tot de oplegging van een lagere straf dan de straf die door de officier van justitie is gevorderd. Daaraan ligt onder meer ten grondslag dat de rechtbank voor het gewoontewitwassen van het gehele ten laste gelegde geldbedrag van € 724.148,54 onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig heeft geacht.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het geschorste bevel voorlopige hechtenis opheffen.

10.BESLAG

10.1
De in beslag genomen goederen
Onder verdachte is een groot aantal goederen in beslag genomen. Als bijlage II bij dit vonnis is de beslaglijst gevoegd, waarop alle in beslag genomen goederen staan vermeld. Het betreft zowel conservatoir beslag, als strafvorderlijk beslag.
10.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beslag moet worden gehandhaafd, voor zover dat is gelegd op conservatoire titel. Het betreft steeds goederen van waarde.
Verder verwijst de officier van justitie naar de beslaglijst, waarop staat vermeld welke goederen volgens haar in aanmerking komen voor verbeurdverklaring dan wel retour kunnen naar de beslagene.
Stortingsbewijzen en aankoopbonnen maken onderdeel uit van het dossier. Hierover hoeft in de visie van de officier van justitie geen beslissing te worden genomen.
10.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om teruggave van de in beslag genomen goederen. Volgens haar kan niet worden vastgesteld dat de aangetroffen goederen en geldbedragen uit baten van een strafbaar feit zijn verkregen.
10.4
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat alleen een grond bestaat voor verbeurdverklaring, voor zover het in beslag genomen goed door middel van of uit de baten van een strafbaar feit is verkregen, voor zover met betrekking tot het in beslag genomen goed een strafbaar feit is begaan, dan wel voor zover met behulp van het in beslag genomen goed een strafbaar feit is begaan.
Ten aanzien van de aangetroffen gegevensdragers kan het voorgaande niet worden vastgesteld. Dat betekent dat geen grond bestaat voor verbeurdverklaring hiervan.
De gegevensdragers moeten daarom worden teruggegeven aan verdachte.
Verder komen voor verbeurdverklaring in aanmerking die goederen en geldbedragen waarop strafvorderlijk beslag is gelegd en waarvan aannemelijk is dat deze door middel van of uit de baten van een strafbaar feit zijn verkregen. De rechtbank acht aannemelijk dat deze goederen en geldbedragen door middel van het bewezenverklaarde gewoontewitwassen zijn verkregen. Verdachte heeft voor de herkomst van deze goederen en geldbedragen immers geen aannemelijke verklaring gegeven. Het gaat om de volgende goederen en geldbedragen:
MD3R019160_600468
In Louboutin tasje
MD3R019160_600469
Louboutins
MD3R019160_600471
Louis Vuitton zonnebril
MD3R019160_600487
Cash geld
MD3R019160_600498
Handtas LV
MD3R019160_600499
Christian Dior
MD3R019160_600500
Zonnebril Christian Dior
MD3R019160_600501
Armbandjes goud kleur Christian Dior dosje
MD3R019160_600502
Portemonnee Dior
MD3R019160_600503
730,00 in Carmen tas
MD3R019160_600508
Cash geld totaal 2095,00
MD3R019160_600508A
1 x 100 euro
MD3R019160_600511
Tasje Fendi
MD3R019160_600512
Handtas Louis Vuitton
MD3R019160_600518
Tasje Gucci
MD3R019160_600522
opgerolde biljetten
MD3R019160_600535
Cash geld
MD3R019160_601728
Schoenen Nike Air in doos
MD3R019160_632537
€ 410 in Christian Dior tasje [verdachte] : 8 briefjes van € 50 en 2 briefjes van € 5
MD3R019160_600494
Cadeaukaart Bijenkorf
Teruggave aan verdachte
Zoals hiervoor overwogen, komen voor teruggave in aanmerking de gegevensdragers waarvan niet vast staat dat deze bij het plegen van de oplichtingen zijn gebruikt. Ook komen voor teruggave in aanmerking aankoopbewijzen, facturen en stortingsbewijzen, alsmede de goederen die op de beslaglijst onder het kopje ‘retour beslagene’ staan. Ten aanzien van deze goederen bestaat niet langer een strafvorderlijk belang. Een kopie van de aankoopbewijzen, facturen en stortingsbewijzen kan worden opgenomen/achterblijven in het dossier. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de teruggave gelasten aan verdachte van de volgende goederen:
MD3R019160_600470
Factuur Louis Vuitton
MD3R019160_600472
Lege LV doosjes
MD3R019160_600490
Factuur Fendi
MD3R019160_600492
Aankoopbewijs Bijenkorf
MD3R019160_600496
Stortingsbewijs
MD3R019160_600504
Aankoopbewijs Luxe artikelen
MD3R019160_600510
Stortingsbewijs
MD3R019160_600513
Aankoopbewijzen luxe artikelen
MD3R019160_600523
Stortingsbewijzen
MD3R019160_600528
Agenda
MD3R019160_601724
Stortingsbewijs1 x 70 euro. (bij stuur)1 x 170 euro. (
MD3R019160_600486
Sleutels
MD3R019160_600486A
Sleutelbos incl 2 sleutels+label [adres]
MD3R019160_600489
Leeg doosje
MD3R019160_600489A
SWAROVSKI KETTING
MD3R019160_600489B
OORBELLEN
MD3R019160_600489C
oorbellen.
