In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Mitros en de gedaagde, die optreedt als bewindvoerder van de heer [A]. De eisende partij, Mitros, vorderde ontruiming van de woning van [A] wegens een geweldsincident dat op 22 oktober 2022 had plaatsgevonden. [A] had een medebewoner met een kapot geslagen bierflesje verwond, wat leidde tot de vordering van Mitros om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning binnen zeven dagen te ontruimen.
De procedure begon met een dagvaarding op 4 november 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 november 2022. Tijdens deze zitting werd de ernst van het geweldsincident besproken, evenals de gevolgen voor de andere bewoners van het complex. De kantonrechter oordeelde dat [A] zijn verplichtingen als huurder had geschonden en dat er sprake was van een tekortkoming die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter benadrukte het belang van een veilige woonomgeving voor de overige bewoners van het complex, wat zwaarder woog dan het belang van [A] om in de woning te blijven.
De kantonrechter heeft de vorderingen van Mitros toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde. Tevens werd [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.