Samengevat vordert de Curator in deze procedure in de faillissementen van [onderneming 1 (B.V.)] en [onderneming 2 (B.V.)] een hoofdelijke veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s.:
primair
1. tot betaling van de boedeltekorten in de faillissementen van [onderneming 1 (B.V.)] en [onderneming 2 (B.V.)] , te vermeerderen met rente, met betaling van een voorschot van € 250.000,00, aan de boedel van zowel [onderneming 1 (B.V.)] als [onderneming 2 (B.V.)] ;
2. tot betaling van de geleden schade van [onderneming 1 (B.V.)] en [onderneming 2 (B.V.)] en/of van hun schuldeisers op te maken bij staat, te vermeerderen met rente, aan de Curator;
3. tot betaling van de kosten gemaakt voor de vaststelling van de schade op te maken bij staat, te vermeerderen met rente, aan de boedel van zowel [onderneming 1 (B.V.)] als [onderneming 2 (B.V.)] ;
subsidiair
4. tot betaling van € 45.518,00 aan de boedel van [onderneming 1 (B.V.)] en tot betaling van € 113.933,00 aan de boedel van [onderneming 2 (B.V.)] , alsmede tot betaling door [gedaagde sub 1] van € 866.380,72 en door [gedaagde sub 2] € 151.060,69 aan de boedel van [onderneming 1 (B.V.)] op grond van actio pauliana,
5. tot betaling van € 118.403,00 vanwege opgelegde fiscale boetes;
primair en subsidiair
6. van een bestuursverbod, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding van het bestuursverbod, met een maximum van € 500.000,00;
7. in de proceskosten.