ECLI:NL:RBMNE:2022:4325
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen wijziging subsidievaststellingen NOW 1 en NOW 2 en terugvordering van uitbetaalde subsidies
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een bedrijf in klusdiensten, zorgdiensten en taxidiensten exploiteert, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiser had aanvragen ingediend voor subsidies op grond van de NOW 1 en NOW 2 vanwege een acute omzetdaling door de coronacrisis. De subsidies werden aanvankelijk toegekend, maar later door de verweerder met terugwerkende kracht gewijzigd naar € 0, omdat uit gegevens van de Belastingdienst bleek dat de totale omzetdaling van de onderneming minder dan 20% was. Eiser maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar de verweerder verklaarde deze bezwaren ongegrond.
De rechtbank behandelde de beroepen op 2 augustus 2022 en oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel van eiser niet slaagde. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat er sprake was van toezeggingen door het Uwv die hem recht gaven op de subsidies. De rechtbank wees ook het verzoek van eiser om de zaak aan te houden af, omdat dit te laat was ingediend. De rechtbank concludeerde dat de verweerder bevoegd was om de subsidies te wijzigen en terug te vorderen, en dat de nadelige gevolgen voor eiser niet onevenredig waren in verhouding tot het belang van een juiste subsidievaststelling.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de beroepen ongegrond en bevestigde de besluiten van de verweerder. Eiser had geen recht op de subsidies en moest de al ontvangen bedragen terugbetalen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besteding van publieke middelen en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de voorwaarden van de NOW te houden.