4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Op 9 december 2021 deed [slachtoffer 1] aangifte bij de politie. Hij verklaarde dat hij een escortbureau heeft en op die dag om 05.43 uur door een man werd gebeld met de vraag of hij een meisje beschikbaar had. [slachtoffer 1] is rond 06.00 uur met het meisje naar de klant toegereden, naar de [adres 2] in [plaats] .Toen [slachtoffer 1] via de telefoon aan het meisje vroeg hoe het ging, stuurde het meisje: “de klant wil zijn geld terug en hij heeft een pistool”. [slachtoffer 1] zag toen dat het meisje met de klant naar hem toe liep. De klant kwam toen heel dicht bij hem staan en zei dat hij niet tevreden was met het meisje en de diensten. Hij zei dat hij zijn geld terug wilde. De klant haalde toen een pistool tevoorschijn en zette dat op de linkerslaap van [slachtoffer 1] . Hij zei: “wil je zien dat het pistool geladen is?”. Toen gaf het meisje het geld terug aan de klant. Het ging om ongeveer € 180,- of € 200,-. Daarna zei de klant: “ik heb het kenteken van je auto en als je naar de politie gaat, weet ik je te vinden”.
Op 9 december 2021 deed [slachtoffer 2] aangifte bij de politie. Zij vertelde dat ze in de escortbranche werkt en op die dag naar een klant ging. Toen ze in het huisje van de klant kwam zag ze dat hij alcohol dronk, blowde en cocaïne snoof. Later liet hij haar op zijn telefoon allerlei soorten drugs zien, waaronder XTC, chrystal meth en cocaïne. Hij vertelde haar dat dit zijn inkomstenbron was. De klant betaalde haar € 180,-. Ze is vervolgens een uur gebleven en de klant heeft van haar diensten gebruik gemaakt. Toen ze hem liet weten dat de tijd op was, werd hij boos. Hij werd agressief en begon haar te duwen. Ze zag dat hij plotseling een pistool tevoorschijn haalde. Hij zei: “ik zal je laten zien dat het een echt pistool is” en toen laadde hij het onder haar ogen.Ze was erg bang. Hij deed de kogels in haar bijzijn in de houder van het pistool en heeft het toen doorgeladen. Hij zei toen dat hij zijn geld terug wilde, omdat hij niet tevreden was over de verleende diensten. Hij richtte vervolgens het pistool op haar en zei dat ze snel naar buiten moest gaan omdat hij de chauffeur wilde spreken. Hij trok haar toen hard met zich mee om naar de chauffeur te gaan. Hij duwde met zijn pistool tegen haar schouderblad. De klant richtte het pistool vervolgens op de chauffeur, en daarna weer op haar. De klant vroeg ook aan de chauffeur of hij wilde zien of het pistool geladen was. Toen hij dat vroeg hield de klant het pistool tegen het hoofd van de chauffeur. [slachtoffer 2] heeft uiteindelijk het geld aan de klant terug gegeven. Ze gingen toen weg, maar de klant waarschuwde hen om niet naar de politie te gaan. Hij zou anders wraak nemen omdat hij het nummer van de auto had.
Op 9 december 2021 om 07.25 uur kreeg de politie een melding van een bedreiging met een vuurwapen op de [locatie] in [plaats] . De melder vertelde dat de verdachte op het terrein van een camping op de [adres 2] zou zijn. De melder wees toen een man aan. De politie heeft die man aangehouden. De man bleek [verdachte] te zijn. [verdachte] zei dat hij bij die man, waarbij hij naar de melder wees, net een vuurwapen tegen het hoofd had gezet.Tijdens de fouillering van [verdachte] werd in zijn onderbroek een bedrag van € 5.350,- gevonden.
De politie is met aangeefster [slachtoffer 2] het park opgelopen. [slachtoffer 2] liet toen zien dat ze de ochtend met de klant had doorgebracht in chalet [nummer] . De beheerder van de camping, [A] , gaf aan dat [verdachte] de bewoner van dat chalet is.
