Op 15 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar drie minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, geboren in 2015, 2017 en 2018, ernstig bedreigd worden in hun ontwikkeling door de omstandigheden in de thuissituatie. De kinderen staan sinds juni 2020 onder toezicht van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, en zijn sinds augustus 2020 met een spoedmachtiging uit huis geplaatst. De moeder heeft het gezag over de kinderen, maar de rechtbank concludeert dat zij niet in staat is om de benodigde zorg en begeleiding te bieden die de kinderen nodig hebben. De Raad heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de GI met de voogdij te belasten, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank heeft ook het verzoek van de moeder om een deskundigenonderzoek afgewezen, omdat dit niet relevant is voor de huidige situatie van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.