MD3R019160_600489D
OORBELLEN
MD3R019160_600489E
OORBELLEN
MD3R019160_600489F
OORBELLEN
MD3R019160_600489G
OORBEL
MD3R019160_600491
Autosleutel VW
MD3R019160_600497
AirPods
MD3R019160_600520
AirPods
MD3R019160_604495
Tas carmen, waar cash geld in zat. Dit apart in KVI verwerkt
MD3R019160_600484
Telefoon
MD3R019160_600485
iPhone [verdachte]
MD3R019160_600488
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > DATABANK > ORGANIZER
MD3R019160_600493
Klantenkaart De Bijenkorf
MD3R019160_600495
Micro SD
MD3R019160_600505
Harde schijf
MD3R019160_600506
Harde schijf
MD3R019160_600507
Harde schijf
MD3R019160_600516
Harde schijf
MD3R019160_600517
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > NAVIGATIESYSTE
MD3R019160_600519
Telefoon

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 47, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 84 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
MD3R019160_600468
In Louboutin tasje
MD3R019160_600469
Louboutins
MD3R019160_600471
Louis Vuitton zonnebril
MD3R019160_600487
Cash geld
MD3R019160_600498
Handtas LV
MD3R019160_600499
Christian Dior
MD3R019160_600500
Zonnebril Christian Dior
MD3R019160_600501
Armbandjes goud kleur Christian Dior dosje
MD3R019160_600502
Portemonnee Dior
MD3R019160_600503
730,00 in Carmen tas
MD3R019160_600508
Cash geld totaal 2095,00
MD3R019160_600508A
1 x 100 euro
MD3R019160_600511
Tasje Fendi
MD3R019160_600512
Handtas Louis Vuitton
MD3R019160_600518
Tasje Gucci
MD3R019160_600522
opgerolde biljetten
MD3R019160_600535
Cash geld
MD3R019160_601728
Schoenen Nike Air in doos
MD3R019160_632537
€ 410 in Christian Dior tasje [verdachte] : 8 briefjes van € 50 en 2 briefjes van € 5
MD3R019160_600494
Cadeaukaart Bijenkorf
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
MD3R019160_600470
Factuur Louis Vuitton
MD3R019160_600472
Lege LV doosjes
MD3R019160_600490
Factuur Fendi
MD3R019160_600492
Aankoopbewijs Bijenkorf
MD3R019160_600496
Stortingsbewijs
MD3R019160_600504
Aankoopbewijs Luxe artikelen
MD3R019160_600510
Stortingsbewijs
MD3R019160_600513
Aankoopbewijzen luxe artikelen
MD3R019160_600523
Stortingsbewijzen
MD3R019160_600528
Agenda
MD3R019160_601724
Stortingsbewijs1 x 70 euro. (bij stuur)1 x 170 euro. (
MD3R019160_600486
Sleutels
MD3R019160_600486A
Sleutelbos incl 2 sleutels+label [adres]
MD3R019160_600489
Leeg doosje
MD3R019160_600489A
SWAROVSKI KETTING
MD3R019160_600489B
OORBELLEN
MD3R019160_600489C
oorbellen.
MD3R019160_600489D
OORBELLEN
MD3R019160_600489E
OORBELLEN
MD3R019160_600489F
OORBELLEN
MD3R019160_600489G
OORBEL
MD3R019160_600491
Autosleutel VW
MD3R019160_600497
AirPods
MD3R019160_600520
AirPods
MD3R019160_604495
Tas carmen, waar cash geld in zat. Dit apart in KVI verwerkt
MD3R019160_600484
Telefoon
MD3R019160_600485
iPhone [verdachte]
MD3R019160_600488
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > DATABANK > ORGANIZER
MD3R019160_600493
Klantenkaart De Bijenkorf
MD3R019160_600495
Micro SD
MD3R019160_600505
Harde schijf
MD3R019160_600506
Harde schijf
MD3R019160_600507
Harde schijf
MD3R019160_600516
Harde schijf
MD3R019160_600517
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > NAVIGATIESYSTE
MD3R019160_600519
Telefoon
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. E.J.W. Verhaagh en L.M.M. Heppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.M. Raedts, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 februari 2022.
