ECLI:NL:RBMNE:2022:6055
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser, die sinds 2009 een bijstandsuitkering ontvangt op basis van de Participatiewet (Pw), bezwaar gemaakt tegen de stopzetting van zijn uitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De stopzetting vond plaats omdat eiser langer dan vier weken in het buitenland verbleef. Eiser heeft op 24 januari 2022 bezwaar ingediend, maar verweerder heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft op 29 september 2022 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser te laat bezwaar heeft gemaakt, aangezien de termijn voor het indienen van bezwaar zes weken bedraagt. Verweerder heeft in het bestreden besluit het herzieningsverzoek van eiser afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een verschoonbare termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. Eiser voerde aan dat verweerder op de hoogte was van zijn vertrek naar Engeland en dat de beschikking naar zijn adres in Nederland was gestuurd, terwijl dit ook naar zijn cliëntondersteuner had kunnen worden verzonden.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser had geen adreswijziging doorgegeven en had niet gereageerd op verzoeken van verweerder om zijn gewijzigde vertrekdatum door te geven. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard voor zover het gericht was tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar en heeft het herzieningsverzoek terugverwezen naar verweerder voor behandeling als bezwaar. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.