Inleiding
Eiseres ontvangt een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Sinds 11 oktober 2011 is deze uitkering gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 25-35%. Op 29 mei 2019 heeft eiseres aan het Uwv doorgegeven dat haar gezondheidssituatie per 1 februari 2017 dusdanig is verslechterd dat zij niet meer kan werken. Na een medisch onderzoek heeft het Uwv in het primaire besluit van 22 juli 2019 aan eiseres meegedeeld dat haar WAO-uitkering ongewijzigd wordt voortgezet.
In het besluit van 15 januari 2020 heeft het Uwv het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in de uitspraak van 23 juni 2021 het beroep dat eiseres hiertegen heeft ingesteld gegrond verklaard.Daarbij heeft de rechtbank het besluit van 15 januari 2020 vernietigd en het Uwv opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak.
Het Uwv heeft in reactie op deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar van 20 oktober 2021 (het bestreden besluit) genomen. Daarbij heeft het Uwv het bezwaar van eiseres opnieuw ongegrond verklaard, omdat de WAO-uitkering van eiseres per 1 januari 2016 onveranderd gebaseerd blijft op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 25-35%.
Eiseres heeft beroep tegen het bestreden besluit ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 19 september 2022 op zitting behandeld. Eiseres was daarbij samen met haar gemachtigde aanwezig. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Beoordeling door de rechtbank
Waar gaat deze zaak over?
1. In deze zaak moet worden beoordeeld of sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid die kan leiden tot een indeling in een hogere arbeidsongeschiktheidsklasse op grond van artikel 37 van de WAO.
2. Het Uwv vindt van niet en verwijst hiervoor naar de medische en arbeidskundige beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank van 23 juni 2021 de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aangepast per 1 januari 2016. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens nieuwe functies geselecteerd op basis waarvan eiseres 30,8% arbeidsongeschikt is bevonden. Dit betekent volgens het Uwv dat op en na 1 januari 2016 geen nieuwe wachttijd van 104 weken is aangevangen wegens een andere ziekteoorzaak als bedoeld in artikel 37 van de WAO.
3. Eiseres is het hier niet mee eens en vindt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig, onvolledig en inhoudelijk onjuist is. Er moeten volgens eiseres meer beperkingen worden aangenomen. Ter onderbouwing hiervan verwijst eiseres naar verschillende ingebrachte medische stukken. Dit betekent volgens eiseres dat zij de geselecteerde functies om medische dan wel arbeidskundige redenen niet kan verrichten.
Wat heeft de rechtbank in haar uitspraak van 23 juni 2021 geoordeeld?
4. Onder punt 8.3 van haar uitspraak van 23 juni 2021 heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft toegelicht dat er in de periode 2011 tot en met 10 maart 2016 weliswaar veel gebeurd is, maar dat alleen ten aanzien van de astma een extra beperking moet worden aangenomen voor het werken met stof, rook, gassen en dampen. De andere gebeurtenissen hoeven niet zonder meer te leiden tot meer beperkingen, gelet op de beperkingen die reeds gesteld waren. Het is de specifieke deskundigheid van de verzekeringsarts om die beoordeling te maken en eiseres heeft geen medische informatie ingebracht waaruit blijkt dat die beoordeling onjuist is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in dat verband mogen verwijzen naar de medische beoordelingen die in deze periode hebben plaatsgevonden.
5. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft vervolgens gesteld dat het niet aannemelijk is dat eiseres met de extra beperking voor het werken met stof, rook, gassen en dampen 104 weken arbeidsongeschikt is geweest voor de in 2011 geselecteerde functies. Daarover heeft de rechtbank in deze uitspraak onder punt 8.4 vastgesteld dat er geen arbeidskundige beoordeling heeft plaatsgevonden, terwijl dit wel had moeten gebeuren. Het onderzoek of sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid die kan leiden tot een indeling in een hogere arbeidsongeschiktheidsklasse op grond van artikel 37 is daarom naar het oordeel van de rechtbank onvolledig gebleven. Dit geldt temeer nu in dit geval sprake is van toegenomen beperkingen. De rechtbank heeft het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen waarbij de arbeidskundige gegevens moeten worden geactualiseerd.
Hoe oordeelt de rechtbank over het bestreden besluit?
- De wijzigingen in de FML
6. In het rapport van 24 september 2021 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep beoordeeld wanneer de klachten als gevolg van astma zijn ontstaan. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt onder andere in de internistbrief van 19 december 2018 in mei 2016 de diagnose ‘late onset niet allergisch astma bronchiale’ genoemd waaruit kan worden afgeleid dat eiseres gevoelig is voor prikkelende en te inhaleren stoffen zoals stof, rook, gassen etc. Omdat onduidelijk is wanneer die klachten zijn ontstaan, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de eerste ziektedag arbitrair op 1 januari 2016 vastgesteld. Daarbij heeft het Uwv toegelicht dat deze medische heroverweging na de uitspraak van 23 juni 2021 heeft plaatsgevonden enkel vanwege het vaststellen van de begindatum van de astmatische klachten. Dit is namelijk nodig voor het actualiseren van de arbeidskundige gegevens zodat een juiste arbeidskundige beoordeling kan plaatsvinden. De hiervoor genoemde beperkingen als gevolg van astma zijn vervolgens in de gewijzigde FML van 24 september 2021 vastgelegd.
