Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
voorhanden heeft gehad;
6.STRAFBAARHEID VAN FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, en indien niet of niet naar behoren verricht, te vervangen door 120 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat zijn strafeis lager ligt dan gebruikelijk voor dit soort feiten, omdat hij daarbij rekening heeft gehouden met zijn eis ten aanzien van de vorderingen tot tenuitvoerlegging.
9.BENADEELDE PARTIJ
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
12.BESLISSING
een gevangenisstraf van 4 maanden;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van twee (2) jarenvast;
een taakstraf van 240 uren;
- wijst de vordering van [slachtoffer] ter zake van immateriële schade toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 300,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 april 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 6 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
taakstraf voor de duur van 40 uren;
gevangenisstrafvan 6 maanden, te weten voor een gedeelte
van 3 maanden;