In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart behandeld. De rechtbank oordeelt dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, de aanvraag terecht heeft afgewezen op basis van een medisch advies van Oreon. Eiser had aangevoerd dat het medisch advies onzorgvuldig was en dat hij niet in staat was om meer dan 100 meter te lopen, maar de rechtbank concludeert dat er voldoende bewijs is dat eiser wel degelijk aan deze afstand kan voldoen. De arts van Oreon had met eiser en zijn fysiotherapeut gesproken en op basis van deze gesprekken en de eigen verklaring van eiser, die aangaf tussen de 100 en 200 meter te kunnen lopen, was het medisch advies gerechtvaardigd. Eiser had de mogelijkheid om aanvullende medische verklaringen in te dienen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank stelt vast dat de afwijzing van de aanvraag niet onzorgvuldig was, ook al was er geen lichamelijk onderzoek uitgevoerd. De rechtbank wijst erop dat de regelgeving niet expliciet vereist dat een fysiek onderzoek moet plaatsvinden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen recht heeft op een gehandicaptenparkeerkaart en er geen aanleiding is voor een second opinion. Tevens wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend.