Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[procesdeelnemer I] ,
1.[procesdeelnemer II] ,
[procesdeelnemer III],
1.[procesdeelnemer II] ,
[procesdeelnemer III],
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
- het vonnis in incident van 23 december 2020,
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer II] c.s.,
- de conclusie van antwoord van [procesdeelnemer IV] ,
- de e-mail met daarin de oproep voor de mondelinge behandeling.
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de e-mail met daarin de oproep voor de mondelinge behandeling.
2.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
3.Waar het in deze zaak over gaat
in de hoofdzaak
4.Wat de rechtbank er van vindt
in de hoofdzaak
- € 124.000,- (het verschil tussen de koopprijs die [A] c.s. aan [procesdeelnemer II] heeft betaald voor de woning en de prijs die zij bij de verkoop van de woning hebben ontvangen);
- € 2.087,83 (transactiekosten: notariële kosten (€ 713,72), kadasterkosten (€ 253,-) en lasten (€ 1.121,11);
- € 8.450,- (kosten voor de verkopend makelaar).
5.De beslissing
13 juli 2022voor uitlating door [procesdeelnemer II] c.s. en [procesdeelnemer IV] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwillen laten horen, de rechtbank de verhinderdata bij partijen zal opvragen op het moment dat er een datum voor de mondelinge behandeling kan worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,