Op 9 december 2021 heeft de politie het chalet 108 aan de [adres 2] in [plaats] doorzocht. In de woning werden verschillende geldbedragen aangetroffen. Daarnaast werd een schrijfblok gevonden, waarin diverse goederen genoteerd waren die mogelijk gebruikt worden bij het produceren van synthetische drugs. Ook werd een schrijfblok gevonden met specifieke beschrijvingen voor het eventueel produceren van synthetische drugs.In het chalet werden ook hasj en hennep (goednummers PL0900-2021386506-2918584, PL0900-2021386506-2918590, PL0900-2021386506-2918594, PL0900-2021386506-2918595, PL0900-2021386506-2918597, PL0900-2021386506-2918607) aangetroffen.Bovendien werd in een keukenkastje een zakje met een kristalachtige substantie (goednummer PL0900-2021386506-2918618, SIN-nummers AAPE4702NL en AAPH1037NL)) gevonden. In hetzelfde keukenkastje werden diverse soorten chemicaliën gevonden. Tot slot werd in een keukenkastje een zwartkleurige revolver met munitie gevonden.
De forensische opsporing heeft het vuurwapen en de munitie veiliggesteld.Het betrof de volgende goederen:
Goednummer: PL0900-2021386506-2918521
SIN: AAJU4144NL
Object: Vuurwapen (Revolver)
Goednummer: PL0900-2021386506-2918522
SIN: AAJU4145NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Aantal/eenheid: 6 stuks
Merk/type: .38
Goednummer: PL0900-2021386506-2918523
SIN: AAJU4146NL
Object: Munitie
Aantal/eenheid: 42 stuks
Merk/type: .38
Goednummer: PL0900-2021386506-2918527
SIN: AALS2140NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Aantal/eenheid: 1 stuk
De forensische opsporing heeft het vuurwapen en de munitie onderzocht. Het vuurwapen (SIN-nummer AAJU40144NL) is een revolver, merk Colt, model Cobra, kaliber .38 SPL.De munitie (SIN-nummers AALS2140NL, AAJU4145NL en AAJU4146NL) zijn scherpe en afgevuurde patronen, kaliber .38 SPL. De patronen kunnen met het hiervoor genoemde vuurwapen worden afgevuurd.
De politie heeft de volgende geldbedragen in beslag genomen tijdens de doorzoeking aan de [adres 2] in [plaats] :
- PL0900-2021386506-2918541, geld totaal € 290,-;
- PL0900-2021386506-2918544, geld totaal € 1131,60;
- PL0900-2021386506-2918547, geld totaal € 820,-;
- PL0900-2021386506-2918551, geld totaal € 77,80;
- PL 0900-2021386506-2918559, geld totaal € 123,25;
- PL0900-2021386506-2918566, geld totaal € 190,65;
- PL0900-2021386506-2918569, geld totaal € 583,80;
- PL0900-2021386506-2918575, geld totaal € 672,05;
- PL0900-2021386506-2918579, geld totaal € 19.905,-;
- PL0900-2021386506-2918581, gesealde bankbiljetten, waarop staat dat dit 25k
is, verpakt in een zwarte Guiliano tas;
- PL0900-2021386506-2918587, geld totaal € 1155,30;
- PL0900-2021386506-2918603, geld totaal € 518,33 euro.
Op 7 februari 2022 heeft de politie het in beslag genomen geld dat in de plastic zak met daarop ‘25K’ geschreven zat afgestort. Een bedrag van € 24.900,- is afgestort.
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat verdachte in 2021 geen bankrekeningen op naam heeft gehad en dat hij, volgens gegevens uit de iCOV, geen legale inkomsten en omzet in Nederland heeft gehad.
