Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- de heer [verzoeker] ,
- mr. Van Veen voornoemd,
- de heer [A] , directeur van [verweerster] ,
- mr. Loman.
1.Het procesverloop
2.De beslissing
3.De beoordeling
Bij deze stand van zaken waarin de medisch adviseurs van beide partijen van mening verschillen over de (medische) causaliteit is het voor de kantonrechter niet mogelijk aan uitspraak te doen over het causaal verband tussen de klachten en het ongeval. Daarvoor heeft de kantonrechter een onafhankelijk medisch rapport nodig. Het is, in ieder geval van deze rechtbank, vaste rechtspraak dat met enkel informatie uit de behandelend sector dat causaal verband niet kan worden vastgesteld. Ook het rapport van [onderneming] kan de kantonrechter niet gebruiken. Dit is een arbeidsdeskundig, en dus geen medisch, onderzoek ten behoeve van de re-integratie van [verzoeker] . Ook de UWV-beoordeling is niet bruikbaar, dat is een verzekeringsgeneeskundig rapport en heeft dus geen medische (orthopedische) invalshoek. Voor (uitgebreide) bewijslevering (door middel van een medische expertise) is in deze deelgeschilprocedure geen ruimte. Het tweede verzoek wordt daarom afgewezen.