ECLI:NL:RBMNE:2022:4143

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
16/322320-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen woningoverval op oud echtpaar met geweld en bedreiging

Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een woningoverval op een oud echtpaar. De overval vond plaats op 18 oktober 2021, waarbij de verdachte een initiërende rol had in de voorbereiding, uitvoering en afhandeling van het delict. Ondanks dat de verdachte niet fysiek in de woning aanwezig was, speelde zij een cruciale rol door medeverdachten te wijzen op de buit die in de woning van de slachtoffers lag en actief betrokken te zijn bij de planvorming. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan diefstal met geweld en bedreiging, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar jonge leeftijd en gedragsproblematiek. De rechtbank benadrukte dat de overval grote gevoelens van angst en onveiligheid had veroorzaakt bij de slachtoffers, die beiden boven de 70 jaar oud zijn. De verdachte werd ook veroordeeld tot het naleven van bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor haar gedragsproblematiek.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/322320-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1998] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 mei 2022, 8 augustus 2022 en 28 september 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Lousberg en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw, mr. D. Schaddelee, advocaat te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat zij betrokken is geweest bij een strafbaar feit. Deze verdenking staat beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.
Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat zij
op 18 oktober 2021 in [woonplaats] , samen met een of meer anderen, in een woning gelegen aan de [adres] , geldbedragen, sieraden en bankpassen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft weggenomen met geweld en/of bedreiging met geweld (
primair), dan wel medeplichtig is geweest aan deze woningoverval (
subsidiair).

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Voor zover relevant worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit vrijspraak van het primair tenlastegelegde feit. De strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte valt hooguit te kwalificeren als medeplichtigheid aan de woningoverval. Voor zover relevant worden de standpunten van de raadsvrouw hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
Op 18 oktober 2021 heeft aangever [slachtoffer 1] aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandag 18 oktober 2021 bevond ik mij in mijn woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Omstreeks 20.30 uur hoorden we de deurbel gaan. Ik zag iemand van DHL voor mijn voordeur staan met een pakketje in zijn hand. Ik
heb toen de voordeur open gemaakt. Ik hoorde de man zeggen dat het pakketje wat hij in zijn handen had, voor de buren was. Ik merkte toen dat de persoon tegen de deur aan duwde. Op het moment dat ik weggeduwd werd zag ik dat de persoon een handvuurwapen in zijn hand had dit betreft persoon 1. Ik voelde een klap op mijn hoofd aan de achterzijde aan de linkerkant. Ik voelde dat ik geraakt werd met de punt van het handvat, het voelde namelijk koud aan. Ik voelde toen dat hij de punt van het vuurwapen tegen mijn voorhoofd drukte. Ik hoorde de persoon tegen mij zeggen: "Wil je dood?" "Geld! Geld" "Waar is de kluis?" "Waar is het geld?" Ik antwoordde dat ik geen geld had. Ik hoorde ze antwoorden dat ze wisten dat wij wel een kluis hadden en het geld hierin zou liggen. [2] Ik zag dat mijn vrouw de hal binnen kwam lopen. Wij werden beiden gesommeerd om op de bank te gaan zitten en om naar beneden te kijken. Wij zagen dat 1 persoon bij ons bleef en de andere persoon naar boven liep. Ik voelde dat persoon 2 het kussen in mijn gezicht drukte. Ik hoorde dat persoon 1 van boven naar beneden kwam gelopen. Ik hoorde deze persoon zeggen: "Zie je wel, je hebt wel een kluis". Ik hoorde de persoon aan ons vragen waar de sleutel van de kluis was. De andere dader had nog altijd het kussen in mijn gezicht gedrukt. Ik zag dat de persoon de kluis in de woonkamer neerzette en dat mijn vrouw met de dader mee naar boven moest om de kluissleutel te halen. De dader die met de kluis naar beneden kwam lopen had de kluis leeg gehaald. Toen de dader weer beneden was voelde ik de andere dader mij loslaten en zeggen dat we moesten blijven zitten en niet mochten kijken. In de kluis zat een grijs toilettasje met daarin gouden Canadese munten. In dit zelfde tasje zat ook het geld wat gestolen is. Dit bedrag is bij elkaar 9.000 euro. Het geld hebben ze meegenomen. [3] Er zijn uit de slaapkamer diverse sieraden meegenomen. Tevens is er een grote zwarte sieradendoos meegenomen en een kleine groene sieradendoos welke van mijn overleden schoonmoeder was. Beide zijn in zijn geheel meegenomen. [4]
