In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de geldigheidsduur van haar gehandicaptenparkeerkaart beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, dat haar een parkeerkaart had verleend voor de duur van 18 maanden, terwijl zij meende recht te hebben op een geldigheid van vijf jaar. De rechtbank behandelt de zaak op 22 november 2022, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar broer.
De rechtbank stelt vast dat het college zijn besluit heeft gebaseerd op medisch advies van Argonaut, dat adviseerde om de parkeerkaart voor 18 maanden te verlenen. Dit advies was gebaseerd op de fysieke en psychische klachten van eiseres, waaronder een angststoornis. De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat het advies onzorgvuldig tot stand is gekomen. Eiseres had het recht om haar medische gegevens te blokkeren, maar had deze wel aan de hoorcommissie verstrekt, waardoor het advies onderdeel van de gedingstukken werd.
De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid mocht verwachten dat eiseres de parkeerkaart korter nodig zou hebben dan vijf jaar, gezien de medische adviezen. De rechtbank benadrukt dat de aanvraag voor een parkeerkaart en de mogelijkheid voor een vaste parkeerplaats twee verschillende zaken zijn. Eiseres heeft geen recht op een parkeerkaart voor vijf jaar en het beroep wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, en mr. M.E.C. Bakker, griffier, op 7 december 2022.