ECLI:NL:RBMNE:2022:3624

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2022
Publicatiedatum
12 september 2022
Zaaknummer
16.235675.20 + 10.117069.18 (ttz gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor deelname aan criminele drugsorganisatie en andere druggerelateerde misdrijven met aanzienlijke gevangenisstraf

Op 12 september 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een criminele drugsorganisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 18 september 2020 tot en met 27 november 2020 opzettelijk aanwezig heeft gehad van verschillende verdovende middelen, waaronder amfetamine, MDMA, GHB en 2C-B. Daarnaast heeft de verdachte deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de productie en handel in deze middelen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van een vuurwapen en munitie, en dat hij betrokken was bij witwassen van aanzienlijke geldbedragen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren, waarbij de ernst van de feiten en de rol van de verdachte als leider van de organisatie zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de verdediging tot bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie afgewezen, en geoordeeld dat de door de verdediging aangevoerde vormverzuimen niet tot niet-ontvankelijkheid leiden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar de meeste feiten zijn wettig en overtuigend bewezen verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.235675.20 + 10.117069.18 (ttz gev.) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 september 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
gedetineerd in de PI [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtszaak tegen verdachte heeft in het openbaar plaatsgevonden op de zittingen van 4 januari 2021, 17 maart 2021, 9 juni 2021, 25 augustus 2021, 9 maart 2022, 1 juni 2022, 12 juli 2022 en 14 juli 2022. Op 12 en 14 juli 2022 is de zaak inhoudelijk behandeld. Verdachte was bij de inhoudelijke behandeling aanwezig, waardoor juridisch gezien sprake is van een vonnis op tegenspraak. Het onderzoek op de zitting is op 29 augustus 2022 gesloten.
De rechtbank heeft tijdens de zitting gesproken met en geluisterd naar de standpunten van verdachte, zijn raadsvrouw mr. K. Lans en de officier van justitie mr. D.C. Smits.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte van betrokkenheid bij meerdere strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlasteleggingen, die als bijlage zijn gehecht aan dit vonnis.
Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat hij:
16.235675.20
1. in de periode van 18 september 2020 tot en met 27 november 2020 in Vianen en/of Beesd samen met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad:
  • 104 pillen MDMA;
  • 1,56 gram amfetamine;
  • 4.000 pillen 2C-B;
  • 18 liter GHB;
  • 963 LSD-zegels;
2. in de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 in Leerdam en/of Beesd samen met anderen amfetamine, 2C-B, GHB en/of MDMA heeft geproduceerd en verhandeld;
3. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 18 september 2020 in Beesd samen met anderen voorwerpen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de productie van en handel in amfetamine (voorwerpen in en om een loods);
4. op 18 september 2020 in Beesd samen met anderen een mitrailleurgeweer en munitie voorhanden heeft gehad;
5. in de periode van 18 september 2020 tot en met 25 september 2020 in Leerdam en/of Beesd bankbiljetten ter waarde van € 12.005,-, € 1.250,-, € 500,- en € 6.300,- heeft witgewassen;
6. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 27 november 2020 in Beesd samen met anderen voorwerpen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de productie van en handel in amfetamine (voorwerpen in een vrachtwagen);
7. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 12 januari 2021 in Beesd samen met anderen voorwerpen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de productie van en handel in amfetamine (voorwerpen in een garagebox);
8. in de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 in Leerdam en/of Beesd samen met anderen, heeft deelgenomen aan een criminele drugsorganisatie, waarvan naast verdachte ook [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] deel uitmaakten;
10.117069.18
1. op 5 september 2018 in Leerdam opzettelijk 24 gram MDMA, GHB en/of amfetamine aanwezig heeft gehad;
2. op 5 september 2018 in Leerdam een bedrag van € 27.082,05 heeft witgewassen;
3. op 5 september 2018 in Leerdam een boksbeugel en een stiletto voorhanden heeft gehad;
4. op 5 september 2018 in Leerdam munitie voorhanden heeft gehad.