Bijlage I:
DE TENLASTELEGGING
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1:
zij, op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 18 mei 2020 te Amersfoort en/of te Veendam en/of te Hilversum, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededaders,
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en), van (ongeveer) 724.148,54 EURO, voorhanden gehad en/of verworven en/of omgezet en/of overgedragen en/of
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en), van (ongeveer) 724.148,54 EURO gebruik gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s), (telkens) wist(en) dat voorgenoemde voorwerp(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 mei 2020 te Amersfoort en/of te Veendam en/of te Hilversum, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
(telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededaders,
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en), van (ongeveer) 724.148,54 EURO, voorhanden gehad en/of verworven en/of omgezet en/of overgedragen en/of
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en), van (ongeveer) 724.148,54 EURO gebruik gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s), (telkens) redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
( art 420quater lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II:
DE BESLAGLIJST
VE [verdachte]
Afhandelings voorstel OvJ Voorwerpnummer Omschrijving
Conservatoir beslag 9 december 2021
MD3R019160_600468
In Louboutin tasje
MD3R019160_600469
Louboutins
MD3R019160_600471
Louis Vuitton zonnebril
MD3R019160_600487
Cash geld
MD3R019160_600498
Handtas LV
MD3R019160_600499
Christian Dior
MD3R019160_600500
Zonnebril Christian Dior
MD3R019160_600501
Armbandjes goud kleur Christian Dior dosje
MD3R019160_600502
Portemonnee Dior
MD3R019160_600503
730,00 in Carmen tas
MD3R019160_600508
Cash geld totaal 2095,00
MD3R019160_600508A
1 x 100 euro
MD3R019160_600511
Tasje Fendi
MD3R019160_600512
Handtas Louis Vuitton
MD3R019160_600518
Tasje Gucci
MD3R019160_600522
opgerolde biljetten
MD3R019160_600535
Cash geld
MD3R019160_601728
Schoenen Nike Air in doos
MD3R019160_632537
€ 410 in Christian Dior tasje [verdachte] : 8 briefjes van € 50 en 2 briefjes van € 5
Dossier
MD3R019160_600470
Factuur Louis Vuitton
MD3R019160_600472
Lege LV doosjes
MD3R019160_600490
Factuur Fendi
MD3R019160_600492
Aankoopbewijs Bijenkorf
MD3R019160_600494
Cadeaukaart Bijenkorf
MD3R019160_600496
Stortingsbewijs
MD3R019160_600504
Aankoopbewijs Luxe artikelen
MD3R019160_600510
Stortingsbewijs
MD3R019160_600513
Aankoopbewijzen luxe artikelen
MD3R019160_600523
Stortingsbewijzen
MD3R019160_600528
Agenda
MD3R019160_601724
Stortingsbewijs1 x 70 euro. (bij stuur)1 x 170 euro. (
Retour beslagene
MD3R019160_600486
Sleutels
MD3R019160_600486A
Sleutelbos incl 2 sleutels+label [adres]
MD3R019160_600489
Leeg doosje
MD3R019160_600489A
SWAROVSKI KETTING
MD3R019160_600489B
OORBELLEN
MD3R019160_600489C
oorbellen.
MD3R019160_600489D
OORBELLEN
MD3R019160_600489E
OORBELLEN
MD3R019160_600489F
OORBELLEN
MD3R019160_600489G
OORBEL
MD3R019160_600491
Autosleutel VW
MD3R019160_600497
AirPods
MD3R019160_600520
AirPods
MD3R019160_604495
Tas carmen, waar cash geld in zat. Dit apart in KVI verwerkt
Verbeurd verklaren
MD3R019160_600484
Telefoon
MD3R019160_600485
iPhone [verdachte]
MD3R019160_600488
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > DATABANK > ORGANIZER
MD3R019160_600493
Klantenkaart De Bijenkorf
MD3R019160_600495
Micro SD
MD3R019160_600505
Harde schijf
MD3R019160_600506
Harde schijf
MD3R019160_600507
Harde schijf
MD3R019160_600516
Harde schijf
MD3R019160_600517
COMPUTER/BIJZ.ELECTR.APP. > NAVIGATIESYSTE
MD3R019160_600519
Telefoon
Eindtotaal

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal met zaaksnaam 031CCBeurs en nummer 2019205922 d.d. 5 november 2020, doorgenummerd van pag. 1-2344 en opgemaakt door de politie, Eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 18 mei 2020, pag.201
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 54
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 55
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 56
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 57
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 58
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2020, pag. 60
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2020, pag. 61
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 1509
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, p. 1510
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 1513
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 1514
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 1515
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2020, pag. 1512
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2020, pag. 1706
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2020, pag. 1708
18.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2020, pag. 1709
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 juni 2020, pag. 515
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 juni 2020, pag. 516
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 oktober 2020, pag. 2275
22.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 8 december 2021.
23.Hoge Raad 23 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1702