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft het zakje met kristallen (goednummer PL0900-2021386506-2918618, SIN-nummers AAPE4702NL en AAPH1037NL) onderzocht. Het NFI concludeerde het volgende:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAPH1037NL
Kristallen, wit, uit 4,38 gram
Bevat methamfetamine
De politie heeft de volgende in beslag genomen goederen, waarvan werd vermoed dat het hasj en hennep betrof, onderzocht (alle nummers voorafgegaan door PL0900-2021386506-):
2918584
2918590
2918594
2918595
2918597
De politie zag dat de goederen positief testten op de aanwezigheid van cannabis.
De politie heeft de hasj en hennep gewogen (alle nummers voorafgegaan door PL0900-2021386506-):
- 2918584: 1,05 kilo hasj;
- 2918590: 3,3 gram hasj;
- 2918594: 43,6 gram hasj;
- 2918595: 3,4 gram hasj;
- 2918597: 7,1 gram hasj.
De Landelijke Eenheid heeft onderzoek gedaan naar chemicaliën die in beslag waren genomen op de [adres 2] in [plaats] .Het gaat volgende de Landelijke Eenheid om de volgende stoffen:
SIN
Omschrijving
AAOW7616NL
Kunststof bakje met opschrift “Caustic” inhoudende bruto 905 gram wit
sterk basisch korrelig anorganisch poeder. Bevat vermoedelijk “Caustic
Soda” (gootsteenontstopper)
AAOW7617NL
Kunststof bakje met opschrift “Caustic” inhoudende bruto 385 gram
Citroenzuur (wit poeder).
FD = Citroenzuur
AAOW7618NL
Kunststofjerrycan van 2 liter geheel gevuld met een bruine zoet ruikende vloeistof. FD = Helional
Bevat vermoedelijk Helional en/of PMK.
(uitgangstoffen voor MDMA)
AAOW7619NL
Kunststofjerrycan van 2 liter met circa 1,5 liter bruine zoet ruikende
vloeistof. FD = PMK
Bevat vermoedelijk PMK. (uitgangstof voor MDMA)
AAOW7620NL
Een blauwwitte “AH” tas met hierin circa 1,0 kilo crèmekleurige brokken en poeder met een zoetige PMK achtige geur.
FD = MAMDPA (nieuwe uitgangsstof om PMK te maken)
De Landelijke Eenheid concludeert het volgende: “Het aantreffen van de twee jerrycans met circa 3,5 liter deels PMK bevattende vloeistof in combinatie met een tas met circa 1 Kg MAMDPA poeder en de aanwezigheid van Caustic soda en Citroenzuur wijst er op dat de inhoud bestemd is om te worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van PMK. PMK wordt in Nederland uitsluitend aangetroffen als uitgangsstof voor de vervaardiging van
MDMA genoemd op lijst 1 van de Opiumwet.”
In een kladblok dat tijdens de doorzoeking van het chalet werd gevonden stonden verschillende termen, die in de tabel hieronder worden geduid.
Product beschreven in kladblok
Betekenis conform ‘ABC’ van het drugsjargon
Smelten
Apaan/APAA/MAPAA (poedervorm) of ander precursor in
poedervorm wordt omgezet met een sterk zuur naar vloeistoffen;
BMK of PMK en afval.
Draaien
Afdraaien staat voor het uitvoeren van een productieproces/synthese of een deel ervan, b.v. het synthetiseren van amfetamine.
Dampen
Afdampen wordt gebruikt om de fase van het destilleren aan te duiden verwijderen.
Filteren
Zeven van poeders (pre precursors) om bakens e.d. te verwijderen.
Aceton
Oplosmiddel, met een breed algemeen legaal gebruik; illegaal gebruikt als oplosmiddel bij vele processen, hoofdzakelijk bij kristallisatie van MDMA.
Zout
Aanduiding voor het eindproduct na kristallisatie, vaak wordt amfetamine sulfaat zout genoemd.
