ECLI:NL:RBMNE:2022:5391
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende studiefinanciering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van verzoekster, die studiefinanciering had aangevraagd voor de periode van oktober tot en met december 2022. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had in een primair besluit van 27 januari 2022 het verzoek om studiefinanciering afgewezen. Na een bezwaarprocedure werd het bezwaar ongegrond verklaard, maar in juli 2022 werd verzoekster medegedeeld dat haar studiefinanciering alsnog werd toegekend. Hierop trok verzoekster haar beroep in, maar verzocht de rechtbank om de Minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De rechtbank overwoog dat verzoekster in feite kreeg wat zij wilde, namelijk de studiefinanciering, maar dat er geen sprake was van 'tegemoetkomen' in de zin van de wet. Dit omdat de toekenning van de studiefinanciering was gebaseerd op nieuwe informatie die tijdens de beroepsprocedure was ingediend, wat leidde tot veranderde omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de Minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, en wees het verzoek als kennelijk ongegrond af.
De uitspraak is gedaan door rechter A.A.M. Elzakkers, in aanwezigheid van griffier A.M. Zwijnenberg, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Een afschrift van de uitspraak is naar de betrokken partijen verzonden.