Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
€ 50.000,00. De stellingen van partijen zullen hierna verder besproken worden.
4.De beoordeling
Over het verzoek:
5.De beslissing
27 januari 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak verzoekt de werknemer, die op staande voet is ontslagen, de kantonrechter om het ontslag te vernietigen en om doorbetaling van haar loon. De werknemer, sinds 2018 in dienst bij de werkgever, heeft zich op 3 augustus 2021 ziekgemeld. De werkgever heeft haar op 16 september 2021 ontslagen, omdat zij zou hebben gewerkt terwijl zij ziek was. De werknemer betwist dit en stelt dat zij slechts een paar uur heeft meegelopen om uit haar isolement te komen. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever voldoende bewijs heeft geleverd dat de werknemer tijdens haar ziekte elders heeft gewerkt, wat een dringende reden voor ontslag oplevert. De kantonrechter wijst het verzoek van de werknemer tot vernietiging van het ontslag af en bevestigt dat het ontslag rechtsgeldig is. Daarnaast worden de nevenvorderingen van de werknemer, waaronder de loonvordering en het verzoek om afgifte van loonstroken, afgewezen. De werkgever heeft een tegenverzoek ingediend voor een gefixeerde schadevergoeding, maar deze wordt gematigd tot nihil. De proceskosten worden toegewezen aan de werkgever, omdat de werknemer grotendeels in het ongelijk is gesteld.