Op 19 oktober 2021 heeft de partner van [slachtoffer 1] , aangeefster [slachtoffer 2] , aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandagavond 18 oktober 2021 bevond ik me samen met mijn man in mijn woning. Ik hoorde rond 20.30 uur de bel van de voordeur gaan. Ik zag dat mijn man naar de voordeur liep. Ik hoorde lawaai en gestommel uit de hal. Ik ben naar de hal gelopen, ik zag toen dat mijn man in bedwang werd gehouden door twee (2) personen. [5] Ik voelde dat persoon 2 mij terug de woonkamer in duwde. Ik moest op de bank gaan zitten. Ik voelde dat persoon 2 een kussen van de bank pakte, ik voelde dat hij het kussen tegen de linkerzijde van mijn hoofd drukte en tegen het kussen zijn vuurwapen neerzette. Ik hoorde hem zeggen:" Wil je dood?" Ik heb gezien dat dit vuurwapen zwart van kleur is, een brede loop heeft, ik vond hem best groot. [6] Ik hoorde persoon 1 zeggen toen hij naar beneden kwam: "Waar is de sleutel” Persoon 1 sommeerde mij mee naar boven te lopen om de sleutel te pakken. Ik ben de kamer ingelopen en heb de bureaulade opengetrokken. Ik zag dat persoon 1 de sleutel uit de lade pakte. Ik ben toen voor persoon 1 uit weer de trap afgelopen. Ik hoorde dat persoon 1 zei: "Zie je wel!" Ik zag dat hij uit het kluisje een pak geld pakte en in zijn zak stak. Ook zag ik dat hij een groen geldkistje pakte en dit onder zijn trui stak. [7]
Naar aanleiding van de woningoverval aan de [adres] in [woonplaats] is een proces-verbaal bevindingen opgemaakt over de weggenomen bankpassen:
Op 22 oktober 2021 hoorde ik verbalisant, aangever [ [slachtoffer 1] ] verklaren dat in het eerder genoemde geldkistje tevens 2 bankpassen zaten. Deze bankpassen zijn door de dader(s) meegenomen. Het gaat hierbij om 2 bankpassen van een spaarrekening bij de ASN bank voorzien van rekeningnummer: [rekeningnummer] .
Goed(eren) PL0900-2021332031-2894340, waardepapieren,
bankbescheiden, Nederland, serienummer
[rekeningnummer] , bijzonderheden 2x asn bankpassen [8]
Verdachte heeft op 22 februari 2022 bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Ik woon en verblijf op de [adres] in [woonplaats] . [9]
De woning van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] is doorzocht. In een proces-verbaal is daarover het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 22 februari 2022 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de woning, [adres] , [woonplaats] . Daar wordt het volgende aangetroffen [10] :
Geld kistje aangetroffen in de berging. In het geld kistje zat een groen sieraden kistje die leeg was. [11]
Sieraden kistje zat in een geld kistje. Deze kistjes zaten in een plastic tas. De plastic tas lag op de bovenste witte plank links bij binnen komst van de berging. [12]
Bruine sieraden doos met inhoud. In de doos zat een trouwboekje en 2 bankpasjes, en wat sieraden. Deze bruine sieradendoos zat in een plastictas. De plastictas lag op de bovenste witte plank links bij binnen komst van de berging. [13]
2 bankpassen aangetroffen (Serienummer: [rekeningnummer] . Deze bankpassen zaten in de sieradendoos. [14]
Trouwboekje [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aangetroffen. Dit trouw boekje lag in een bruine sieradendoos. Dit trouw boekje staat op naam van [slachtoffer 2] en op naam van [slachtoffer 1] . De sieradendoos stond in de berging. [15]
Verdachte heeft op 1 april 2022 bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Ik wist van de erfenis van mijn oom en tante. Ik heb dat uit naïviteit verteld. [16]
Op 18 oktober zijn wij met zijn vieren, waaronder ikzelf, met de huurauto naar [woonplaats] gegaan. Ik bestuurde de auto. [medeverdachte 2] zat naast mij. Achterin zaten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] heb ik opgehaald bij het […] in zijn straat. [medeverdachte 1] heeft daar één vuurwapen geregeld. [medeverdachte 1] had het koffertje met een wapen bij zich. Daarna zijn we naar Rijkerswoerd gegaan en daar kwam het tweede wapen erbij. [medeverdachte 1] heeft ook het tweede vuurwapen geregeld. Ik weet dat eentje het sowieso deed. [17] Ik heb de auto in de straat van mijn oom en tante geparkeerd. Zij [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] ] zijn met zijn drieën de auto uit gegaan. Eerst kwam [medeverdachte 1] toen terug, met zijn zonnebril op terwijl het donker was. Ongeveer na 10 minuten ofzo kwam [medeverdachte 2] terug en daarna [medeverdachte 3] . [18] Het geld is die avond meteen verdeeld. [19]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 september 2022 onder meer het volgende verklaard:
Ik wist ongeveer een week van tevoren dat er een overval op mijn oom en tante zou plaatsvinden. De buit zou door ons vieren worden gedeeld, daarmee bedoel ik [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , ik en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] zou mijn deel van de buit krijgen. [medeverdachte 1] vond dat ik een schuld had bij het […] vanwege een hennepkwekerij. Mijn deel van de buit is dus naar [medeverdachte 1] gegaan. [medeverdachte 2] heeft op eigen initiatief de sieraden doorverkocht. Bever is een andere naam voor [medeverdachte 2] . [20]
De politie heeft onderzoek gedaan naar het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [verdachte] . In een proces-verbaal beschrijft verbalisant [verbalisant 1] haar bevindingen als volgt:
Uit de politiesystemen blijkt dat telefoonnummer [telefoonnummer] (verder [telefoonnummer] ) is gekoppeld aan [verdachte] ( [1998] ). Op 09-10-2021 heeft [verdachte] een terugbelverzoek gedaan bij de politie, waarbij ze telefoonnummer [telefoonnummer] heeft opgegeven bij de meldergegevens (PL0600-2021484010-1). [21]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de tussen verdachte en medeverdachten onderling uitgewisselde chatberichten. In een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] zijn de berichten tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] weergegeven:
Ik zag dat er een gesprek in Signal was tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 2] . Uit het onderzoek bleek dat het eerst genoemde telefoonnummer in gebruik was bij verdachte [verdachte] , het tweede was in gebruik bij verdachte [medeverdachte 1] . [22]
11 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : heb je nog veel doekoe
[gebruikersnaam 2] : nee
[gebruikersnaam 1] : Vnv [woonplaats] dan maar [23]
14 oktober 2021
[gebruikersnaam 2] : Maar wat denk je dat we chappe. Miss moeten we gwn 4 mans gaan ofzo.
[gebruikersnaam 1] : er ligt daar sws 50.000. En dan nog die briefjes van €1000. Ze hadden 80 in briefgeld. [24] Denk dat ze 30 gespend hebbe. Liggen nog sieraden enz. [25]
[gebruikersnaam 2] : Als we zegge zegge 40p is sws voor jou en de rest dat ik en hun splitten dan hebben wij samen 60 p. [26]
18 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : Ik wil gewoon dat je mee gaat zoals afgesproken. [27]
[gebruikersnaam 2] : Oke kan je mij zo ophale
[gebruikersnaam 1] : Okee hoelaat
[gebruikersnaam 2] : Weet k niet moet ff wat ophale wat k met jou zou doen.
[gebruikersnaam 1] : Kunnen we samen doen toch?
[gebruikersnaam 2] : Haal mij op. […] bij mijn huis.
[gebruikersnaam 1] : Ik wil gwn mee he. Ding ophalen. [28]
[gebruikersnaam 2] : ik ga niet 4 mans voor die torrie.
[gebruikersnaam 1] : Eerst gingen we ook met B en F?
[gebruikersnaam 2] : Daarna niet meer toch
[gebruikersnaam 1] : nu is b weggevallen en is die andere
[gebruikersnaam 2] : Kon ik net zo goed iemand erin betrekken die solo zou gaan. Nu moet ik met iemand anders door kk jou grote mond. Nee man.
[gebruikersnaam 1] : Wauw? Dit was altijd de planning. [29]
[gebruikersnaam 2] : Hjkkb ik heb het over dat b niet mee komt. Dat wist je.
[gebruikersnaam 1] : Jaa. En er werd iemand anders geregeld?
[gebruikersnaam 2] : Nee. Pik kk op jongen elke keer dat je met mij wil werken kom je met tori’s.
[gebruikersnaam 1] : En niet zo moeilijk doen. Ik ben met jou. Je gaat mee. Percentage blijft t zelfde.
[gebruikersnaam 2] : Hjb man.
[gebruikersnaam 1] : Wij zijn 1 team en we moeten dat laten zien. Dus. Ga je opstandig blijven doen of ga je een team zijn met mij.
[gebruikersnaam 2] : Kom nou maar kk junk.
[gebruikersnaam 1] : Si
[gebruikersnaam 2] : Hoelang
[gebruikersnaam 1] : Omw. 20 min.
[gebruikersnaam 2] : Oke
[gebruikersnaam 1] : Ben er [30]
19 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : Hoeveel denk je dat er gepakt kan worden met die sieraden? [31]
In de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] is onderzoek verricht, waarbij onder meer de volgende bevindingen zijn gedaan:
Signal
[gebruikersnaam 3] [owner] -- [telefoonnummer] [ [gebruikersnaam 1] ]
19 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : En? Kan ik al een auto kopen?
[gebruikersnaam 3] : Haha ben nu onderweg naar die man dan gaan we daarheen
[gebruikersnaam 1] : Siii goed strijden denk aan mijn nieuwe waggie. [32]
De rol van verdachte
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht) op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering – dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging – dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip (ECLI:NL:HR:2021:1564).
