ECLI:NL:RBMNE:2022:5480

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
UTR - 22 _ 529
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van gemachtigde op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Op 12 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 22/529. De rechtbank heeft de gemachtigde van de eisende partij geweigerd op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De weigering is gebaseerd op het ongepaste taalgebruik van de gemachtigde, die zich tijdens de wrakingsprocedure op 1 september 2022 op een beledigende en beschadigende manier heeft uitgelaten over de rechter en de rechtsstaat. Dit gedrag tast het gezag van de rechtspraak aan en maakt een doelmatige behandeling van het geschil moeilijk.

De rechtbank heeft eiser en de gemachtigde op 22 november 2022 de gelegenheid gegeven om te reageren op het voornemen om de gemachtigde te weigeren. Eiser heeft hier geen gebruik van gemaakt, terwijl de gemachtigde in zijn reactie op 28 november 2022 opnieuw ongepast taalgebruik heeft vertoond. De rechtbank concludeert dat er ernstige bezwaren bestaan tegen de gemachtigde, zoals bedoeld in artikel 8:25, eerste lid, van de Awb.

Eiser is in kennis gesteld van deze beslissing en krijgt de kans om binnen vier weken een andere gemachtigde aan te wijzen. Indien er geen reactie komt, gaat de rechtbank ervan uit dat eiser verder procedeert zonder gemachtigde. De beslissing is definitief en er kan geen rechtsmiddel tegen worden aangewend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/529
beslissing van de rechtbank van 12 december 2022 op grond van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

de directie van de RDW, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Choufoer-Van der Wal)

Overwegingen

Wat beslist de rechtbank?
1. De rechtbank weigert bijstand of vertegenwoordiging van [gemachtigde] ( [gemachtigde] ), al dan niet namens [naam] , in deze beroepsprocedure op grond van artikel 8:25, eerste lid, van de Awb.
Waarom deze weigering?
2. De beroepsprocedure is op 16 augustus 2022 op een zitting behandeld. Tijdens de zitting heeft eiser de rechter gewraakt. De gemachtigde van eiser ( [gemachtigde] ) heeft in de wrakingsprocedure [1] op 1 september 2022 een schriftelijk reactie ingediend.
3. In de reactie van 1 september 2022 laat [gemachtigde] zich op een uiterst ongepaste manier uit. Hij uit ernstige verwijten en beschuldigingen aan de rechter, rechterlijke colleges, de rechtsstaat en Nederland in het algemeen. Zijn taalgebruik is beledigend en beschadigend. Hij tast daarmee het gezag van de rechtspraak en de daarbij betrokkenen functionarissen nodeloos en op onaanvaardbare wijze aan. Met zijn opmerkingen maakt [gemachtigde] het uiterst moeilijk om tot een doelmatige behandeling van het geschil te komen. Daarbij wordt ook in aanmerking genomen dat dit niet een op zichzelf staand incident is. Uit rechtspraak blijkt dat [gemachtigde] in andere procedures meerdere keren is gewaarschuwd en in meerdere procedures als gemachtigde is geweigerd vanwege zijn taalgebruik. [2] Desondanks heeft hij zich in de wrakingsprocedure uiterst ongepast uitgelaten.
4. Eiser en [gemachtigde] zijn op 22 november 2022 in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de rechtbank om [gemachtigde] te weigeren als gemachtigde. Eiser heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. [gemachtigde] heeft op het voornemen gereageerd met zijn brief van 28 november 2022. Die brief geeft de rechtbank geen aanleiding voor een andere conclusie. In tegendeel juist. Die brief bevestigt het voornemen van de rechtbank, omdat [gemachtigde] zich in die brief weer ongepast uitlaat. De door [gemachtigde] aangehaalde Europese regelgeving en rechtspraak kunnen hem om die reden al niet baten.
5. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat tegen [gemachtigde] ernstige bezwaren bestaan als bedoeld in artikel 8:25, eerste lid, van de Awb.
Hoe nu verder?
6. Eiser wordt in kennis gesteld van deze beslissing en wordt in de gelegenheid gesteld om, desgewenst, binnen vier weken na verzending van deze beslissing een andere gemachtigde aan te wijzen voor de verdere procedure. Als de rechtbank binnen deze termijn geen reactie ontvangt, gaat zij er vanuit dat eiser verder procedeert zonder gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank:
- weigert bijstand of vertegenwoordiging door [gemachtigde] (al dan niet namens [naam] ) in de beroepsprocedure met zaaknummer UTR 22/529;
- stelt [eiser] in de gelegenheid om, desgewenst, binnen vier weken na verzending van deze beslissing een andere gemachtigde aan te wijzen voor de verdere procedure.
Deze beslissing is genomen op 12 december 2022 door mr. A.A.M. Elzakkers rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
griffier rechter
Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing kan geen rechtsmiddel worden aangewend.

Voetnoten

1.Zaaknummer/rekestnummer: 543485 / HA RK 22-175.
2.Zie bijvoorbeeld Hoge Raad 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1730; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2413; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 6 april 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1118; Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 9 september 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3156.