ECLI:NL:RBMNE:2022:4142

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
16/006741-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen woningoverval op oud echtpaar met geweld en bedreiging

Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een woningoverval op een oud echtpaar. De overval vond plaats op 18 oktober 2021, waarbij de verdachte samen met medeverdachten de woning binnendrong en de slachtoffers met geweld en bedreiging onder druk zette om geld en sieraden af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een belangrijke rol had gespeeld in de voorbereiding en uitvoering van de overval, ondanks dat hij niet fysiek in de woning aanwezig was. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd. De rechtbank vond het noodzakelijk om bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder een contactverbod met de medeverdachten en de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/006741-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] , locatie [locatie] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 mei 2022, 8 augustus 2022 en 28 september 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Lousberg en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat hij betrokken is geweest bij een strafbaar feit. Deze verdenking staat beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.
Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat hij
op 18 oktober 2021 in [woonplaats] , samen met een of meer anderen, in een woning gelegen aan de [adres] , geldbedragen, sieraden en bankpassen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft weggenomen met geweld en/of bedreiging met geweld (
primair), dan wel medeplichtig is geweest aan deze woningoverval (
subsidiair).

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Voor zover relevant worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit primair een integrale vrijspraak wegens onvoldoende overtuigend bewijs. Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat indien de overtuiging bestaat dat verdachte mee is gegaan bij de uitvoering van het delict, geen strafrechtelijke betrokkenheid bij het tenlastegelegde kan worden vastgesteld. Voor zover relevant worden de standpunten van de raadsman hieronder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Bewijsmiddelen [1]
Op 18 oktober 2021 heeft aangever [slachtoffer 1] aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandag 18 oktober 2021 bevond ik mij in mijn woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Omstreeks 20.30 uur hoorden we de deurbel gaan. Ik zag iemand van DHL voor mijn voordeur staan met een pakketje in zijn hand. Ik
heb toen de voordeur open gemaakt. Ik hoorde de man zeggen dat het pakketje wat hij in zijn handen had, voor de buren was. Ik merkte toen dat de persoon tegen de deur aan duwde. Op het moment dat ik weggeduwd werd zag ik dat de persoon een handvuurwapen in zijn hand had dit betreft persoon 1. Ik voelde een klap op mijn hoofd aan de achterzijde aan de linkerkant. Ik voelde dat ik geraakt werd met de punt van het handvat, het voelde namelijk koud aan. Ik voelde toen dat hij de punt van het vuurwapen tegen mijn voorhoofd drukte. Ik hoorde de persoon tegen mij zeggen: "Wil je dood?" "Geld! Geld" "Waar is de kluis?" "Waar is het geld?" Ik antwoordde dat ik geen geld had. Ik hoorde ze antwoorden dat ze wisten dat wij wel een kluis hadden en het geld hierin zou liggen. [2] Ik zag dat mijn vrouw de hal binnen kwam lopen. Wij werden beiden gesommeerd om op de bank te gaan zitten en om naar beneden te kijken. Wij zagen dat 1 persoon bij ons bleef en de andere persoon naar boven liep. Ik voelde dat persoon 2 het kussen in mijn gezicht drukte. Ik