In een ander kladblok dat tijdens de doorzoeking van het chalet werd gevonden stond onder andere het volgende:
Naam: [verdachte]
Achter: [verdachte]
Mail: [email-adres]
Daarnaast stonden in het kladblok verschillende termen, die in de tabel hieronder worden geduid.
Product beschreven in kladblok
Betekenis conform ‘ABC van het drugsjargon’
Plaat
Is een katalysator die gebruikt wordt bij de synthese van MDMA middels een drukvat.
Mono
(Mono)Methylamine: Chemicalie met een legaal gebruik; is ook de essentiële chemicalie voor de synthese van MDMA.
Zout
Aanduiding voor het eindproduct na kristallisatie, vaak wordt amfetamine sulfaat zout genoemd.
Ace
Aceton is een oplosmiddel, met een breed algemeen legaal gebruik; illegaal gebruikt als oplosmiddel bij vele processen, hoofdzakelijk bij kristallisatie van MDMA.
Caus
Natriumhydroxide, een zeer breed gebruikte legale chemicalie, ook
bekend als gootsteenontstopper, wordt hoofdzakelijk gebruikt bij de
productie van amfetamine; opgelost in water noemt men het natronloog (bog).
De politie heeft onderzoek gedaan naar encrochat-berichten die door het account ‘ [encrochat-account 1] ’ (hierna: [encrochat-account 1] ) zijn verstuurd en naar de identiteit van dat account. Op 21 april 2020 stuurt [encrochat-account 1] aan de gebruiker van het account [encrochat-account 2] dat hij zijn rijbewijs is kwijtgeraakt omdat hij 55 kilometer per uur te hard reed op de snelweg.Op 10 juni 2020 stuurt het account [encrochat-account 1] naar de gebruiker van het account [encrochat-account 2] een foto van een rijbewijs. De politie zag dat het een Nederlands rijbewijs betrof op naam van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] . Ook zag de politie dat het rijbewijs op een brief van de Politie Eenheid Amsterdam zat geplakt, waarop stond: “uw ingevorderde rijbewijs weer retour”.
De gebruiker [encrochat-account 1] heeft met encrochat-gebruikers berichten ontvangen en gestuurd in de periode van 27 maart 2020 tot en met 13 juni 2020. Uit een analyse van de chatberichten van [encrochat-account 1] ontstaat bij de politie het vermoeden dat hij zich bezighoudt met de handel in verdovende middelen. Met name gaan er veel gesprekken over (vermoedelijk) MDMA. Zo blijkt uit de metagegevens dat [encrochat-account 1] op enig moment de volgende statusteksten had:
- Mdma!! 315
- Mdma!! 480kilo in stock.
In een encrochat-gesprek tussen ‘ [encrochat-account 1] ’ en ‘ [encrochat-account 2] ’ staat het volgende:
07-05-2020 10:33 [encrochat-account 2] Bro zet in je mail, we hebben 480 kg
van deze
07-05-2020 19:20 [encrochat-account 1] Wat is de prijs bro
07-05-2020 19:30 [encrochat-account 2] Bra gewoon 600€ aanhouden13-05-2020 17:47 [encrochat-account 1] Gaat traag man m verkoop16-05-2020 13:48 [encrochat-account 2] Bro aanpasding status is straks 310
kg over
16-05-2020 13:48 [encrochat-account 1] Top bro doe ik
16-05-2020 13:48 [encrochat-account 1] Heb wel weinig beweging
16-05-2020 13:56 [encrochat-account 2] Volgende week alles weg bro
16-05-2020 13:56 [encrochat-account 1] Das goed
In een encrochat-gesprek tussen ‘ [encrochat-account 1] ’ en ‘ [encrochat-account 3] ’ staat het volgende:
13-05-2020 11:42 [encrochat-account 1] Maar als je m klanten heb ik heb
400 kilo haha
13-05-2020 18:26 [encrochat-account 3] Kam m kwijt
13-05-2020 18:30 [encrochat-account 3] Per week 100
In een encrochat-gesprek tussen ‘ [encrochat-account 1] ’ en ‘ [encrochat-account 4] ’ staat het volgende:
16-05-2020 15:32 [encrochat-account 4] Heb je nog m maatje?
