Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoeker] ,
Procedure
Verzoek
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Beoordeling
Beslissing
toe;
verklaartde strafzaak tegen verzoeker, bekend onder parketnummer 16-705478-14,
geëindigd.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 29f van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De verzoeker, die sinds 14 februari 2017 als verdachte is aangemerkt, had verzocht om te verklaren dat de strafzaak tegen hem, met parketnummer 16-705478-14, is geëindigd. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van volstrekte inactiviteit van het Openbaar Ministerie sinds 2017, wat leidde tot nodeloze vertraging die de verdediging in haar belangen schaadt. De rechtbank stelde vast dat er na maart 2017 geen noemenswaardige activiteiten in de strafzaak hebben plaatsgevonden en dat het Openbaar Ministerie geen duidelijkheid heeft gegeven over de voortgang van de zaak. De rechtbank concludeerde dat het redelijkerwijs niet te verwachten viel dat het Openbaar Ministerie de strafvervolging zou voortzetten, en wees het verzoek van de verzoeker toe. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter I.J.B. Corbeij, in aanwezigheid van griffier J.D. Koteris.