Uitspraak
1.De procedure
- de starverklaring van 24 november 2022,
- het verzoekschrift van 25 november 2022.
- de heer [A] , bestuurder,
- de heer [B] , adviseur bij [onderneming] B.V.,
- de heer mr. A.W. de Man, advocaat,
- mevrouw mr. M. Anneveld, advocaat.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 december 2022 een afkoelingsperiode van drie maanden toegewezen aan de besloten vennootschap [verzoekster] B.V. op grond van artikel 376 van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster, die sinds 1974 actief is in de bezorgservice, heeft te maken met financiële problemen door een combinatie van factoren, waaronder een teruglopende omzet door de Coronacrisis en een terugvordering van belastingschulden door de Belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is voor de voortzetting van de onderneming tijdens de herstructurering en dat de gezamenlijke schuldeisers hierbij gebaat zijn. De verzoekster heeft een startverklaring ingediend en is bezig met de voorbereiding van een akkoord om haar schulden te saneren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om derden in de gelegenheid te stellen hun zienswijze te geven, aangezien de belangrijkste schuldeiser, ABN Amro Bank, op de hoogte was van het verzoek en geen bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afkoelingsperiode in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers, omdat zij in geval van een akkoord meer zullen ontvangen dan in een faillissementsscenario. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.