Verdachte heeft verklaard bij de overval betrokken te zijn geweest. De rechtbank staat voor de vraag hoe deze strafrechtelijke betrokkenheid te kwalificeren valt. Op grond van de wettige bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte heeft medeverdachte [medeverdachte 1] verteld over een erfenis in de woning van haar (oud)oom en (oud)tante, waarna het plan is ontstaan om dit geldbedrag uit de woning te gaan wegnemen. In chats met [medeverdachte 1] wordt vervolgens besproken hoe de buit verdeeld moet worden en wie er precies meegaan. Voorafgaand aan de woningoverval haalt verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de wapens op die bij de overval gebruikt zijn. Vervolgens heeft verdachte medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] met een door haar gehuurde auto naar het adres van haar (oud)oom en (oud)tante gebracht en heeft zij tijdens de overval in de auto op hen gewacht. Zodoende heeft verdachte een cruciale rol gespeeld in de planvorming en uitvoering van het delict. Dit volgt ook uit het berichtenverkeer tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het is verdachte die in gesprek met [medeverdachte 1] onder meer benadrukt dat er zeker € 50.000,00 en sieraden in de woning liggen. Voorts is het verdachte die, vanwege te weinig ‘doekoe’ (feit van algemene bekendheid dat dit straattaal is voor geld) oppert om naar [woonplaats] te gaan en medeverdachte [medeverdachte 1] op de dag van de overval overhaalt om mee te gaan. Dat verdachte ook bij de afhandeling van het delict betrokken was, blijkt uit berichtenverkeer met medeverdachte [medeverdachte 2] waarin zij de dag na de opbrengst vraagt of zij al een auto kan kopen. [medeverdachte 2] zou – volgens verdachte – de weggenomen sieraden hebben doorverkocht. Verder wordt een gedeelte van de buit in de woning van verdachte aangetroffen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, anders dan de raadsvrouw stelt, van oordeel dat de bijdrage van verdachte voldoende significant en wezenlijk is zodat van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten kan worden gesproken. De rechtbank acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 18 oktober 2021 te [woonplaats] uit een woning (gelegen aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen
- een geldbedrag, en
- sieraden, en
- ASN bankpassen,
die geheel aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] toebehoorde(n), hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken door
- vermomd in DHL kleding naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader een pakket voor de buren hebben en
- vervolgens de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en
- vervolgens met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het (achter)hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en
- vervolgens met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en "Geld! Geld! " en "Waar is de kluis?"
en "Waar is het geld?"
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] een kussen in het gezicht te drukken en gedrukt te houden en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 2] een kussen in het gezicht te drukken en daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en haar de woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal, voorafgegaan/vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden/die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf moeten volgens de officier van justitie de voorwaarden worden gekoppeld die door de reclassering zijn geadviseerd, met uitzondering van de klinische opname nu er geen indicatie is voor zo’n opname en evenmin zicht op plaatsing in een kliniek. Tot slot neemt de officier van justitie in strafverminderende zin mee de conclusie van de Pro-Justitia rapportage, dat verdachte het tenlastegelegde in een licht verminderde mate kan worden toegerekend.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om, gelet op de behandelnoodzaak van verdachte, een straf op te leggen gelijk aan het voorarrest. Een langere detentie is onwenselijk nu uit de persoonlijkheidsrapportages blijkt dat verdachte makkelijk beïnvloedbaar is en negatieve beïnvloeding binnen detentie moet worden voorkomen. Voorts verzoekt de raadsvrouw tot het opleggen van een voorwaardelijk strafgedeelte waaraan de, door het NIFP en reclassering geadviseerde, bijzondere voorwaarden moeten worden gekoppeld.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het strafbare feit, de omstandigheden waaronder verdachte dit feit heeft gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich met haar mededaders schuldig gemaakt aan een brutale woningoverval met geweld, waarbij de aangevers zijn bedreigd met een vuurwapen (of een voorwerp dat daarop leek). Het is van algemene bekendheid dat een dergelijk feit vergaande gevolgen voor de slachtoffers heeft. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Verdachte heeft door haar handelen grote gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij de slachtoffers in het bijzonder, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Aangevers, een echtpaar van boven de 70 jaar, hebben naar eigen zeggen doodsangsten uitgestaan en waren bang het niet te zullen overleven. Verdachte en haar mededaders waren alleen uit op eigen geldelijk gewin en hebben zich op geen enkele wijze bekommerd om de gevolgen van hun daad voor de slachtoffers. Zij hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 16 september 2022, opgesteld door reclasseringswerker H.M. Ellen.
