ECLI:NL:RBMNE:2022:3950
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de ingangsdatum van de AIO-aanvulling
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) inzake de ingangsdatum van haar aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). De SVB had op 21 oktober 2020 besloten om eiseres een AIO-aanvulling toe te kennen met ingang van 3 augustus 2020. Eiseres was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat de AIO-aanvulling eerder, namelijk in januari 2017 of op 8 december 2019, had moeten ingaan. Eiseres voerde aan dat zij in januari 2017 contact had opgenomen met de SVB en onjuist was voorgelicht door een medewerker, wat haar zou hebben weerhouden van het indienen van een aanvraag. De SVB heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, waarna eiseres in beroep ging.
Tijdens de zitting op 6 oktober 2021, die via Skype plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. De SVB was vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de AIO-aanvulling alleen met terugwerkende kracht kan worden toegekend in bijzondere omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door onjuiste informatie van de SVB niet tijdig een aanvraag heeft kunnen indienen. De rechtbank concludeerde dat de SVB terecht de ingangsdatum van de AIO-aanvulling op 3 augustus 2020 heeft vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, en is openbaar gemaakt op 6 januari 2022.