7. In beroep is de FML naar aanleiding van het door eiseres ingebrachte huisartsenjournaal nogmaals aangescherpt. Hierbij zijn aanvullende beperkingen als gevolg van benauwdheidsklachten opgenomen voor het traplopen en voor een hoog handelingstempo voor enkel fysieke taken. De aangescherpte FML is op 9 september 2022 vastgesteld. Naar aanleiding hiervan heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep opnieuw naar de geselecteerde functies gekeken en daarbij de functie Inpakker laten vervallen. De overige geselecteerde functies acht de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep, ondanks de gewijzigde FML, nog steeds passend voor eiseres. Omdat de vervallen functie als reservefunctie was geselecteerd, wijzigt het in het bestreden besluit aangenomen arbeidsongeschiktheidspercentage niet.
8. Hieruit volgt echter wel dat de aan het bestreden besluit ten grondslag liggende FML en de arbeidskundige grondslag in beroep is gewijzigd. Dit betekent dat het beroep alleen al daarom gegrond is en het bestreden besluit moet worden vernietigd. De rechtbank zal hierna aan de hand van de beroepsgronden van eiseres beoordelen of de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand kunnen worden gelaten.
9. Wat betreft de medische beoordeling stelt eiseres dat het Uwv zich in het bestreden besluit ten onrechte heeft beperkt tot de astmatische klachten en beperkingen. Volgens eiseres had het Uwv rekening moeten houden met alle gestelde klachten en beperkingen die hebben geleid tot arbeidsongeschiktheid voor minimaal 104 weken tot 10 maart 2016. Daarbij gaat het volgens eiseres niet om nieuwe klachten, maar om vergelijkbare klachten en beperkingen die zij in de eerdere beroepsprocedure ook naar voren heeft gebracht. Eiseres verwijst hiervoor naar verschillende ingebrachte medische stukken die voor een groot deel ook in de eerdere beroepsprocedure zijn overgelegd. Daarnaast heeft eiseres een brief van de afdeling Fysiotherapie van 29 juni 2015 ingebracht, waaruit volgens haar volgt dat zij beperkt is op boven schouder actief zijn.
10. Deze grond slaagt niet. De rechtbank heeft in de uitspraak van 23 juni 2021 over die klachten al een oordeel gegeven in de hiervoor aangehaalde punten 8.3 en 8.4. Daarin heeft de rechtbank geoordeeld dat alleen de astma leidt tot het aannemen van een extra beperking. Het is vaste rechtspraak dat het niet instellen van hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank tot gevolg heeft dat de rechtbank van de juistheid van het eerder gegeven oordeel over die beroepsgronden heeft uit te gaan.Eiseres heeft geen hoger beroep tegen de uitspraak van 23 juni 2021 ingesteld, zodat deze beroepsgronden niet nog een keer aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. Dat volgens eiseres de woorden van de rechtbank ‘niet zonder meer’ onder punt 8.3 van de uitspraak van 23 juni 2021 ruimte laten om de andere klachten in deze zaak opnieuw aan de orde te stellen, volgt de rechtbank niet. Gezien de daarop volgende overwegingen onder punt 8.3 heeft de rechtbank in duidelijke bewoordingen de juistheid van de medische beoordeling van het eerdere besluit van 15 januari 2020 onderschreven. De rechtbank heeft dus uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een oordeel gegeven over het medische aspect van dat besluit. In de brief van de afdeling Fysiotherapie van 29 juni 2015 ziet de rechtbank geen nieuwe medische gegevens die een ander licht werpen op de gezondheidstoestand van eiseres zoals die in de uitspraak van 23 juni 2021 is beoordeeld.
11. Verder voert eiseres aan dat er meer beperkingen hadden moeten worden aangenomen als gevolg van de astmatische klachten. Volgens eiseres blijkt uit het ingebrachte huisartsenjournaal dat zij al sinds april 1999 astma heeft. Ook wordt in het huisartsenjournaal bij de data 26 juli 2011, 19 juli 2011 en 30 juli 2013 melding gemaakt van borstholtepijn, pijn op de borst in rust en na traplopen en kortademigheid. Hieruit volgt volgens eiseres dat de klachten van benauwdheid, die een kenmerk zijn van astmatische klachten, al voor 1 januari 2016 bestaan. Op de zitting heeft eiseres daarbij toegelicht dat de langdurigheid van de astma het aannemelijker maakt dat de beperkingen ernstiger zijn dan wanneer het maar een half jaar heeft geduurd zoals het Uwv heeft gesteld.
