ECLI:NL:RBMNE:2022:6048
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tegemoetkoming TONK op basis van inkomen en woonlasten
In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten) bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De aanvraag werd op 16 november 2021 afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 9 maart 2022 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van een beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 4 augustus 2022 behandeld. Eiseres was aanwezig, maar verweerder verscheen niet. Eiseres betoogde dat haar zakelijke huurkosten niet waren meegenomen in de beoordeling van haar inkomen, wat volgens haar zou leiden tot een hogere woonquote en recht op de tegemoetkoming. Verweerder stelde echter dat de woonlasten van eiseres te laag waren in verhouding tot haar inkomen, en dat de woonquote minimaal 40% moest zijn om in aanmerking te komen voor de TONK.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de zakelijke huurkosten terecht niet had meegenomen in de berekening van het inkomen, omdat deze kosten niet verdisconteerd worden als de omzet € 0,- is. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet in aanmerking kwam voor de tegemoetkoming, omdat haar inkomen correct was vastgesteld en er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de beleidsregel rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.