Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte overlegging producties van de vrouw van 11 maart 2022,
- de akte overlegging producties van de man van 29 maart 2022.
2.De feiten
- hypotheek aflossingsvrij € 170.000,--
- hypotheek annuïteit € 99.385,--
- hypotheek overbrugging
Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden in voorkomende gevallen ondermeer gerekend alle gewone dagelijkse uitgaven, welke passen in het leefpatroon van beide partijen, de uitgaven ter zake van de verwerving van huishoudelijke inboedelgoederen, de huurtermijnen betreffende de door partijen tezamen bewoonde woning, de kosten van gebruikelijke verzekeringen met inbegrip van de kosten van gezamenlijke vakanties.
Indien ter financiering van de door partijen gezamenlijk te bewonen woning en van zaken aangeschaft voor de gemeenschappelijke huishouding een geldlening is aangegaan, zal de rente worden gerekend tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. Zijn bedoelde zaken gemeenschappelijk eigendom, dan wordt daartoe ook de aflossing gerekend.
Door opzegging door één van de partijen op het tijdstip tegen welke de opzegging is gedaan. De opzegging geschiedt bij aangetekend schrijven, gericht aan de wederpartij, waarbij een opzegtermijn van tenminste een maand in acht genomen moet worden.
Indien door de ene partij een uitkering wegens overbedeling moet worden gedaan aan de andere partij, zal de schuldenaar de bevoegdheid hebben de uitkering te voldoen in vijf gelijke jaarlijkse termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt zes maanden na het eindigen van de overeenkomst.
3.De beoordeling
- de man verkocht en leverde zijn woning (juridisch) aan de vrouw tegen een bedrag van € 300.000,--,
- dit bedrag is gefinancierd met een hypotheek op naam van de vrouw, waarvoor partijen echter op grond van het samenlevingscontract in hun onderlinge verhouding beiden draagplichtig zijn,
- partijen zijn op grond van de samenlevingsovereenkomst gezamenlijk economisch eigenaar van de woning,
- de man heeft een voorkeursrecht om de woning - onder voorwaarden - terug te kopen, waarbij uitgegaan wordt van een gefixeerde waarde van € 350.000,--,
- indien de man de financiering van de overname niet (geheel) rond krijgt, dan heeft hij de mogelijkheid om het (resterende) bedrag voor maximaal 10 jaar te lenen van de vrouw.
- uitgaande van een (hypothetische) overwaarde van de woning van € 100.000,-- moet de man het bedrag van € 50.000,-- aan de vrouw betalen,
- indien de man dit niet geheel kan financieren mag hij dit bedrag voor maximaal 10 jaar lenen van de vrouw tegen een marktconforme rente (thans circa 4,9%); dit komt er op neer dat de vordering van de vrouw tot betaling door de man van de helft van de overwaarde pas opeisbaar is over 10 jaar.
- de betreffende overbruggingshypotheek is alleen op haar naam afgesloten,
- deze hypotheek was bedoeld voor de verbouwingskosten van de woning die op dat moment nog alleen eigendom van de man was, maar waarbij het toen al de bedoeling was om gemeenschappelijk (economische) eigendom vast te leggen,
- de vrouw heeft de hypotheek afgelost op een moment dat deze nog enkel eigendom van de man was,
- de verbouwing heeft plaats gevonden na de totstandkoming van de samenlevingsovereenkomst.
- koopsom € 300.000,--,
- kosten koper € 13.106,22
- verbouwing (bouwdepot)
- hypotheek aflossingsvrij € 170.000,--
- hypotheek annuïteit € 99.385,--
- hypotheek overbrugging