hoorde dat persoon 1 van boven naar beneden kwam gelopen. Ik hoorde deze persoon zeggen: "Zie je wel, je hebt wel een kluis". Ik hoorde de persoon aan ons vragen waar de sleutel van de kluis was. De andere dader had nog altijd het kussen in mijn gezicht gedrukt. Ik zag dat de persoon de kluis in de woonkamer neerzette en dat mijn vrouw met de dader mee naar boven moest om de kluissleutel te halen. De dader die met de kluis naar beneden kwam lopen had de kluis leeg gehaald. Toen de dader weer beneden was voelde ik de andere dader mij loslaten en zeggen dat we moesten blijven zitten en niet mochten kijken. In de kluis zat een grijs toilettasje met daarin gouden Canadese munten. In dit zelfde tasje zat ook het geld wat gestolen is. Dit bedrag is bij elkaar 9.000 euro. Het geld hebben ze meegenomen. [3] Er zijn uit de slaapkamer diverse sieraden meegenomen. Tevens is er een grote zwarte sieradendoos meegenomen en een kleine groene sieradendoos welke van mijn overleden schoonmoeder was. Beide zijn in zijn geheel meegenomen. [4]
Op 19 oktober 2021 heeft de partner van [slachtoffer 1] , aangeefster [slachtoffer 2] , aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard:
Op maandagavond 18 oktober 2021 bevond ik me samen met mijn man in mijn woning. Ik hoorde rond 20.30 uur de bel van de voordeur gaan. Ik zag dat mijn man naar de voordeur liep. Ik hoorde lawaai en gestommel uit de hal. Ik ben naar de hal gelopen, ik zag toen dat mijn man in bedwang werd gehouden door twee (2) personen. [5] Ik voelde dat persoon 2 mij terug de woonkamer in duwde. Ik moest op de bank gaan zitten. Ik voelde dat persoon 2 een kussen van de bank pakte, ik voelde dat hij het kussen tegen de linkerzijde van mijn hoofd drukte en tegen het kussen zijn vuurwapen neerzette. Ik hoorde hem zeggen:" Wil je dood?" Ik heb gezien dat dit vuurwapen zwart van kleur is, een brede loop heeft, ik vond hem best groot. [6] Ik hoorde persoon 1 zeggen toen hij naar beneden kwam: "Waar is de sleutel” Persoon 1 sommeerde mij mee naar boven te lopen om de sleutel te pakken. Ik ben de kamer ingelopen en heb de bureaulade opengetrokken. Ik zag dat persoon 1 de sleutel uit de lade pakte. Ik ben toen voor persoon 1 uit weer de trap afgelopen. Ik hoorde dat persoon 1 zei: "Zie je wel!" Ik zag dat hij uit het kluisje een pak geld pakte en in zijn zak stak. Ook zag ik dat hij een groen geldkistje pakte en dit onder zijn trui stak. [7]
Naar aanleiding van de woningoverval aan de [adres] in [woonplaats] is een proces-verbaal bevindingen opgemaakt over de weggenomen bankpassen:
Op 22 oktober 2021 hoorde ik verbalisant, aangever [ [slachtoffer 1] ] verklaren dat in het eerder genoemde geldkistje tevens 2 bankpassen zaten. Deze bankpassen zijn door de dader(s) meegenomen. Het gaat hierbij om 2 bankpassen van een spaarrekening bij de ASN bank voorzien van rekeningnummer: [rekeningnummer] .
Goed(eren) PL0900-2021332031-2894340, waardepapieren,
bankbescheiden, Nederland, serienummer [rekeningnummer] , bijzonderheden 2x asn bankpassen [8]
Verdachte heeft op 22 februari 2022 bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Ik woon samen met mijn vriendin [medeverdachte 1] op de [adres] in [woonplaats] . [9]
De woning van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] is doorzocht. In een proces-verbaal is daarover het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 22 februari 2022 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de woning, [adres] , [woonplaats] . Daar wordt het volgende aangetroffen [10] :
Geld kistje aangetroffen in de berging. In het geld kistje zat een groen sieraden kistje die leeg was. [11]