16-05-2020 15:32 [encrochat-account 1] [encrochat-account 2] : Bro aanpasding status
is straks 310 kg over
16-05-2020 15:33 [encrochat-account 1] Hoeveel is nodig gap?
16-05-2020 15:33 [encrochat-account 4] Misschien 50
16-05-2020 15:33 [encrochat-account 1] Ja is nu nog wel
16-05-2020 15:33 [encrochat-account 1] Zeker zeker
21-05-2020 15:00 [encrochat-account 4] Heb je nog m?
21-05-2020 15:04 [encrochat-account 1] Broer we hebben alles verkocht
21-05-2020 15:04 [encrochat-account 1] Gister
In een encrochat-gesprek tussen ‘ [encrochat-account 1] ’ en ‘ [encrochat-account 5] ’ staat het volgende:
11-05-2020 15:47 [encrochat-account 5] Wat kost mij 50 m11-05-2020 18:05 [encrochat-account 1] 600 de kg
11-05-2020 18:31 [encrochat-account 1] Wel halen amsterdan gap
11-05-2020 18:32 [encrochat-account 5] Oki ga het doorgeven wacht op
akkoord
12-05-2020 20:18 [encrochat-account 5] Wacht nog op bevestiging 50 heb nu
klant voor 25 waarschijnelijk ook €600 pst?
12-05-2020 20:43 [encrochat-account 1] Yes13-05-2020 18:39 [encrochat-account 1] lk heb m die moet weg
13-05-2020 18:42 [encrochat-account 1] Ja snap ik maar ik doe alleen
verkoop bro
13-05-2020 18:43 [encrochat-account 1] Heb cash nodig haha
Interpretatie van het bewijs
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. Hieronder zal de rechtbank waar nodig nader uitleggen waarom zij dat vindt en ingaan op enkele verweren van de verdediging, voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen
Feit 1
De verdediging heeft erop gewezen dat geen sprake is van wederrechtelijke toe-eigening of bevoordeling, aangezien verdachte vond dat hij recht had op teruggave van het geldbedrag. Hij was namelijk niet tevreden met de door [slachtoffer 2] verrichte diensten. De rechtbank overweegt in dit kader het volgende.
Voor een bewezenverklaring van afpersing is vereist dat verdachte tot doel had zich wederrechtelijk te bevoordelen. Anders dan de verdediging heeft bepleit, betekent dat niet dat van dat doel geen sprake kan zijn wanneer een verdachte meent recht te hebben op de betaling van een bedrag. Het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling kan namelijk bestaan indien de verdachte moet hebben beseft dat hij door zijn handelwijze de grenzen van het maatschappelijk betamelijke verre overschreed. Daarvan is in dit geval, waarbij verdachte de slachtoffers onder bedreiging van een pistool heeft gedwongen tot de afgifte van het geldbedrag, zonder meer sprake.
Feit 3
Juridisch kader
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling van witwassen vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit
enigmisdrijf.
Als op grond van de bewijsstukken in het dossier geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf kan toch bewezen worden verklaard dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van zo’n aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de volgens verdachte alternatieve herkomst van het voorwerp.
Om vervolgens bewezen te verklaren dat sprake is van witwassen, moet uit de resultaten van dat onderzoek blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het tenlastegelegde voorwerp een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Beoordeling
De rechtbank stelt in het kader van het voorgaande vast dat er sprake was van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen, aangezien verdachte aanzienlijke contante geldbedragen in zijn huis en op zijn lijf bewaarde en bovendien geen legale inkomsten of omzet had. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat in totaal een bedrag van € 55.717,78 is aangetroffen. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van het geld. De verklaring die de advocaat op de zitting heeft gegeven kan niet als een verklaring van verdachte gelden.
