In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de vergoeding van kosten voor een taxatierapport in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser, eigenaar van een woning, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 443.000,-. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 422.000,-. Eiser stelde dat de kosten van het taxatierapport, dat hij had ingediend ter onderbouwing van zijn bezwaar, vergoed dienden te worden door de gemeente. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar ten onrechte had nagelaten deze kosten te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat het niet relevant is of de kwaliteit van het taxatierapport voldoende was om de waarde te onderbouwen, maar dat het redelijk was dat eiser een taxatie had laten maken. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en droeg de gemeente op om het griffierecht en de kosten van het taxatierapport te vergoeden. De totale vergoeding werd vastgesteld op € 887,26, inclusief de kosten van het taxatierapport.