Sieraden kistje zat in een geld kistje. Deze kistjes zaten in een plastictas. De plastictas lag op de bovenste witte plank links bij binnen komst van de berging. [12]
Bruine sieraden doos met inhoud. In de doos zat een trouwboekje en 2 bankpasje, en wat sieraden. Deze bruine sieradendoos zat in een plastictas. De plastictas lag op de bovenste witte plank links bij binnen komst van de berging. [13]
2 bankpassen aangetroffen (Serienummer: [rekeningnummer] ). Deze bankpassen zaten in de sieradendoos. [14]
Trouwboekje [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aangetroffen. Dit trouw boekje lag in een bruine sieradendoos. Dit trouw boekje staat op naam van [slachtoffer 2] en op naam van [slachtoffer 1] . De sieradendoos stond in de berging. [15]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op 6 januari 2022 bij de politie verklaard over zijn rol bij de woningoverval:
Op 18 oktober 2021 werd ik aan het einde van de middag benaderd van een bericht, van we gaan chillen. Een uur van te voren kreeg ik te horen wat er zou gaan gebeuren. [16] Er zaten al drie personen in de auto, dus zaten we met ze vieren in
de auto. Op een gegeven moment zijn we gaan rijden naar [woonplaats] . Ik moest aanbellen met dat pakketje en dan zouden er twee naar binnen gaan. [17] Ik kreeg een DHL jas. Er stonden twee andere jongens achter de bosjes. [18]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft op 1 april 2022 bij de politie verklaard over haar rol bij de woningoverval:
Op 18 oktober zijn wij met zijn vieren, waaronder ikzelf, met de huurauto naar [woonplaats] gegaan. Ik bestuurde de auto. [medeverdachte 2] zat naast mij. Achterin zaten [verdachte] [verdachte] en [medeverdachte 3] [ [medeverdachte 3] ]. [verdachte] heb ik opgehaald bij het […] in zijn straat. [verdachte] heeft daar één vuurwapen geregeld. [verdachte] had het koffertje met een wapen bij zich. Daarna zijn we naar Rijkerswoerd gegaan en daar kwam het tweede wapen erbij. [verdachte] heeft ook het tweede vuurwapen geregeld. [19] Aangekomen in [woonplaats] heb ik de auto in de straat van mijn oom en tante geparkeerd. Zij [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] ] zijn met zijn drieën de auto uit gegaan. Eerst kwam [verdachte] toen terug, met zijn zonnebril op terwijl het donker was. [20] Ik heb niet veel geld ontvangen, eigenlijk niks. [verdachte] vond dat ik bij hem in boete stond dus hij heeft het meeste gekregen. Ik was niet heet volgens hem dus moest ik het op mijn rekening storten. Ik denk dat het voor hem 3500 of 4000 euro heeft opgeleverd. [21] [gebruikersnaam 2] is de werknaam van [verdachte] . [22]
In het opsporingsonderzoek zijn de volgende historische bankgegevens van medeverdachte [medeverdachte 1] gevorderd:
saldo- en transactiegegevens van bankrekening(en) met nummer(s)
(…) [rekeningnummer] en/of op naam van [medeverdachte 1]
, [adres] , [woonplaats] Ge, geboren op [1998] . [23]
De bankgegevens van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn onderzocht. Uit informatie over stortingen op het bankrekeningnummer [rekeningnummer] blijkt het volgende:
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
Transactiedatum: 19-10-2021
Omschrijving: STORTING ING // Geldmaat Hoofdstraat 30 810629 //
PASVOLGNR 000 19-10-2021
13:22 // TRANSACTIENR 129213077141 // Valutadatum: 19-10-2021
Bedrag credit: € 1.310
over de periode van 19-10-2021 tot en met 19-10-2021. [24]
De politie heeft onderzoek gedaan naar het telefoonnummer in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] . In een proces-verbaal beschrijft verbalisant [verbalisant 1] haar bevindingen als volgt:
Uit de politiesystemen blijkt dat telefoonnummer [telefoonnummer] (verder [telefoonnummer] ) is gekoppeld aan [medeverdachte 1] ( [1998] ). Op 09-10-2021 heeft [medeverdachte 1] een terugbelverzoek gedaan bij de politie, waarbij ze telefoonnummer [telefoonnummer] heeft opgegeven bij de meldergegevens (PL0600-2021484010-1). [25]
Voorts heeft de politie onderzoek gedaan naar het telefoonnummer in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] . In een proces-verbaal beschrijft verbalisant [verbalisant 2] haar bevindingen als volgt:
Uit een CIOT bevraging werd duidelijk dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam staan van [A] , woonachtig op het adres [adres] in [woonplaats] . Uit onderzoek is gebleken dat [A] de opa is van de in het onderzoek betrokken:
[medeverdachte 2]
Geboren [2004] te [geboorteplaats]
Ook zijn er meerdere tapgesprekken waar de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] [medeverdachte 2] of [naam] genoemd werd. [26]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 september 2022 onder meer het volgende verklaard:
Ik heb de in het dossier weergegeven chatberichten van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] , zelf gestuurd. [27]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de tussen verdachte en medeverdachten onderling uitgewisselde chatberichten. In een proces-verbaal van bevindingen zijn de berichten tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] weergegeven:
Ik zag dat er een gesprek in Signal was tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 1] en het telefoonnummer [telefoonnummer] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 2] . Uit het onderzoek bleek dat het eerst genoemde telefoonnummer in gebruik was bij verdachte [medeverdachte 1] , het tweede was in gebruik bij verdachte [verdachte] . [28]
11 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : heb je nog veel doekoe
[gebruikersnaam 2] : nee
[gebruikersnaam 1] : Vnv [woonplaats] dan maar [29]
14 oktober 2021
[gebruikersnaam 2] : Maar wat denk je dat we chappe. Miss moeten we gwn 4 mans gaan ofzo.
[gebruikersnaam 1] : er ligt daar sws 50.000. En dan nog die briefjes van €1000. Ze hadden 80 in briefgeld. [30] Denk dat ze 30 gespend hebbe. Liggen nog sieraden enz. [31]
[gebruikersnaam 2] : Als we zegge zegge 40p is sws voor jou en de rest dat ik en hun splitten dan hebben wij samen 60 p. [32]
18 oktober 2021
[gebruikersnaam 1] : Ik wil gewoon dat je mee gaat zoals afgesproken. [33]
[gebruikersnaam 2] : Oke kan je mij zo ophale
[gebruikersnaam 1] : Okee hoelaat
[gebruikersnaam 2] : Weet k niet moet ff wat ophale wat k met jou zou doen.
[gebruikersnaam 1] : Kunnen we samen doen toch?
[gebruikersnaam 2] : Haal mij op. […] bij mijn huis.
[gebruikersnaam 1] : Ik wil gwn mee he. Ding ophalen. [34]
[gebruikersnaam 2] : ik ga niet 4 mans voor die torrie.
[gebruikersnaam 1] : Eerst gingen we ook met B en F?
[gebruikersnaam 2] : Daarna niet meer toch
[gebruikersnaam 1] : nu is b weggevallen en is die andere
[gebruikersnaam 2] : Kon ik net zo goed iemand erin betrekken die solo zou gaan. Nu moet ik met iemand anders door kk jou grote mond. Nee man.
[gebruikersnaam 1] : Wauw? Dit was altijd de planning. [35]
[gebruikersnaam 2] : Hjkkb ik heb het over dat b niet mee komt. Dat wist je.
[gebruikersnaam 1] : Jaa. En er werd iemand anders geregeld?
[gebruikersnaam 2] : Nee. Pik kk op jongen elke keer dat je met mij wil werken kom je met tori’s.
[gebruikersnaam 1] : En niet zo moeilijk doen. Ik ben met jou. Je gaat mee. Percentage blijft t zelfde.
[gebruikersnaam 2] : Hjb man.
[gebruikersnaam 1] : Wij zijn 1 team en we moeten dat laten zien. Dus. Ga je opstandig blijven doen of ga je een team zijn met mij.
[gebruikersnaam 2] : Kom nou maar kk junk.
[gebruikersnaam 1] : Si
[gebruikersnaam 2] : Hoelang
[gebruikersnaam 1] : Omw. 20 min.
