ECLI:NL:RBMNE:2022:4695

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
22_1175
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medisch advies

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart behandeld. De rechtbank oordeelt dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, de aanvraag terecht heeft afgewezen op basis van een medisch advies van Oreon. Eiser had aangevoerd dat het medisch advies onzorgvuldig was en dat hij niet in staat was om meer dan 100 meter te lopen, maar de rechtbank concludeert dat er voldoende bewijs is dat eiser wel degelijk aan deze afstand kan voldoen. De arts van Oreon had met eiser en zijn fysiotherapeut gesproken en op basis van deze gesprekken en de eigen verklaring van eiser, die aangaf tussen de 100 en 200 meter te kunnen lopen, was het medisch advies gerechtvaardigd. Eiser had de mogelijkheid om aanvullende medische verklaringen in te dienen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank stelt vast dat de afwijzing van de aanvraag niet onzorgvuldig was, ook al was er geen lichamelijk onderzoek uitgevoerd. De rechtbank wijst erop dat de regelgeving niet expliciet vereist dat een fysiek onderzoek moet plaatsvinden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen recht heeft op een gehandicaptenparkeerkaart en er geen aanleiding is voor een second opinion. Tevens wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1175

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (verweerder)

(gemachtigde: M. Akkersdijk).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart van eiser.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 27 september 2021 afgewezen omdat uit het medisch onderzoek blijkt dat het loopvermogen van eiser meer is dan 100 meter. Met het bestreden besluit van 11 januari 2022 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 16 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank beoordeelt de vraag of verweerder de aanvraag van eiser om een gehandicaptenparkeerkaart heeft kunnen afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder de aanvraag heeft kunnen afwijzen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Waar heeft verweerder zijn besluit op gebaseerd?
Verweerder baseert de afwijzing van de aanvraag op een medisch advies van Oreon van 24 augustus 2021. In dit advies concludeert de arts dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor een gehandicaptenparkeerkaart omdat zijn loopvermogen meer is dan 100 meter. [1] De arts baseert haar standpunt op een eigen verklaring van eiser dat hij maximaal 100 tot 200 meter kan lopen en een verklaring van de fysiotherapeut van eiser dat eiser tijdens de behandeling een loopafstand had van ruim 300 meter op een loopband. Tijdens de zitting heeft verweerder uitgelegd dat de arts geen verdere medische informatie heeft opgevraagd over eiser, omdat zij voldoende informatie had voor haar conclusie.
Wat is het standpunt van eiser?
8. Eiser vindt dat het medisch advies onzorgvuldig is en dat verweerder zijn besluit daarom niet op dit advies mocht baseren. De arts oordeelt dat eiser meer dan 100 meter kan lopen maar dat is niet het geval. Eiser wil graag een second opinion. Dat het eiser sporadisch is gelukt om meer dan 100 meter te lopen op de loopband bij de fysiotherapeut door over zijn grenzen te gaan wil niet zeggen dat hij in staat is om “normaal” 100 meter te lopen. Het advies van de arts is verder ten onrechte niet gebaseerd op een lichamelijk onderzoek.
Wat is het standpunt van verweerder?
9. Verweerder vindt dat er geen reden is om aan het medisch advies te twijfelen. De arts heeft met eiser zelf gesproken en ook met zijn fysiotherapeut. Tijdens de gesprekken zijn de medische aandoeningen van eiser besproken. Tijdens de bezwaarfase is eiser in de gelegenheid gesteld om aanvullende medische verklaringen over te leggen waaruit blijkt dat hij géén 100 meter kan lopen, maar dat heeft hij niet gedaan.
Heeft verweerder de afwijzing mogen baseren op het medisch advies?
