Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats 1] , eiser
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 9 december 2021. Verweerder heeft aan eiser voor het belastingjaar 2019 voor het perceel aan de [adres 1] in [woonplaats 2] de aanslagen afvalstofheffing en zuiveringsheffing opgelegd. Verweerder heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de aanslagen gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 25 oktober 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
Eiser, eigenaar van de woning aan de [adres 1] in [woonplaats 2], staat ingeschreven op de [adres 2] in [woonplaats 1]. Hij betoogt dat hij ten onrechte als gebruiker van de woning in [woonplaats 2] wordt aangemerkt, omdat hij deze woning verbouwt en tijdelijk in [woonplaats 1] woont. Eiser stelt dat de heffingen gekoppeld zijn aan het gebruik en niet aan het eigendom. De rechtbank oordeelt echter dat eiser, ondanks de verbouwing, als gebruiker van de woning moet worden aangemerkt, omdat de woning hem ter beschikking staat en hij deze verbouwt voor eigen bewoning.
De rechtbank concludeert dat de aanslagen afvalstoffenheffing en zuiveringsheffing terecht zijn opgelegd. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. Eiser ontvangt geen terugbetaling van griffierecht en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, en is openbaar uitgesproken op 11 november 2022.