[gebruikersnaam 2] : Oke
[gebruikersnaam 1] : Ben er [36]
19 oktober
[gebruikersnaam 1] : Hoeveel denk je dat er gepakt kan worden met die sieraden? [37]
De telecommunicatie van medeverdachte [medeverdachte 2] is ook onderzocht. Hieruit is onder meer het volgende gebleken:
Whatsappgesprek [telefoonnummer] [ [B] ] - [telefoonnummer] [ [C] ]
17 oktober 2021
Morgen rattenplan met [verdachte] . [38]
18 oktober 2021
Straks met [verdachte] rattenplan. [39]
Betrouwbaarheid verklaring medeverdachte [medeverdachte 1]
Anders dan de raadsman stelt, acht de rechtbank de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] op de voor het bewijs gebruikte onderdelen betrouwbaar nu deze ondersteuning vinden in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank is daarom van oordeel dat deze verklaring voor het bewijs kan worden gebezigd.
De rol van verdachte
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht) op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering – dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging – dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip (ECLI:NL:HR:2021:1564).
Op grond van voornoemde wettige bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte heeft de dagen vóór 18 oktober 2021 veelvuldig contact met medeverdachte [medeverdachte 1] over de overval. Zo oppert hij in chatberichten om met 4 man naar de overval te gaan en wordt gesproken over het verdelen van de buit. De dag voor de overval vertelt medeverdachte [medeverdachte 2] tegen zijn vriendin dat hij ‘rattenplan’ moet bespreken met [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte]. Uit het voorgaande volgt dat verdachte actief heeft meegedacht over de plannen aangaande de overval. Voorts heeft verdachte een cruciale rol vervuld in de voorbereiding door wapens te regelen. Zo spreekt verdachte met medeverdachte [medeverdachte 1] over het ophalen van een ding bij het […] . Uiteindelijk haalt [medeverdachte 1] verdachte op bij het […] , zo blijkt uit de berichten. Op dat moment draagt verdachte een koffertje bij zich met daarin een vuurwapen. [medeverdachte 1] en verdachte zijn vervolgens samen naar Rijkerswoerd gegaan om het tweede wapen op te halen, aldus de verklaring van [medeverdachte 1] . Aangevers spreken van twee wapens, wat de verklaring van [medeverdachte 1] bevestigt. De rechtbank gaat er van uit dat dit de wapens betroffen die verdachte voorafgaand aan de overval had geregeld. Anders dan de raadsman stelt, blijkt uit het verloop van het berichtenverkeer tussen verdachte en [medeverdachte 1] , de verklaring van [medeverdachte 1] , en het bericht van [medeverdachte 2] op de dag van de overval dat hij met [verdachte] op ‘rattenplan’ gaat, dat verdachte ook daadwerkelijk is meegegaan naar [woonplaats] . Dit sluit ook aan bij de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] die spreekt over vier personen die betrokken waren bij de overval. Deze vier personen betroffen volgens [medeverdachte 1] : zijzelf, [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en verdachte. Ter plekke, zo verklaart [medeverdachte 3] , stonden twee andere jongens achter de bosjes. Gelet op de verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte eerder terugkwam bij de auto dan medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , gaat de rechtbank ervan uit dat het verdachte is geweest die in de bosjes bij de woning op de uitkijk heeft gestaan. Voorts blijkt dat verdachte heeft meegedeeld in de buit, zo wordt een gedeelte van de buit in zijn berging aangetroffen en bevat het dossier een uitdraai van financiële gegevens waaruit blijkt dat – conform haar verklaring – [medeverdachte 1] geld heeft gestort de dag na de overval. Dit geld zou zij hebben moeten afdragen aan verdachte. Dat de vierde persoon een ander dan verdachte is geweest, is niet aannemelijk geworden gelet op met name de chatgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] .
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, anders dan de raadsman stelt, van oordeel dat de bijdrage van verdachte voldoende significant en wezenlijk is zodat van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten kan worden gesproken. De rechtbank acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 18 oktober 2021 te [woonplaats] uit een woning gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen
- een geldbedragen
- sieraden, en
- ASN bankpassen,
die geheel aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] toebehoorde(n), hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
- vermomd in DHL kleding naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader een pakket voor de buren hebben en
- vervolgens de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en
- vervolgens met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, tegen het (achter)hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en
- vervolgens met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en "Geld! Geld! " en "Waar is de kluis?"
en Waar is het geld?"
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] een kussen in het gezicht te drukken en gedrukt te houden en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 2] een kussen in het gezicht te drukken en daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en haar de woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal, voorafgegaan/vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden/die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich voor wat betreft de op te leggen straf gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het strafbare feit, de omstandigheden waaronder verdachte dit feit heeft gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een brutale woningoverval met geweld, waarbij de aangevers zijn bedreigd met een vuurwapen (of een voorwerp dat daarop leek). Het is van algemene bekendheid dat een dergelijk feit vergaande gevolgen voor de slachtoffers heeft. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Verdachte heeft door zijn handelen grote gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij de slachtoffers in het bijzonder, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Aangevers, een echtpaar van boven de 70 jaar, hebben naar eigen zeggen doodsangsten uitgestaan en waren bang het niet te zullen overleven. Verdachte en zijn mededaders waren alleen uit op eigen geldelijk gewin en hebben zich op geen enkele wijze bekommerd om de gevolgen van hun daad voor de slachtoffers. Zij hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 27 september 2022, opgesteld door reclasseringswerker M. van Schie.
Vanwege de ontkennende proceshouding van verdachte heeft de reclassering geen inschatting kunnen maken van het recidiverisico. De reclassering ziet echter wel een zorgelijke toename in justitiecontacten vanaf november 2021. Binnen detentie is in het verleden sprake geweest van positieve urinecontroles, maar hierin lijkt een kentering te hebben plaatsgevonden daar verdachte geen positieve urinecontroles meer heeft gehad. De reclassering ziet het cannabisgebruik van verdachte desalniettemin als een aandachtspunt. Daarnaast acht de reclassering het gebrek aan dagbesteding een risicofactor. Om voornoemde redenen vindt de reclassering reclasseringsbemoeienis geïndiceerd en adviseert zij tot het opleggen van een deels voorwaardelijke straf met – onder meer – een aantal bijzondere voorwaarden gericht op ondersteuning van verdachte bij het opbouwen van een leven na detentie.
De straf
Gelet op de aard en ernst van het feit, vindt de rechtbank een gevangenisstraf een passende straf voor verdachte. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. De rechtbank heeft gekeken naar de oriëntatiepunten die rechters gebruiken bij de straftoemeting (LOVS). Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met licht geweld (een enkele duw zonder noemenswaardig letsel) en bedreiging is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met ander geweld is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Gelet op het toegepaste geweld en het letsel van aangever [slachtoffer 1] (te weten de duw waardoor aangever ten val is gekomen en een slag met een vuurwapen met een hoofdwond tot gevolg) is de rechtbank van oordeel dat het uitgangspunt in onderhavige zaak een gevangenisstraf van 4 jaren dient te zijn. Ten opzichte van dit uitgangspunt is in dit geval sprake van een strafverzwarende omstandigheid, te weten het tonen van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) aan de aangevers. Verdachte had wetenschap van de vuurwapens nu hij deze zelf heeft geregeld, alsmede van het feit dat gelet op de leeftijd van aangevers, zij kwetsbare slachtoffers betroffen. Ondanks het feit dat verdachte niet in de woning van aangevers is geweest, heeft hij wel degelijk een belangrijke rol gehad in de uitvoering van het tenlastegelegde. Daarbij neemt de rechtbank voorts in aanmerking het gegeven dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor zijn rol in het geheel. Tegelijkertijd houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van verdachte.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Met de reclassering is de rechtbank van oordeel dat een contactverbod met de medeverdachten als bijzondere voorwaarde wenselijk is. Voorts acht de rechtbank een contact- en locatieverbod betreffende (de woning van) aangevers passend. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van overige bijzondere voorwaarden aan verdachte geen meerwaarde heeft nu hij te kennen heeft gegeven niet open te staan voor reclasseringsbemoeienis.

