ECLI:NL:RBMNE:2022:5481

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
UTR - 22 _ 534
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van gemachtigde op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 december 2022 een beslissing genomen over de weigering van bijstand of vertegenwoordiging door de gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], op basis van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de gemachtigde zich op een uiterst ongepaste manier heeft uitgelaten, wat heeft geleid tot ernstige bezwaren tegen zijn functioneren als gemachtigde. Tijdens de zitting op 16 augustus 2022 heeft eiseres de rechter gewraakt, en in de daaropvolgende wrakingsprocedure heeft de gemachtigde zich wederom ongepast uitgelaten, wat de rechtbank noopte tot deze beslissing. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de rechtbank om de gemachtigde te weigeren, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank concludeert dat de ongepaste uitlatingen van de gemachtigde niet alleen een incident zijn, maar dat hij in eerdere procedures ook al gewaarschuwd is. De rechtbank stelt eiseres in kennis van de beslissing en biedt haar de mogelijkheid om binnen vier weken een andere gemachtigde aan te wijzen voor de verdere procedure. Indien er geen reactie komt, gaat de rechtbank ervan uit dat eiseres verder procedeert zonder gemachtigde. De beslissing is definitief en er kan geen rechtsmiddel tegen worden aangewend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/534
beslissing van de rechtbank van 12 december 2022 op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[eiseres] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

de directie van de RDW, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Choufoer-Van der Wal)

Overwegingen

Wat beslist de rechtbank?
1. De rechtbank weigert bijstand of vertegenwoordiging van [gemachtigde] ( [gemachtigde] ), al dan niet namens [naam] , in deze beroepsprocedure op grond van artikel 8:25, eerste lid, van de Awb.
Waarom deze weigering?
2. De beroepsprocedure is op 16 augustus 2022 op een zitting behandeld. Tijdens de zitting heeft eiseres de rechter gewraakt. De gemachtigde van eiseres ( [gemachtigde] ) heeft in de wrakingsprocedure [1] op 1 september 2022 een schriftelijk reactie ingediend.
3. In de reactie van 1 september 2022 laat [gemachtigde] zich op een uiterst ongepaste manier uit. Hij uit ernstige verwijten en beschuldigingen aan de rechter, rechterlijke colleges, de rechtsstaat en Nederland in het algemeen. Zijn taalgebruik is beledigend en beschadigend. Hij tast daarmee het gezag van de rechtspraak en de daarbij betrokkenen functionarissen nodeloos en op onaanvaardbare wijze aan. Met zijn opmerkingen maakt [gemachtigde] het uiterst moeilijk om tot een doelmatige behandeling van het geschil te komen. Daarbij wordt ook in aanmerking genomen dat dit niet een op zichzelf staand incident is. Uit rechtspraak blijkt dat [gemachtigde] in andere procedures meerdere keren is gewaarschuwd en in meerdere procedures als gemachtigde is geweigerd vanwege zijn taalgebruik. [2] Desondanks heeft hij zich in de wrakingsprocedure uiterst ongepast uitgelaten.
4. Eiseres en [gemachtigde] zijn op 22 november 2022 in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de rechtbank om [gemachtigde] te weigeren als gemachtigde. Eiseres heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. [gemachtigde] heeft op het voornemen gereageerd met zijn brief van 28 november 2022. Die brief geeft de rechtbank geen aanleiding voor een andere conclusie. In tegendeel juist. Die brief bevestigt het voornemen van de rechtbank, omdat [gemachtigde] zich in die brief weer ongepast uitlaat. De door [gemachtigde] aangehaalde Europese regelgeving en rechtspraak kunnen hem om die reden al niet baten.
5. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat tegen [gemachtigde] ernstige bezwaren bestaan als bedoeld in artikel 8:25, eerste lid, van de Awb.
Hoe nu verder?
6. Eiseres wordt in kennis gesteld van deze beslissing en wordt in de gelegenheid gesteld om, desgewenst, binnen vier weken na verzending van deze beslissing een andere gemachtigde aan te wijzen voor de verdere procedure. Als de rechtbank binnen deze termijn geen reactie ontvangt, gaat zij er vanuit dat eiseres verder procedeert zonder gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank:
- weigert bijstand of vertegenwoordiging door [gemachtigde] (al dan niet namens [naam] ) in de beroepsprocedure met zaaknummer UTR 22/534;
- stelt [eiseres] B.V. in de gelegenheid om, desgewenst, binnen vier weken na verzending van deze beslissing een andere gemachtigde aan te wijzen voor de verdere procedure.
Deze beslissing is genomen op 12 december 2022 door mr. A.A.M. Elzakkers rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
griffier rechter
Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing kan geen rechtsmiddel worden aangewend.

Voetnoten

1.Zaaknummer/rekestnummer: 543485 / HA RK 22-175.
2.Zie bijvoorbeeld Hoge Raad 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1730; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2413; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 6 april 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1118; Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 9 september 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3156.