Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Beslissing
Overwegingen
Het geschil
Beoordeling rechtbank
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. I. Rhodes, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. J.H. Swart. Eiser, die eerder werkzaam was als adviseur, heeft na beëindiging van zijn dienstverband een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) ontvangen. Na een ziekmelding op 16 mei 2019 en een daaropvolgende beëindiging van de ZW-uitkering per 30 juli 2020, heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn ZW-uitkering per 27 januari 2022. Het Uwv heeft in het primaire besluit vastgesteld dat eiser geschikt is om zijn arbeid te verrichten, wat door de rechtbank is bevestigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv het begrip "zijn arbeid" correct heeft uitgelegd en dat eiser niet heeft aangetoond dat hij in de relevante periode heeft gewerkt. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering door het Uwv terecht was. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.