9.BESLAG

9.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verbeurdverklaring van het volgende goed:
1 STK Iphone 12 Pro Max, kleur: zwart, goednummer: 699854.
De officier van justitie vordert teruggave aan verdachte van het volgende goed:
1 STK horloge merk: Rolex, kleur: goudkleurig, groen plaatje, goednummer: G20300758426/001.
De officier van justitie vordert teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich voor wat betreft het beslag aan het oordeel van de rechtbank.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het volgende inbeslaggenomen goed verbeurdverklaren. Met betrekking tot en met behulp van dit goed is het bewezen verklaarde begaan:
1 STK Iphone 12 Pro Max, kleur: zwart, goednummer: 699854.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal het volgende in beslag genomen goed terug geven aan de verdachte:
1 STK horloge merk: Rolex, kleur: goudkleurig, groen plaatje, goednummer: G20300758426/001.
Teruggave aan rechthebbende, te weten [slachtoffer 1]
De rechtbank gelast teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende goederen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862.

10.BENADEELDE PARTIJ

Schadevergoedingsmaatregel
10.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht ambtshalve toepassing te geven aan artikel 36f Sr. Uit de aangifte blijkt dat bij de woningoverval een bedrag van € 9.000,00 is weggenomen. Daarnaast blijkt uit de goederenlijst dat voor een bedrag van € 2.700,00 aan sieraden is weggenomen. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht hoofdelijk op te leggen ter hoogte van een bedrag van € 11.700,00.
10.2
Standpunt verdediging
De raadsman refereert zich voor wat betreft de op te leggen schadevergoedingsmaatregel aan het oordeel van de rechtbank.
10.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat een schadevergoedingsmaatregel ook kan worden opgelegd indien het slachtoffer geen schadevergoeding heeft gevorderd. De wet stelt dat de schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht (artikel 36f, tweede lid, Wetboek van Strafrecht). Daar hoort bij dat van de strafrechter wordt verwacht dat hij nagaat of de schade niet op andere wijze is of wordt vergoed. Over die informatie beschikt de rechtbank niet. Dat betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen of verdachte op grond van het burgerlijk recht (nog) aansprakelijk is voor enige schade. De rechtbank zal dan ook niet overgaan tot oplegging van de verzochte schadevergoedingsmaatregel.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 47, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een
gedeelte van 6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de medeverdachten, te weten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
o op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , tenzij voornoemde aangevers hebben aangegeven dat zij dit wél wensen (bijvoorbeeld in het kader van herstelbemiddeling), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
o zich niet bevindt binnen een straal van 300 meter van [adres] in [woonplaats] (een radiuskaart is als bijlage aan dit vonnis gehecht), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp
verbeurd:
1 STK Iphone 12 Pro Max, kleur: zwart, goednummer: 699854.
- gelast de
teruggave aan verdachtevan het volgende voorwerp:
1 STK horloge merk: Rolex, kleur: goudkleurig, groen plaatje, goednummer: G20300758426/001.
- gelast de
teruggave aan de rechthebbende, te weten [slachtoffer 1] , van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK kleding, vest, kleur: blauw, goednummer: PL0900-2021332031-G2892860;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892863;
  • 1 STK kussen, goednummer: PL0900-2021332031-G2892862.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. L.C. Michon en mr. A.J. Reitsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Chanier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2022 .
