Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord.
2.Waar het in deze procedure om gaat
"sr. manager vastgoed bij [gedaagde] B.V. / [onderneming 1] "had. [eiser] schreef dat hij bemiddelde in vastgoed met de vraag of partijen daarin iets voor elkaar konden betekenen. [A] antwoordde daarvoor open te staan en benoemde zijn voorkeuren bij de vraag naar vastgoedportefeuilles.
"Tenzij jij andere info hebt lijkt het erop dat hier sprake is van desinformatie over een pand wat (nog) niet te koop staat en waar blijkbaar de hele regio al naar kijkt. Dat schiet niet op."[eiser] reageerde dezelfde dag dat hij bekend was met het krantenartikel en vroeg of [B] met de eigenaar om tafel wilde als dat kon. Daarop reageerde [B] : "
Veel te diffuus op dit moment. Ga ik nu geen tijd insteken. Tenzij jouw relatie nieuw licht op de zaak kan werpen. Mogelijk hoor ik nog wat hierover via mijn [plaatsnaam 1(-s)] netwerk."
"Wij hebben inderdaad begrepen rechtstreeks uit het ' [plaatsnaam 1(-se)] ' dat er blijkbaar (nagenoeg) overeenstemming is tussen de familie [C] en een koper. Wij gaan er dan vanuit dat de partij waar jij ons mee in contact kunt brengen deze koper zal zijn. Laatste keer hier noemde je aannemer [D] uit [plaatsnaam 2] als koper, we zouden daar op korte termijn prima langs kunnen gaan."
"De eigenaar heeft aangegeven inmiddels een intentieovereenkomst met een partij te hebben. Hij zegt 90% zeker te zijn dat dat doorgaat. Hij is verder niet met andere partijen in gesprek. Hij is tevens met een tweede project bezig, wat eventueel ook interessant zou kunnen zijn. Ik heb voorgesteld om op korte termijn ook met jullie kennis te maken om te kijken of er een deal gedaan kan worden (dit project of het tweede project). Tevens zit hij morgen met de heren uit [.] om de [plaatsnaam 1] -deal aan zijn kant rond te maken. Vrijdag zal ik vervolgens met hem contact hebben om de uitkomst en stand van zaken te bespreken en vervolgens aan jullie terugkoppelen."Ook benoemde [eiser] in deze e-mail dat hij een
"aanbrengfee"van 1% voorstelde voor de potentiële transactie, waarop hij door een relatie uit zijn netwerk was geattendeerd, die daarvoor een fee van 1,75% wilde rekenen.
"Ik zou me een vergoeding van max. 1% bij exclusieve deals kunnen voorstellen maar dat is dan aan jou toch en niet aan jouw relatie?"Daarop reageerde [eiser] op 5 december 2018:
"Zie reactie van dhr. [D] hieronder. Het verzoek om meer informatie over het tweede project staat nog bij hem uit. Over jouw vraag inzake de courtage; dit project is bij mij aangedragen door een relatie, dan dien ik dus courtage met hem te delen. 1% zou overigens akkoord zijn, maar zoals het er nu uitziet is de kans groot dat [plaatsnaam 1] dus al verkocht is."Op dezelfde dag reageerde [A] dat hij en [B] het zouden afwachten en dat [eiser] hen voor andere projecten mocht blijven benaderen.
"Ik heb begrepen dat [onderneming 4] het project van [D] heeft overgenomen en verder heeft uitgewerkt. Bijgaand de brochure. Hoor graag of jullie – onder dezelfde voorwaarden – nog interesse hebben om aan te kopen, dan zal ik proberen jullie in direct contact te brengen met de eigenaar."Op dezelfde dag reageerde [A] als volgt:
"Grappig, na een vooraankondiging vorige week heb ik gister dit project ook al weer aangeboden gekregen via een partij met welke mensen wij al eerder zaken gedaan hebben. Wel beetje bijzonder want de presentatie die ik gister ontving is opgebouwd uit delen van de presentatie die jij mij nu mailt. Wij hebben gister die andere partij aangegeven dat we op zich wel een interessant project vinden om nog eens naar te kijken."
"Wat [plaatsnaam 1] betreft, het is via via de markt rondgeslingerd met deels ook informatie die niet volledig c.q. onjuist is, heb ik inmiddels begrepen. Ik zit volgende week met de eigenaar ( [naam onderneming 4] [....] ) en zal je daarna berichten. Mocht je liever deze opportunity via een andere relatie willen benaderen, laat het me dan svp uiterlijk maandag weten."Op dezelfde dag schreef [A] terug:
"Het bleef een beetje verwarrend rondom [plaatsnaam 1] en dus heb ik dhr. [E] van [onderneming 4] zelf maar even gebeld hoe het zit en wie er nu in de lead is voor de verkoop. De andere partij waar ik deze lead van binnen heb gekregen is dus de exclusieve partij die over dit project kan beschikken volgens de eigenaar. Logischerwijs zal ik dit traject dan ook met hen opnemen."Daarop reageerde [eiser] op 20 maart 2019:
" [F] is namens de eigenaar de verkopende partij en treedt dus voor hem op. Mocht het tot een transactie komen, dan ga ik ervan uit dat ik mijn courtage van jullie als koper ontvang, aangezien ik het project bij jullie heb aangebracht. Dat jullie er nu voor kiezen direct met de verkopende partij te schakelen is wat mij betreft overigens geen probleem."[A] antwoordde hierop dezelfde dag afwijzend, omdat van een exclusieve bemiddelingsopdracht geen sprake was, zij al eerder zaken deden met [F] en dat [F] zelfstandig en rechtstreeks [gedaagde] had benaderd over het project.