12. Ook deze grond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende toegelicht dat uit het ingebrachte huisartsenjournaal niet kan worden opgemaakt dat er eerder dan 1 januari 2016 sprake was van astma. Dat eiseres sinds 2011 pijn op de borst heeft, betekent volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog niet dat dit specifiek te maken heeft met astma. Daarbij stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat pijn op de borst een klacht is die voorkomt bij meerdere aandoeningen. Verder ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen reden dat de benauwdheidsklachten van eiseres die mild obstructief zijn zouden moeten leiden tot meer beperkingen dan al zijn aangenomen. Volgens de verzekeringsarts leiden deze klachten niet tot een aanzienlijke vertraging van het algemene handelen wat alleen voorkomt bij ernstige pulmonale stoornissen. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwd waarom zij vindt dat er meer beperkingen hadden moeten worden aangenomen als gevolg van astma. Er ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing dat het Uwv de weging van de medische situatie van eiseres op de datum in geding niet op een juiste manier heeft gedaan. Uit de aanwezige medische informatie kan de rechtbank dit niet opmaken. Wat eiseres verder op de zitting naar voren heeft gebracht, geeft de rechtbank geen reden om aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen.
-
De arbeidskundige grondslag
13. De arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit is gebaseerd op het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 19 oktober 2021. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft drie voorbeeldfuncties voor eiseres geselecteerd. Het gaat om de functies: Samensteller elektrotechnische apparatuur, Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) en Lader, losser. Naar aanleiding van de nieuwe arbeidskundige beoordeling in beroep heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 13 september 2022 eiseres, ondanks de gewijzigde FML van 9 september 2022, nog steeds geschikt geacht voor deze drie functies.
14. Eiseres voert aan dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn. Per functie heeft eiseres gemotiveerd waarom deze haar belastbaarheid overschrijdt. Samengevat komt het er op neer dat de functies niet geschikt zijn vanwege de verschillende klachten van eiseres zoals de hypertensieklachten, astmatische klachten, carpaal tunnelsyndroom, artrose en slijmbeursontsteking, nek- en schouderklachten en voetklachten. Ook zijn de functies niet geschikt vanwege de beperking in concentratie en vergeetachtigheid. Dit heeft volgens eiseres ook het gevolg dat zij beperkte leermogelijkheden heeft om zich werkmethodes, richtlijnen en procedures e.d. eigen te maken. Eiseres mist ook de opleiding om bijvoorbeeld de technische productinformatie te bestuderen. Verder gaat eiseres ook nog in op de aanvullende geselecteerde functies die volgens haar ook niet geschikt zijn.
15. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding om te oordelen dat de geselecteerde functies voor haar niet geschikt zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 13 september 2022 de drie geselecteerde functies op basis van de aangepaste FML van 9 september 2022 nogmaals bezien. Zoals hiervoor overwogen, gaat de rechtbank er van uit dat die FML juist is. Voor zover eiseres stelt dat de functies niet geschikt zijn omdat zij meer beperkt is dan in deze FML is aangenomen, kan die beroepsgrond dus niet slagen. Waar in de FML wel beperkingen zijn aangenomen, heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat de drie functies de aangenomen beperkingen niet overschrijden. In reactie op de beroepsgronden van eiseres heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep toegelicht dat er voor de werkzaamheden geen specifieke opleiding nodig is. In de functie Samensteller elektrotechnische apparatuur geldt als opleidingseis niveau VMBO zonder diploma-eis en zonder specifieke richting en in de functie Productiemedewerker industrie geldt slechts basisonderwijs. Voor wat betreft de soldeerdampen in de functie Productiemedewerker industrie heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep toegelicht dat er in een klimatologisch goede werkomgeving wordt gewerkt waarbij de luchtkwaliteit wordt geregeld en de lucht via een airco wordt ververst. Ook is op iedere plek een flexibele afzuiging aanwezig die zo dicht mogelijk bij het soldeerpunt kan worden gebracht. De arbeidskundige bezwaar en beroep heeft hierover nog overlegd met de verzekeringsarts bezwaar en beroep die hierin geen bezwaar ziet in relatie tot de klachten van eiseres. De rechtbank oordeelt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hiermee voldoende heeft gemotiveerd dat de drie geselecteerde functies in overeenstemming zijn met de belastbaarheid van eiseres. In wat eiseres hiertegen op de zitting naar voren heeft gebracht, ziet de rechtbank geen reden om aan de conclusies van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep te twijfelen.
16. De gronden gericht tegen de geselecteerde reservefuncties zal de rechtbank niet bespreken, omdat die functies niet zijn gebruikt voor de theoretische schatting.