Nu verdachte geen concrete en verifieerbare verklaring heeft gegeven over de herkomst van het geld, is het vermoeden van witwassen niet weerlegd. In het chalet zijn bovendien een vuurwapen, verdovende middelen, grondstoffen voor het maken van verdovende middelen, aantekeningen voor de productie van verdovende middelen en meerdere mobiele telefoons aangetroffen. De rechtbank concludeert dan ook dat voldoende aannemelijk is dat het gevonden geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf, namelijk de handel in drugs, en dat verdachte dat ook wist. Daarmee verklaart de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt een eenvoudig witwassen, zoals subsidiair ten laste is gelegd.
Feit 6
De advocaat vindt dat verdachte moet worden vrijgesproken van de handel in en productie van MDMA. Allereerst omdat de enige bron van deze verdenking bestaat uit de encrochat-berichten, waardoor volgens de advocaat niet wordt voldaan aan het bewijsminimum. De advocaat verwijst daarbij naar een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Subsidiair heeft de advocaat erop gewezen dat de encrochat-berichten moeten worden uitgesloten van het bewijs, omdat bij het inzetten van de interceptietool om de berichten te verkrijgen – in een Frans strafrechtelijk onderzoek – onmiskenbaar inbreuk is gemaakt op het recht op privacy van verdachte. Volgens de advocaat staat het vertrouwensbeginsel niet in de weg aan het toetsen van deze inbreuk door de Nederlandse rechter, aangezien de Nederlandse autoriteiten zich vanaf het begin van het Franse onderzoek met het inzetten van de interceptietool door de Franse autoriteiten hebben bemoeid. Tot slot heeft de advocaat aangevoerd dat inbreuk is gemaakt op artikel 6 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens (hierna: EVRM), nu de verdediging niet de beschikking heeft over de stukken van het Franse onderzoek, waardoor zij niet kan toetsen of het inzetten van de interceptietool rechtmatig is geweest. Daarmee is het beginsel van
equality of armsgeschonden, aldus de advocaat. Ook die inbreuk moet tot bewijsuitsluiting van alle encrochat-berichten leiden, aldus de advocaat.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat vormverzuimen in het Franse onderzoek naar encrochat geen gevolgen hebben voor de onderhavige zaak, gelet op de Schutznorm. Dat zou slechts anders zijn wanneer het Franse onderzoek van bepalende invloed is geweest op het verloop van het onderzoek naar of de vervolging van verdachte, maar dat is volgens de officier van justitie niet het geval.
Bewijsminimum
De rechtbank is allereerst van oordeel dat wel aan het bewijsminimum is voldaan. Uit de encrochat-berichten blijkt dat met het account dat door verdachte werd gebruikt met meerdere personen is gecommuniceerd, waarbij het om verschillende overdrachten van harddrugs gaat. Dat al deze berichten via encrochat zijn verstuurd, betekent niet dat die berichten uit dezelfde bron afkomstig zijn. De verweren van de verdediging op dit punt worden dan ook verworpen.
Schutznorm
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de Schutznorm in dit geval niet van toepassing is. In beginsel geldt inderdaad dat vormverzuimen die in het Franse strafrechtelijk onderzoek dat ten grondslag ligt aan het Nederlandse onderzoek 26Lemont (het Nederlandse onderzoek naar Encrochat) hebben plaatsgevonden gelet op de Schutznorm geen gevolgen hebben voor dit strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte. De toepassing van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering is immers beperkt tot vormverzuimen die zijn begaan in “het voorbereidend onderzoek” tegen de verdachte. Dat is slechts anders wanneer de data uit het Franse onderzoek van bepalende invloed zijn geweest op het verloop van het strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte.Van die uitzondering is in dit geval sprake, aangezien de encrochat-berichten het belangrijkste en beslissende bewijs vormen voor de veroordeling van het tenlastegelegde onder feit 6. Die encrochat-berichten moeten dus ook van bepalende invloed zijn geweest voor de beslissing van de officier van justitie om verdachte
voor dit feit(en dus niet in het algemeen ten aanzien van ook andere feiten) te vervolgen.