De reclassering ziet een verdachte die bekend is met langdurige gedragsproblematiek waarvoor reeds een uitgebreid traject van ambulante- en deeltijdbehandeling binnen de GGZ is gevolgd. De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld tot hoog. Er is sprake van instabiliteit op verschillende leefgebieden van verdachte. Als risicofactoren noemt de reclassering gebrek aan een steunend sociaal netwerk en dagbesteding, problematische partnerrelaties en financiële problemen. Enerzijds ziet de reclassering een instabiele, kwetsbare en beïnvloedbare vrouw, anderzijds zien zij een vrouw die op zoek is naar spanning en risico, impulsief kan handelen en beperkt verantwoordelijkheid neemt voor haar gedrag. Gezien de langdurige, ernstig en complexe problematiek en de ernst van de verdenking, acht de reclassering een (langdurig) traject van behandeling in de forensische zorg, te beginnen met een klinische behandeling, geïndiceerd.
De reclassering adviseert de rechtbank aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden:
  • meldplicht bij reclassering;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • contactverbod;
  • locatieverbod (zonder elektrische monitoring);
  • meewerken aan schuldhulpverlening;
  • meewerken aan het realiseren van passende dagbesteding/werk.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de inhoud van de rapportage d.d. 5 september 2022, opgemaakt door de psycholoog M.H. Keppel. Hieruit blijkt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Er is bij betrokkene sprake van een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis: gecombineerde type en van een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. De stoornissen waren aanwezig ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. De aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis is reeds vastgesteld in de jeugd van betrokkene en de persoonlijkheidsstoornis kent eveneens een lange ontwikkelingsgeschiedenis, waarbij de basis van deze stoornis zeer waarschijnlijk al in de jeugd van betrokkene is ontstaan.
Op basis van haar persoonlijkheidsproblematiek, die bestond ten tijde van het ten laste gelegde, kan gezegd worden dat betrokkene in staat kan worden geacht om het ongeoorloofde van haar handelen te beseffen, maar dat ze enigszins verminderd in staat is om een andere gedragskeuze te maken en conform te handelen. Derhalve wordt geadviseerd om betrokkene het ten laste gelegde in een (licht) verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank zal aansluiten bij de conclusie van de psycholoog. De rechtbank is zodoende, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat het bewezenverklaarde feit in licht verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend en zal hiermee rekening houden bij de strafoplegging.
De straf
Gelet op de aard en ernst van het feit, vindt de rechtbank een gevangenisstraf een passende straf voor verdachte. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. De rechtbank heeft gekeken naar de oriëntatiepunten die rechters gebruiken bij straftoemeting (LOVS). Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met licht geweld (een enkele duw zonder noemenswaardig letsel) en bedreiging is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met ander geweld is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Gelet op het toegepaste geweld en het letsel van aangever [slachtoffer 1] (te weten de duw waardoor aangever ten val is gekomen en een slag met een vuurwapen met een hoofdwond tot gevolg) is de rechtbank van oordeel dat het uitgangspunt in onderhavige zaak een gevangenisstraf van 4 jaren dient te zijn. Ten opzichte van dit uitgangspunt is in dit geval sprake van een strafverzwarende omstandigheid, te weten het tonen van een (op een) vuurwapen (lijkend voorwerp) aan de aangevers. Verdachte had wetenschap van de vuurwapens nu zij deze samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft opgehaald. Verdachte heeft een initiërende rol gehad in zowel de voorbereiding, uitvoering als afhandeling van het delict. Ondanks dat verdachte niet in de woning is geweest, acht de rechtbank haar rol van doorslaggevende betekenis nu zij medeverdachten heeft gewezen op de buit die in de woning van aangevers zou liggen en actief betrokken was bij de planvorming. Strafverzwarend acht de rechtbank tevens dat verdachte een overval heeft beraamd op de woning van haar eigen familieleden, te weten haar oudoom en oudtante. Verdachte wist in ieder geval dat één van de wapens daadwerkelijk werkte. Zodoende heeft zij het risico op de koop toegenomen dat een van de wapens daadwerkelijk zou worden gebruikt tegen haar eigen familie. De rechtbank acht dit zeer kwalijk. Tegelijkertijd houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd en licht verminderde toerekenbaarheid van verdachte. De rechtbank acht het positief dat verdachte zich gemotiveerd toont voor gedragsverandering en reclasseringsbemoeienis.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Gelet op de complexe gedragsproblematiek van verdachte acht de rechtbank langdurige en intensieve reclasseringsbemoeienis wenselijk. Aan het voorwaardelijke strafgedeelte zal de rechtbank daarom de – door de reclassering geadviseerde – bijzondere voorwaarden verbinden. Dat geldt ook voor de door de reclassering geadviseerde klinische opname, nu de noodzaak daarvan door de rechtbank wordt gezien. Zij verwijst daarbij naar de inhoud van de hiervoor genoemde rapportages van de reclassering en de psycholoog, die beide de langdurige, ernstige en complexe gedragsproblematiek bij verdachte onderstrepen. De maximale duur zal worden vastgesteld op een jaar. Naar het oordeel van de rechtbank is het voor het opleggen van deze voorwaarde niet noodzakelijk dat nu al een indicatie is afgegeven of vaststaat in welke kliniek zij geplaatst kan worden.

