ECLI:NL:HR:1997:AA3190
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- M. Zuurmond
- P. Pos
- W. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over feitelijk gebruik van onroerende zaak in het kader van onroerendgoedbelastingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de onroerendgoedbelastingen voor het jaar 1993, opgelegd aan een belanghebbende die een woning had gekocht en verbouwd. De aanslag was gebaseerd op een heffingsgrondslag van f 99.000, maar na bezwaar was deze door het Hoofd van de afdeling Financiën gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag en de uitspraak van het Hoofd vernietigde.
In cassatie werd de vraag behandeld of de belanghebbende de woning op 1 januari 1993 feitelijk gebruikte in de zin van de relevante verordening. De Hoge Raad oordeelde dat, hoewel de woning nog niet gemeubileerd was en de belanghebbende deze op die datum nog niet metterwoon had betrokken, er toch sprake was van feitelijk gebruik. Dit was het geval omdat de belanghebbende de woning verbouwde met het oog op bewoning, wat volgens de Hoge Raad ook tijdens de verbouwing als feitelijk gebruik kan worden aangemerkt.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigde de uitspraak van het Hoofd. Tevens werd bepaald dat de gemeente Haarlem een bedrag van ƒ 150,-- terugbetaald zou krijgen. De uitspraak werd op 8 januari 1997 gedaan door de vice-president Stoffer en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Pos en Beukenhorst, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Barendse.