In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiseres, een alleenstaande moeder met vier kinderen, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 14 mei 2021, waarin haar een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp van 7,75 uur per week werd toegekend. Eiseres vond dit aantal uren onvoldoende en stelde dat haar zorgbehoefte niet goed in kaart was gebracht. De rechtbank heeft het beroep op 17 november 2022 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als die van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag van eiseres conform het stappenplan van de Centrale Raad van Beroep heeft behandeld. Verweerder heeft voldoende onderzoek gedaan naar de zorgbehoefte van eiseres en heeft geconcludeerd dat de toegekende 7,75 uur huishoudelijke hulp per week toereikend is. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat het stappenplan niet goed is gevolgd, en de rechtbank ziet in de besluitvorming dat verweerder de juiste stappen heeft doorlopen. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagt en dat de motivering van verweerder voldoende is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.