9.BESLAG

9.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert teruggave aan verdachte van de volgende goederen:
  • 1 STK telefoon, Iphone 13 Pro Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708081;
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708245;
  • 2 STK oorstekers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708070;
  • 1 STK telefoon, Iphone 6S, goednummer: PL0900-MD5R021060_708053;
  • 1 STK sieradendoos, goednummer: PL0900-MD5R021060_708059;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708075;
  • 1 STK bedelarmband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708076;
  • 2 STK gouden KL oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708072;
  • 2 STK ronde gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708073;
  • 2 STK gouden hang oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708074;
  • 2 STK ketting, goednummer: PL0900-MD5R021060_708068;
  • 2 STK oorbellen rond, goednummer: PL0900-MD5R021060_708071;
  • 1 STK goudkleurig armbandje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708066;
  • 1 STK oorbel knopje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708067;
  • 1 STK gouden oorbel hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708063;
  • 1 STK oorbel met steentjes, goednummer: PL0900-MD5R021060_708064;
  • 1 STK oorbel met steentjes (glitter), goednummer: PL0900-MD5R021060_708065;
  • 1 STK gouden halsketting met een hanger kruisje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708061;
  • 1 STK gouden oorbel, hanger is een oogje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708062;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708054;
  • 1 STK goudkleurig hals ketting met 3 hangers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708060;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708079;
  • 1 STK gouden armband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708052;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708077;
  • 1 STK gouden hals ketting met een hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708078;
  • 1 STK diverse sieraden, goednummer: PL0900-MD5R021060_708080;
  • 1 STK sleutel, goednummer: PL0900-MD5R021060_708069.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK geldkist, kleur: groen, PL0900-2021332031-G2952248 / PL0900-MD5R021060_708055;
  • 2 STK bankpassen, ASN Bank op naam van [slachtoffer 1] , goednummer: PL0900-MD5R021060_708058;
  • 1 STK sieradendoos, PL0900-2021332031-G2952257 / PL0900-MD5R021060_708057;
  • 1 STK sieradenkist, kleur: groen, leer, goednummer: PL0900-MD5R021060_708056;
  • 1 STK, trouwboekje [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , kleur: bruin, goednummer: PL0900-MD5R021060_708114;
  • 1 STK, sieraad, naamplaatje [slachtoffer 1] , kleur: zilver, goednummer: PL0900-MD5R021060_708115.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw refereert zich voor wat betreft het beslag aan het standpunt van de officier van justitie.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen goederen terug geven aan de verdachte:
  • 1 STK telefoon, Iphone 13 Pro Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708081;
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708245;
  • 2 STK oorstekers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708070;
  • 1 STK telefoon, Iphone 6S, goednummer: PL0900-MD5R021060_708053;
  • 1 STK sieradendoos, goednummer: PL0900-MD5R021060_708059;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708075;
  • 1 STK bedelarmband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708076;
  • 2 STK gouden KL oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708072;
  • 2 STK ronde gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708073;
  • 2 STK gouden hang oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708074;
  • 2 STK ketting, goednummer: PL0900-MD5R021060_708068;
  • 2 STK oorbellen rond, goednummer: PL0900-MD5R021060_708071;
  • 1 STK goudkleurig armbandje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708066;
  • 1 STK oorbel knopje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708067;
  • 1 STK gouden oorbel hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708063;
  • 1 STK oorbel met steentjes, goednummer: PL0900-MD5R021060_708064;
  • 1 STK oorbel met steentjes (glitter), goednummer: PL0900-MD5R021060_708065;
  • 1 STK gouden halsketting met een hanger kruisje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708061;
  • 1 STK gouden oorbel, hanger is een oogje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708062;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708054;
  • 1 STK goudkleurig hals ketting met 3 hangers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708060;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708079;
  • 1 STK gouden armband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708052;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708077;
  • 1 STK gouden hals ketting met een hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708078;
  • 1 STK diverse sieraden, goednummer: PL0900-MD5R021060_708080;
  • 1 STK sleutel, goednummer: PL0900-MD5R021060_708069.
