Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
- € 46.523,23, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 17 mei 2021,
- € 1.583,06 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- € 246,57 aan wettelijke handelsrente in verband met te laat betaalde facturen,
3.De beoordeling
Initiële opdracht
Meerwerk houtrot
Vervanging 16 balkondeuren
Vervanging draairamen
Vervanging 119 ruiten
- plaatsen ruit, incl. 64% roosters, 2 uur arbeid
Nieuwe inventarisatie
“Meerwerk mag alleen uitgevoerd worden als u daartoe van onze projectleiding schriftelijk opdracht heeft ontvangen.”[gedaagde] betwist tevens dat gefactureerde uren daadwerkelijk zijn besteed.
“Zouden jullie een reële inschatting kunnen maken waar het totale houtrot financieel naar toe gaat? (nog even zonder dat je een 100% inventarisatie doet).”Op 1 maart 2021 deelt de werkvoorbereider van [eiser] een overzicht van de te verwachten kosten van fase 1 en 2. In reactie hierop stuurt de projectleider van [gedaagde] op 3 maart 2021 een e-mail aan de directeur en werkvoorbereider van [eiser] die – voor zover relevant - luidt:
“Weten jullie wanneer wij het overzicht van fase 3 kunnen krijgen? Want dan kunnen we door pakken met fase 3.”In reactie daarop stuurt de werkvoorbereider van [eiser] op 4 maart 2021 een e-mail die – voor zover relevant – luidt:
“Zoals besproken hebben we fase 3 in zijn geheel geïnventariseerd. (…) Dit is een 100% inventarisatie, er zal geen meer minder werk worden berekend of verrekend.”
4.De beslissing
27 juli 2022voor uitlating door [eiser] of zij informatie wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding zal brengen, waarna [gedaagde] zal worden toegelaten hierop bij akte te reageren,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden augustus tot en met november direct zal opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald, waarna [gedaagde] in de gelegenheid zal worden gesteld in contra-enquête getuigen te horen, dan wel bij conclusie na enquête te reageren,
alle partijenuiterlijk 10 dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,