10.2De rechtbank beoordeelt eerst de beroepsgrond uit eisers beroepschrift, namelijk dat verweerder in bezwaar de indexeringspercentages niet controleerbaar en inzichtelijk heeft gemaakt. De rechtbank vindt het aanvoeren van deze procedurele grond in dit stadium van de procedure in strijd met de goede procesorde. Eiser heeft ook in zijn bezwaarschrift verzocht om een onderbouwing van het indexeringspercentage, maar het is niet gesteld of gebleken dat hij dit verzoek heeft herhaald op de hoorzitting. Dit blijkt ook niet uit het verslag van de hoorzitting zoals opgenomen in de uitspraak op bezwaar. Tijdens de zitting heeft eiser bovendien verklaard dat de gronden in het bezwaarschrift niet worden herhaald op de hoorzitting. Aangenomen mag worden dat eiser de stukken niet (meer) nodig had. Het in de beroepsfase opnieuw aanvoeren van deze grond, die eiser eerder heeft laten vallen, is in strijd met de goede procesorde.
Correctie onderlinge verschillen
11. Eiser voert aan dat verweerder niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe de onderlinge verschillen zijn gecorrigeerd. Met deze grond suggereert eiser dat verweerder correctiepercentages hanteert en deze niet inzichtelijk maakt. Eiser kan daarin niet worden gevolgd. Dat verweerder modelmatig rekent met de waardebepalende factoren of dat hij onderlinge verschillen in de waardebepalende factoren aan de hand van vastgestelde percentages corrigeert, is niet gebleken. Verweerder is ook niet gehouden om correctiepercentages te hanteren of een doorrekening te maken van de KOUDVL-factoren. De beroepsgrond slaagt niet.
Ondoelmatigheid van de woning
12. Eiser stelt dat er geen rekening is gehouden met de ondoelmatigheid van de woning. Het woonhuis is verdeeld in vijf woonlagen. Verweerder heeft voldoende rekening gehouden met de doelmatigheid van de woning. Het verschil in vierkante meterprijzen is behoorlijk groot. De prijs per m2 van de woning van eiser is € 3.250,- en de gemiddelde prijs per m2 van de referentiewoningen is € 4.278,-. De beroepsgrond slaagt niet.
13. Eiser voert aan dat er geen rekening is gehouden met de situatie dat de woning een rijksmonument is. Verweerder heeft de woning van eiser vergeleken met monumentale woningen en/of woningen die een monumentale uitstraling hebben. Daarbij is het enkele feit dat de woning een rijksmonument is, niet veelzeggend voor de waarde van de woning. Bij de waardering van de WOZ-waarde gaat het om de waarde in het economisch verkeer. De beroepsgrond slaagt niet.
14. Eiser stelt verder dat de bouwjaren te veel afwijken van de woning van eiser en dat deze woningen daarom niet gebruikt kunnen worden in de vergelijking. De rechtbank ziet dat de bouwjaren van de referentie woningen afwijken van het bouwjaar van eiser. Maar daarbij valt op dat de referentie woningen ook oude woningen betreffen (bouwjaren tussen 1436 en 1893). Op de zitting heeft de taxateur toegelicht dat de bouwjaren verschillen, maar dat de referentiewoningen tevens in het centrum liggen en daarom goed vergelijkbaar zijn met de woning. De rechtbank kan de taxateur volgen. De enkele stelling dat het bouwjaar sterk afwijkt en dat hiermee de waarde te hoog is vastgesteld is onvoldoende aannemelijk gemaakt. De beroepsgrond slaagt niet.
15. Tot slot stelt eiser dat er onvoldoende rekening is gehouden met de matige isolatie. Eiser heeft één foto overgelegd waarop te zien is dat er sprake is van een raam met enkel glas. Hiermee heeft eiser onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een matige isolatie. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie: eiser krijgt geen gelijk
16. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.