3.De beoordeling
Het beoordelingskader: de totstandkoming van een bemiddelingsovereenkomst
"teaser"(een beknopte weergave van de hoofdlijnen van de propositie) concreet interesse is in een specifiek project en [eiser] de verkoper van het betreffende vastgoed met [gedaagde] om tafel krijgt. Daarbij zouden de voorwaarden voor de bemiddeling (zoals de commissie) per project kunnen verschillen. Het draait in deze procedure daarom enkel om de vraag of tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen voor de specifieke werkzaamheden die [eiser] heeft verricht voor het project [plaatsnaam 1] . Voor het antwoord op die vraag geldt het volgende beoordelingskader.
Booking.com).
"@ [onderneming 1] .nl". [B] gebruikte daarentegen een mailadres dat eindigde op
"@ [gedaagde] .nl". Daarmee heeft [gedaagde] zelf in het midden gelaten namens welke van deze twee entiteiten zij met [eiser] correspondeerde. Het is daarom niet aan [eiser] tegen te werpen dat hij aanvankelijk dacht met [onderneming 1] een bemiddelingsovereenkomst te hebben gesloten, totdat hij er achter kwam dat [gedaagde] (en niet [onderneming 1] ) het kantoorpand te [plaatsnaam 1] uiteindelijk had aangekocht. Het stond [eiser] toen vrij om met die wetenshap niet langer [onderneming 1] aan te spreken, maar [gedaagde] .
"exclusieve deal", berichtte [eiser] op 5 december 2018 dat het project [plaatsnaam 1] waarschijnlijk al verkocht was aan een andere koper. Tot een bemiddelingsovereenkomst kwam het op dat moment dus niet.
"Ik heb begrepen dat [onderneming 4] het project van [D] heeft overgenomen en verder heeft uitgewerkt. Bijgaand de brochure. Hoor graag of jullie – onder dezelfde voorwaarden – nog interesse hebben om aan te kopen, dan zal ik proberen jullie in direct contact te brengen met de eigenaar."Op diezelfde dag schreef [gedaagde] terug het project ook via een relatie aangeboden te hebben gekregen en, nadat [eiser] op 14 maart 2019 vroeg of [gedaagde] "
deze opportunity via een andere relatie willen benaderen", reageerde [gedaagde] daarop bevestigend dat zij met [F] en [onderneming 4] hierover verder wenste te spreken.
"Wat [plaatsnaam 1] betreft, het is via via de markt rondgeslingerd (…)."Van het tot stand brengen van contact met de verkoper van het kantoorpand te [plaatsnaam 1] met de hulp van [eiser] (of een opdracht daartoe) kon dan ook geen sprake meer zijn. Dat was wel waarvoor [gedaagde] de samenwerking met [eiser] eerder beoogde, zoals blijkt uit de correspondentie waarin zij schrijft dat bemiddeling (en een vergoeding) alleen bij een
"exclusieve deal"aan de orde kan zijn. Tot aanvaarding van het (nieuwe) aanbod van [eiser] om te bemiddelen tegenover [onderneming 4] namens [gedaagde] kwam het deze keer dus ook niet, zodat ook op dit (tweede) moment geen bemiddelingsovereenkomst tot stand gekomen is.
"de lead"naar [onderneming 4] gecreëerd, en heeft hij dus bijgedragen aan de totstandkoming van de koopovereenkomst, waardoor hij wel recht heeft op zijn vergoeding. De rechtbank volgt [eiser] hierin niet. [eiser] heeft namelijk onderkend dat [onderneming 4] in de presentatie alleen werd genoemd als ontwikkelaar en niet ook als (uiteindelijk) de verkopend eigenaar. Dat wordt ook bevestigd in de latere e-mails van [eiser] , waarin hij er steeds van uitging dat [onderneming 3] B.V. of [D] de verkopend eigenaar zou zijn of worden (en niet [onderneming 4] ). De naam van [onderneming 4] is na de e-mail van 19 september 2018 ook niet meer genoemd door [eiser] tot zijn e-mail van 13 maart 2018, toen [gedaagde] reeds was benaderd door [F] als verkopend bemiddelaar van [onderneming 4] .