Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 september 2022 in de zaak tussen
[eiser 1] ,
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug(het college), verweerder
[derde belanghebbende], uit [woonplaats] , de derde-belanghebbende.
Inleiding
Het geschil
Beoordeling door de rechtbank
- i) Als eerste stap moet worden beoordeeld of sprake is van een toezegging. Om vast te stellen dat een toezegging is gedaan, moet degene die zich beroept op het vertrouwensbeginsel aannemelijk maken dat sprake is van uitlatingen en/of gedragingen van ambtenaren die bij de betrokkene redelijkerwijs de indruk wekken van een welbewuste standpuntbepaling van het college over de manier waarop in zijn of haar geval een bevoegdheid al dan niet zal worden uitgeoefend.
- ii) Als tweede stap is voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel vereist dat de desbetreffende uitlating aan het college kan worden toegerekend.
- iii) Als derde stap moet in het kader van een beroep op het vertrouwensbeginsel een belangenafweging worden gemaakt. Daarbij moet worden nagegaan wat de betekenis van het gewekte vertrouwen is bij de uitoefening van de betreffende bevoegdheid en of geen zwaarder wegende belangen (zoals het algemeen belang of belangen van derden) aan het honoreren van de gewekte verwachtingen in de weg staan.