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 oktober 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, in/uit een
woning (gelegen op of aan de [adres] ),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een of meer geldbedragen, en/of
- een of meer sieraden, en/of
- een of meer ASN bankpassen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal,
- vermomd (in DHL kleding) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader(s) een pakket voor de buren hebben en/of
- (vervolgens) de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, van voornoemde
[slachtoffer 1] te slaan en/of
- (vervolgens) met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en/of die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en/of "Geld! Geld! Geld!" en/of "Waar is de kluis?"
en/of "Waar is het geld?", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten"en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of gedrukt te houden en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en/of haar de
woorden toe te voegen: "Wil je dood?" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] , althans een of meerdere personen, op
of omstreeks 18 oktober 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, in/uit een
woning (gelegen op of aan de [adres] ),
tezamen en in vereniging met elkaar,
- een of meer geldbedragen, en/of
- een of meer sieraden, en/of
- een of meer ASN bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer
mededader(s) toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of
andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal,
- vermomd (in DHL kleding) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te gaan, en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te bellen en daarbij aan te geven
dat hij en/of zijn mededader(s) een pakket voor de buren hebben, en/of
- (vervolgens) de deur van voornoemde [slachtoffer 1] open te duwen, en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op/tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, van voornoemde
[slachtoffer 1] te slaan, en/of
- (vervolgens) met voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of tegen het voorhoofd van
voornoemde [slachtoffer 1] te drukken en/of die [slachtoffer 1] daarbij de woorden
toe te voegen: "Wil je dood?" en/of "Geld! Geld! Geld!" en/of "Waar is de kluis?"
en/of "Waar is het geld?", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking, en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Ga op de bank zitten" en/of "Kijk naar beneden" en/of "Als jullie kijken gaan jullie
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of gedrukt te houden, en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] een kussen, althans een voorwerp, in het
gezicht te drukken en/of daarbij voornoemd vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het kussen aan te drukken en/of haar de
woorden toe te voegen: "Wil je dood?", en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] mee naar boven te nemen om de kluissleutel
te halen, en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen:
"Blijf zitten en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 oktober 2021
te [woonplaats] , in elk geval in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door
- voornoemd misdrijf voor te bereiden en/of die mededader(s) bij voornoemd
misdrijf te betrekken, en/of
- voornoemd(e) vuurwapen(s), althans (een) op een vuurwapen gelijkend(e)
voorwerp(en), te bemachtigen en/of aan die mededader(s) te verstrekken, en/of
- zich met die mededader(s) naar de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] te begeven, en/of
- (vervolgens) in de nabijheid van die woning op die mededader(s) te wachten,
en/of
- (vervolgens) in de nabijheid van die woning op de uitkijk te staan, en/of
- (vervolgens) in de nabijheid van die woning het verloop van de overval te volgen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 22 april 2022, genummerd PL0900- 2021332031E, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 648 tot en met 1649. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Alle bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 925.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 926.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 927.
5.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 945.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 946.
7.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 947.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, p. 943.
9.Verhoor verdachte d.d. 22 februari 2022, p. 841.
10.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming inclusief bijlagen inbeslaggenomen goederen, p. 1196-1214.
11.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1199.
12.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1200.
13.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1200.
14.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1201.
15.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1201.
16.Verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 6 januari 2021, p. 716.
17.Verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 6 januari 2021, p. 726.
18.Verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 6 januari 2021, p. 716.
19.Verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 1 april 2022, p. 814.
20.Verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 1 april 2022, p. 815.
21.Verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 1 april 2022, p. 816.
22.Verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 1 april 2022, p. 812.
23.Vordering verstrekking historische gegevens ING bank N.V.
24.Vordering verstrekking historische gegevens contante stortingen ING bank N.V.
25.Proces-verbaal van bevindingen historische verkeersgegevens * [telefoonnummer] , p. 1171.
26.Proces-verbaal van bevindingen historische verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 1506.
27.Verklaring verdachte onderzoek ter terechtzitting 28 september 2022.
28.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1397.
29.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1404.
30.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1404.
31.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1405.
32.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1405.
33.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1399.
34.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1400.
35.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1401.
36.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1402.
37.Proces-verbaal onderzoek Iphone [verdachte] , p. 1403.
38.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 2] , p. 1535.
39.Proces-verbaal onderzoek Iphone [medeverdachte 2] , p. 1537.