Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 9;
- de conclusie van repliek met productie 13; en
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
1.1 Verhuurder verhuurt aan Huurder en Huurder huur van Verhuurder circa 1.962 m² bedrijfsruimte en circa 480 m² kantoorruimte (hierna ‘gehuurde’) (…)
2.1 Voor de vraag of huurgenotsbeperkende feiten en omstandigheden kwalificeren als een gebrek in de zin van artikel 7: 204 Burgerlijk Wetboek, is van belang wat Huurder bij de aanvraag van de huurovereenkomst redelijkerwijs mocht verwachten ten aanzien van het gehuurde. (…)
de beoordeling van de dekkingswaarde van de onroerende zaak voor de hypothecaire lening’. Het rapport vermeldt - voor zover relevant -: ‘
(…)
Overigens hebben wij de oppervlaktes eens goed bekeken en constateren dat de verhuurde kantoorruimte volgens u 480 m2 is terwijl wij niet verder komen dan 168 m2 (90 op begane grond en 78 op 1e etage), de verhuurder bedrijfshal een oppervlakte heeft volgens u van 1961 m2 terwijl dit volgens ons 1918 m2 is. Het lijkt me raadzaam deze informatie helder te krijgen door een onafhankelijke makelaar de juiste oppervlaktes te laten vaststellen.’
Overigens maakt dit voor de overeengekomen huurprijs niet uit, zie artikel 1.6 uit jullie huurovereenkomst’.
Voor de lopende huurovereenkomst is dit dan wel geregeld maar voor de mogelijke verlenging van de huurovereenkomst zullen wij wel vasthouden aan de werkelijke m2 van het gehuurde. (…) Gelukkig draagt de vorige eigenaar nog bij aan de huidige lopende huur en kan de door u berekende huur nog tot het eind van de lopende huurovereenkomst worden voldaan.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
circa 480 m²’ omvat. Dit is een ondermaat van (circa) 309 m². Dit brengt mee dat [eiser] (circa) 64,38% minder vierkante meters aan kantoorruimte tot haar beschikking heeft dan de Huurovereenkomst vermeldt. De centrale vraag in deze zaak is of dit gevolgen moet hebben voor de Huurovereenkomst en de tot op heden betaalde huur, en zo ja welke.
voor de lopende huurovereenkomst (…) wel [is] geregeld’. Dat [eiser] nu het standpunt inneemt dat het ongewijzigd in stand houden van de huidige huurprijs naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar verhoudt zich niet goed met deze eerdere uitlatingen over de huurprijs.