10. De rechtbank vindt dat verweerder zijn besluit mocht baseren op het medisch advies van Oreon. Het is vaste rechtspraak dat verweerder van de juistheid van een deskundigenadvies zoals het medische advies van Oreon mag uitgaan als dat advies op een onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze informatie geeft, tenzij er concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan die juistheid. [2] Hoewel het medisch advies zeer summier is vindt de rechtbank dat aan deze voorwaarden is voldaan en dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het advies. De arts heeft met eiser besproken wat zijn aandoeningen zijn en hoe die aandoeningen hem beperken in het dagelijks leven. Eiser heeft zelf verklaard dat hij tussen de 100 en 200 meter kan lopen. Verder heeft de arts contact opgenomen met de fysiotherapeut van eiser. De fysiotherapeut heeft ook verklaard dat eiser meer dan 100 meter kan lopen. Tijdens de behandeling zou eiser een loopafstand hebben gehad van ruim 300 meter waarbij hij tegen een helling opliep. Omdat eiser en zijn behandelend fysiotherapeut beiden verklaarden dat eiser meer dan 100 meter kan lopen vindt de rechtbank dat de arts geen nader onderzoek heeft hoeven doen naar de medische situatie of het loopvermogen van eiser. Dat eiser nu ontkent dat hij zou hebben verklaard dat hij meer dan 100 meter kan lopen, maakt dat niet anders. Ondanks dat eiser door verweerder meerdere keren de kans is geboden om nieuwe medische stukken in te dienen waaruit zou blijken dat het medische advies van Oreon niet zou kloppen, heeft hij daar geen gebruik van gemaakt. Eiser heeft in de bezwaarfase nog wel een patiëntenkaart van zijn huisarts aan verweerder toegestuurd, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat eiser geen 100 meter kan lopen. Ook in beroep is eiser niet met nieuwe medische stukken gekomen. Eiser heeft daarom ook in beroep niet aannemelijk gemaakt dat er aan de juistheid van het medisch advies moet worden getwijfeld.
11. De rechtbank vindt verder dat het feit dat er geen lichamelijk onderzoek is gedaan door de arts ook niet maakt dat de afwijzing van de aanvraag onjuist of onzorgvuldig is. Uit de Regeling gehandicaptenparkeerkaart [3] blijkt dat een geneeskundig onderzoek moet worden gedaan voordat de aanvraag wordt af- of toegewezen, maar er staat niet in dat dit ook een fysiek onderzoek moet zijn. Dit staat wel met zoveel woorden in het Protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen van de Vereniging van Indicerende en Adviserende Artsen (het VIA-Protocol), maar dat protocol heeft het karakter van een hulpmiddel voor de geneeskundige beoordeling en de adviserend geneeskundige is daarom niet gehouden om alle in het protocol genoemde aandachtspunten te behandelen en te bespreken in zijn rapport. Verweerder heeft op de zitting uitgelegd dat in de coronatijd aan alle aanvragers van een gehandicaptenparkeerkaart toestemming is gevraagd om hun aanvraag te behandelen zonder het uitvoeren van een fysiek onderzoek. Dit is gedaan omdat deze aanvragen anders pas behandeld konden worden als een fysiek onderzoek door een arts weer mogelijk was, wat veel vertraging zou opleveren voor de aanvragers. De rechtbank vindt deze werkwijze gezien de bijzondere omstandigheden niet onredelijk. Dat eiser nu stelt dat hij geen toestemming heeft gegeven vindt de rechtbank gezien de uitleg van verweerder onaannemelijk.
12. Verweerder mocht de aanvraag van eiser daarom afwijzen met verwijzing naar het medisch advies van Oreon.
Conclusie en gevolgen
13. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat verweerder de aanvraag van eiser mocht afwijzen en dat eiser dus op dit moment geen gehandicaptenparkeerkaart krijgt. De rechtbank ziet geen aanleiding om alsnog een second opinion te gelasten. Er zijn geen feiten of omstandigheden die daartoe aanleiding geven.
14. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, in aanwezigheid van
mr.B.L. Kosterman-Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
18 november 2022.
De griffier is verhinderd
om de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Deze voorwaarde staat in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:420).
3.Zie artikel 2, eerste lid, van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.