Vertrouwensbeginsel
Een volgende vraag is of de Nederlandse rechter kan toetsen of er vormverzuimen in het Franse strafrechtelijk onderzoek hebben plaatsgevonden.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geldt dat ten aanzien van onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de buitenlandse autoriteiten van een andere tot het EVRM toegetreden staat (zoals Frankrijk), de taak van de Nederlandse strafrechter ertoe beperkt is te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op zijn recht op een eerlijk proces, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. Het behoort niet tot de taak van de Nederlandse strafrechter om te toetsen of de wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd strookt met de dienaangaande in het desbetreffende land geldende rechtsregels. Daarbij brengt het vertrouwensbeginsel mee dat het recht op een effectief rechtsmiddel als bedoeld in artikel 13 EVRM – in geval van een schending van enig ander recht dan artikel 6 EVRM – niet inhoudt dat ten toets staat van de Nederlandse strafrechter of in het recht van het desbetreffende land al dan niet een toereikende wettelijke grondslag bestond voor de door de verrichte onderzoekshandelingen eventueel gemaakte inbreuk op het recht van de verdachte op respect voor zijn privéleven, zoals bedoeld in artikel 8 EVRM, en of die inbreuk geacht kan worden noodzakelijk te zijn. Daarbij neemt de Hoge Raad in aanmerking dat uit de rechtspraak van het EHRM volgt dat aan een schending van artikel 8 EVRM geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden, mits zijn recht op een eerlijk proces wordt gewaarborgd. Het buitenlandse recht – dat in de Nederlandse strafzaak niet kan worden getoetst – is van doorslaggevende betekenis voor de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van een dergelijke inbreuk.
Zoals inmiddels meerdere keren in uitspraken is overwogen, is bij het Franse onderzoek naar encrochat geen sprake van een verschuiving van verantwoordelijkheid naar Nederland voor welk onderdeel dan ook vanaf de interceptie tot en met de overdracht van de data aan Nederland. De onderzoekshandelingen die zijn verricht hebben niet (mede) onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten plaatsgevonden. Het vertrouwensbeginsel is om die reden van toepassing ten aanzien van alle door de Franse opsporingsdiensten verrichte onderzoekshandelingen. Dat betekent dat de rechtbank in deze zaak niet kan toetsen of het inzetten van de interceptietool naar Frans recht rechtmatig is geweest. De verweren van de verdediging op dit punt worden dan ook verworpen.
Schending van equality of arms in artikel 6 EVRM
De rechtbank stelt vast dat de verdediging volgens het beginsel van
equality of armsinderdaad toegang moet krijgen tot het bewijs en in beginsel ook tot stukken die kunnen zien op onrechtmatigheden in het onderzoek. In de onderhavige zaak staat het vertrouwensbeginsel er echter aan in de weg om kennis te nemen van de verzochte (Franse) stukken die betrekking hebben op de inzet van de interceptietool en de overdracht van de encrochat data. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Nederlandse strafrechter bij toewijzing van het verzoek alsnog via een omweg van artikel 6 EVRM de rechtmatigheid van het Franse strafrechtelijke optreden zou toetsen, wat in strijd is met de bedoeling van het vertrouwensbeginsel.
Tot slot heeft de verdediging de mogelijkheid gehad om het directe bewijs (alle encrochat-berichten die door het Openbaar Ministerie worden gekoppeld aan verdachte) in de strafzaak tegen verdachte te onderzoeken. De verdediging heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook voldoende mogelijkheden gehad om de inhoud van de data te onderzoeken, te controleren en te betwisten en een effectieve verdediging te voeren. De rechtbank concludeert dan ook dat er geen sprake is van een schending van artikel 6 EVRM. De verweren van de verdediging op dit punt worden dan ook verworpen.