In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 28 juli 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek tot een integrale herbeoordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in gebreke is gebleven en dat eiseres de juiste procedure heeft gevolgd door een ingebrekestelling te sturen. De rechtbank oordeelt dat de dwangsom voor het niet tijdig beslissen moet worden vastgesteld op het maximale bedrag van € 1.442,-. Tevens wordt verweerder opgedragen om binnen twaalf weken na de datum van het verweerschrift een besluit bekend te maken, met een uiterste datum van 26 augustus 2022. De rechtbank begrijpt de situatie van eiseres, maar ziet ook in dat de beslistermijn van twee weken voor verweerder te kort is gezien het aantal aanvragen en de complexiteit van de herbeoordelingen. Daarom wordt een langere termijn verleend. De rechtbank bepaalt ook dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is gegrond verklaard, en verweerder moet het griffierecht van € 50,- aan eiseres betalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft de beslissing op de gebruikelijke wijze ter beschikking gesteld aan de partijen.