Teruggave aan rechthebbende, te weten [slachtoffer 1]
De rechtbank gelast teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK geldkist, kleur: groen, PL0900-2021332031-G2952248 / PL0900-MD5R021060_708055;
  • 2 STK bankpassen, ASN Bank op naam van [slachtoffer 1] , goednummer: PL0900-MD5R021060_708058;
  • 1 STK sieradendoos, PL0900-2021332031-G2952257 / PL0900-MD5R021060_708057;
  • 1 STK sieradenkist, kleur: groen, leer, goednummer: PL0900-MD5R021060_708056;
  • 1 STK, trouwboekje [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , kleur: bruin, goednummer: PL0900-MD5R021060_708114;
  • 1 STK, sieraad, naamplaatje [slachtoffer 1] , kleur: zilver, goednummer: PL0900-MD5R021060_708115.

10.BENADEELDE PARTIJ

Schadevergoedingsmaatregel
10.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht ambtshalve toepassing te geven aan artikel 36f Sr. Uit de aangifte blijkt dat bij de woningoverval een bedrag van € 9.000,00 is weggenomen. Daarnaast blijkt uit de goederenlijst dat voor een bedrag van € 2.700,00 aan sieraden is weggenomen. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht hoofdelijk op te leggen ter hoogte van een bedrag van € 11.700,00.
10.2
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de vordering van de officier van justitie tot ambtshalve oplegging van de schadevergoedingsmaatregel op geen enkele manier is onderbouwd waardoor het onduidelijk is of er al enige schade is vergoed door de verzekering. Daarbij merkt de raadsvrouw op dat de benadeelde partij op geen enkele wijze te kennen heeft gegeven geleden schade vergoed te willen krijgen. De raadsvrouw verzoekt daarom om de vordering tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel af te wijzen.
10.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat een schadevergoedingsmaatregel ook kan worden opgelegd indien het slachtoffer geen schadevergoeding heeft gevorderd. De wet stelt dat de schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht (artikel 36f, tweede lid, Wetboek van Strafrecht). Daar hoort bij dat van de strafrechter wordt verwacht dat hij nagaat of de schade niet op andere wijze is of wordt vergoed. Over die informatie beschikt de rechtbank niet. Dat betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen of verdachte op grond van het burgerlijk recht (nog) aansprakelijk is voor enige schade. De rechtbank zal dan ook niet overgaan tot oplegging van de verzochte schadevergoedingsmaatregel.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
1 (een) jaar, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
o medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o zich meldt bij Reclassering Nederland (de vestiging is afhankelijk van het adres waar veroordeelde gaat verblijven). Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
o zich laat opnemen en behandelen in een instelling voor forensische klinische zorg, te bepalen door justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt maximaal een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
o zich, na het afronden van een klinische behandeling, indien de reclassering dit nodig acht, laat behandelen door een instelling voor ambulante forensische zorg, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
o indien de reclassering dit nodig acht, na het afronden van de klinische behandeling, verblijft bij een instelling voor beschermd of begeleid wonen / maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
o meewerkt aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in haar financiën en schulden;
o na het afronden van de klinische behandeling, meewerkt aan het verkrijgen en behouden van passend werk /dagbesteding.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de bovengenoemde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- stelt als overige bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de medeverdachten, te weten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , tenzij voornoemde aangevers hebben aangegeven dat zij dit wél wensen (bijvoorbeeld in het kader van herstelbemiddeling), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt ;
o zich niet bevindt binnen een straal van 300 meter van [adres] in [woonplaats] (een radiuskaart is als bijlage aan dit vonnis gehecht), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
Beslag
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • 1 STK telefoon, Iphone 13 Pro Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708081;
  • 1 STK telefoon, Iphone 12 Max, goednummer: PL0900-MD5R021060_708245;
  • 2 STK oorstekers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708070;
  • 1 STK telefoon, Iphone 6S, goednummer: PL0900-MD5R021060_708053;
  • 1 STK sieradendoos, goednummer: PL0900-MD5R021060_708059;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708075;
  • 1 STK bedelarmband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708076;
  • 2 STK gouden KL oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708072;
  • 2 STK ronde gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708073;
  • 2 STK gouden hang oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708074;
  • 2 STK ketting, goednummer: PL0900-MD5R021060_708068;
  • 2 STK oorbellen rond, goednummer: PL0900-MD5R021060_708071;
  • 1 STK goudkleurig armbandje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708066;
  • 1 STK oorbel knopje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708067;
  • 1 STK gouden oorbel hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708063;
  • 1 STK oorbel met steentjes, goednummer: PL0900-MD5R021060_708064;
  • 1 STK oorbel met steentjes (glitter), goednummer: PL0900-MD5R021060_708065;
  • 1 STK gouden halsketting met een hanger kruisje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708061;
  • 1 STK gouden oorbel, hanger is een oogje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708062;
  • 2 STK gouden oorbellen, goednummer: PL0900-MD5R021060_708054;
  • 1 STK goudkleurig hals ketting met 3 hangers, goednummer: PL0900-MD5R021060_708060;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708079;
  • 1 STK gouden armband, goednummer: PL0900-MD5R021060_708052;
  • 2 STK hals ketting met hangertje, goednummer: PL0900-MD5R021060_708077;
  • 1 STK gouden hals ketting met een hanger, goednummer: PL0900-MD5R021060_708078;
  • 1 STK diverse sieraden, goednummer: PL0900-MD5R021060_708080;
  • 1 STK sleutel, goednummer: PL0900-MD5R021060_708069.
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862;
  • 1 STK geldkist, kleur: groen, PL0900-2021332031-G2952248 / PL0900-MD5R021060_708055;
  • 2 STK bankpassen, ASN Bank op naam van [slachtoffer 1] , goednummer: PL0900-MD5R021060_708058;
  • 1 STK sieradendoos, PL0900-2021332031-G2952257 / PL0900-MD5R021060_708057;
  • 1 STK sieradenkist, kleur: groen, leer, goednummer: PL0900-MD5R021060_708056;
  • 1 STK, trouwboekje [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , kleur: bruin, goednummer: PL0900-MD5R021060_708114;
  • 1 STK, sieraad, naamplaatje [slachtoffer 1] , kleur: zilver, goednummer: PL0900-MD5R021060_708115.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. L.C. Michon en mr. A.J. Reitsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Chanier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 18 oktober 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, in/uit een
woning (gelegen op of aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een of meer geldbedragen, en/of
- een of meer sieraden, en/of
- een of meer ASN bankpassen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal,
- vermomd (in DHL kleding) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader(s) een pakket voor de buren hebben en/of
- (vervolgens) de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, van voornoemde
[slachtoffer 1] te slaan en/of
- (vervolgens) met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en/of die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en/of "Geld! Geld! Geld!" en/of "Waar is de kluis?"
en/of "Waar is het geld?", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of gedrukt te houden en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en/of haar de
woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , althans een of meerdere personen, op of
omstreeks 18 oktober 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, in/uit een woning
(gelegen op of aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met elkaar,
- een of meer geldbedragen, en/of
- een of meer sieraden, en/of
- een of meer ASN bankpassen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer mededader(s) toebehoorde(n),
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door meermalen, althans eenmaal,
- vermomd (in DHL kleding) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader(s) een pakket voor de buren hebben en/of
- (vervolgens) de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, van voornoemde
[slachtoffer 1] te slaan en/of
- (vervolgens) met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en/of die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en/of "Geld! Geld! Geld!" en/of "Waar is de kluis?"
en/of "Waar is het geld?", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of gedrukt te houden en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en/of haar de
woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 oktober 2021
te [woonplaats] , in elk geval in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door
- aan die mededader(s) over de aanwezigheid van een groot geldbedrag in de
woning van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te vertellen, en/of
- aan die mededader(s) het adres van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te
verstrekken, en/of
- aan die mededader(s) een (huur)auto, te weten een witte Volkswagen Polo met
kenteken [kenteken] , als vluchtauto ter beschikking te stellen, en/of
- die mededader(s) met voornoemde (huur)auto naar [woonplaats] en/of in de buurt van
het adres van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te brengen, en/of
- (vervolgens) in de nabijheid van het adres van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] op die mededader(s) te wachten, en/of
- (vervolgens) die mededader(s) met voornoemde (huur)auto vervoer te verschaffen
om uit [woonplaats] en/of uit de buurt van het adres van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te komen, en/of
- een deel van de weggenomen goederen, te weten een of meer geldbedragen, een
of meer sieraden en/of een of meer ASN bankpassen, in de berging behorend bij
haar woning te verstoppen en/of te bewaren;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 22 april 2022, genummerd PL0900- 2021332031E, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 648 tot en met 1649. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Alle bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 925.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 926.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 927.
5.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 945.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 946.
7.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 947.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, p. 943.
9.Verhoor verdachte d.d. 22 februari 2022, p. 770.
10.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming inclusief bijlagen inbeslaggenomen goederen, p. 1196-1214.
11.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1199.
12.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1200.
13.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1200.
14.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1201.
15.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1201.
16.Verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 april 2022, p. 813.
17.Verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 april 2022, p. 814.
18.Verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 april 2022, p. 815.
19.Verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 april 2022, p. 816.
20.Verklaring verdachte onderzoek ter terechtzitting 28 september 2022.
21.Proces-verbaal van bevindingen historische verkeersgegevens * [telefoonnummer] , p. 1171.
22.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1397.
23.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1404.
24.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1404.
25.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1405.
26.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1405.
27.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1399.
28.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1400.
29.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1401.
30.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1402.
31.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 1] , p. 1403.
32.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 2] , p. 1528.