3.VORMVERZUIMEN EN VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan.
3.1
Het standpunt van de verdediging
Volgens de raadsvrouw heeft de politie meerdere fouten gemaakt, ook wel vormverzuimen genoemd, in het onderzoek naar verdachte onder parketnummer 16.235675.20. De raadsvrouw vindt primair dat die vormverzuimen, door de hoeveelheid daarvan, moeten leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. De raadsvrouw voert in dit verband het volgende aan.
De verbalisanten die verdachte op 18 september 2020 hebben aangehouden hebben hun verbaliseringsplicht geschonden. Zij hebben opgeschreven dat zij verdachte op grond van overtreding van artikel 9 van de Wegenverkeerswet hebben aangehouden, maar achteraf is gebleken dat van zo’n overtreding geen sprake was. Op grond van hetzelfde argument wijst de raadsvrouw erop dat verdachte op onjuiste gronden is aangehouden en de auto op basis van onjuiste informatie in beslag is genomen.
Vervolgens is de (huur)auto waarin verdachte is aangehouden doorzocht, terwijl dat volgens de raadsvrouw niet had gemogen nu er ten tijde van de doorzoeking geen verdenking was van overtreding van de Opiumwet. Ook als de rechtbank de lezing van de verbalisanten volgt dat zij de auto hebben doorzocht om te zoeken naar een identiteitsbewijs van de bijrijder hadden zij hooguit in het dashboardkastje mogen kijken.
Dat de doorzoeking in de auto niet rechtmatig was, betekent volgens de raadsvrouw ook dat de daaropvolgende doorzoekingen in de woning van verdachte en de loods waar zijn bedrijfspand was gevestigd niet rechtmatig waren. Voor de doorzoeking van de woning van verdachte ontbrak ook een machtiging. Die machtiging is pas op 11 juli 2022 aan het dossier toegevoegd. De raadsvrouw betwijfelt of die machtiging al eerder bestond. Bovendien waren er geen redenen om de loods te doorzoeken. De politie heeft opgeschreven dat in de woning grote hoeveelheden drugs zijn gevonden, terwijl het achteraf om zeep en softdrugs bleek te gaan.
Verder hadden de Mercedes Sprinter en andere voertuigen die bij de loods geparkeerd stonden volgens de raadsvrouw niet mogen worden doorzocht. De raadsvrouw betwijfelt of er daadwerkelijk een anonieme getuige is geweest die heeft gezegd dat de voertuigen die bij de loods geparkeerd stonden ook bij de loods hoorden, zoals de politie heeft geverbaliseerd. Bovendien had de verbalisant het portier van de Mercedes Sprinter niet mogen openen, omdat er geen sprake was van een ontdekking van een strafbaar feit op heterdaad of een verdenking van een misdrijf in de zin van artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering.
Ook vindt de raadsvrouw dat de officier van justitie onrechtmatig een nieuw feit aan de tenlastelegging heeft toegevoegd, te weten de verdenking van deelname aan een criminele organisatie. Volgens de raadsvrouw heeft de officier van justitie dat enkel gedaan om toegang te krijgen tot de Encrochat-data, waardoor sprake is van misbruik van bevoegdheid.
Tot slot bepleit de raadsvrouw dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de verdediging onvoldoende mogelijkheden heeft gehad de rechtmatigheid van de verkrijging van de Encrochat-data door de Franse autoriteiten en vervolgens door de Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie te toetsen. Daardoor is volgens de raadsvrouw geen sprake van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM.
Het beroep van het Openbaar Ministerie op het vertrouwensbeginsel, waardoor van de rechtmatigheid van de verkrijging van de data door de Franse autoriteiten zou moeten worden uitgegaan, gaat volgens de raadsvrouw niet op, nu Nederland vanaf het begin van het Franse onderzoek betrokken was bij het inzetten van de interceptietool die tot het verkrijgen van de Encrochat-data heeft geleid.
Daarnaast bepleit de raadsvrouw dat mogelijke vormverzuimen in het onderzoek 26Lemont, in welk onderzoek de Encrochat-data door de Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie zijn verkregen, ook gevolgen hebben voor de onderhavige zaak tegen verdachte, nu deze binnen het toetsingsbereik van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering vallen.
Indien en voor zover het voorgaande de rechtbank geen aanleiding zou geven het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, verzoekt de raadsvrouw subsidiair om de (door haar genoemde) stukken met betrekking tot de verkrijging van de Encrochat-data door de Franse autoriteiten en met betrekking tot het onderzoek 26Lemont aan het dossier toe te laten voegen, zodat de verdediging daarvan alsnog kennis kan nemen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt niet dat de verbalisanten die verdachte op 18 september 2020 hebben aangehouden hun verbaliseringsplicht hebben geschonden door op te schrijven dat verdachte werd aangehouden op grond van overtreding van artikel 9 van de Wegenverkeerswet. Dat achteraf is gebleken dat de verbalisanten zich hebben vergist – nu van zo’n overtreding geen sprake bleek te zijn – betekent niet dat zij doelbewust onjuiste informatie hebben opgeschreven.
De officier van justitie is daarnaast van mening dat de verbalisanten in de (huur)auto waarin verdachte reed mochten zoeken naar een identiteitsbewijs van de bijrijder, waaronder ook in het skiluik. Subsidiair stelt de officier van justitie dat de verbalisanten genoeg redenen hadden om te vermoeden dat er verdovende middelen in de auto zouden liggen, waardoor zij ook op grond van de Opiumwet in het skiluik hadden mogen kijken.
De officier van justitie stelt verder dat de politie en het Openbaar Ministerie meer dan genoeg redenen hadden om de woning van verdachte en de loods waarin zijn bedrijf gevestigd was te mogen doorzoeken. Hij ziet in het doorzoeken van die panden dan ook geen vormverzuim.
Ook het handelen van de verbalisant die het portier van de Mercedes Sprinter heeft geopend levert volgens de officier van justitie geen vormverzuim op. Voor de speculatie van de verdediging dat de verbalisant heeft gelogen over de anonieme getuige bestaat geen enkele grond en de verbalisant mocht op basis van de verklaring van die getuige en de vreemde geur die zij bij het voertuig rook het portier openen.
Tot slot stelt de officier van justitie – onder verwijzing naar uitspraken van andere rechtbanken – dat het gebruik van de Encrochat-data rechtmatig moet worden geacht. De stelling van de verdediging dat het Openbaar Ministerie de deelname aan een criminele organisatie enkel aan de tenlastelegging heeft toegevoegd om toegang te krijgen tot die data is nergens op gebaseerd en onjuist. De voorwaardelijke verzoeken die de verdediging in het kader van de Encrochat-data heeft gedaan moeten volgens de officier van justitie worden afgewezen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Om vast te stellen of sprake is van de door de verdediging genoemde vormverzuimen, zal de rechtbank eerst beoordelen wat over de feitelijke gang van zaken kan worden vastgesteld op basis van het dossier. Voor die vaststelling neemt de rechtbank als uitgangspunt de processen-verbaal van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de verbalisanten die verdachte op 18 september 2020 hebben aangehouden, en hun verklaringen bij de rechter-commissaris. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van hun verklaringen, mede doordat zij in de kern en op verschillende momenten hetzelfde hebben verklaard. Hoewel de raadsvrouw van verdachte meermalen heeft verwezen naar verdachtes versie van de gebeurtenissen op 18 september 2020, constateert de rechtbank dat verdachte hierover noch bij de politie, noch ter zitting, zelf een verklaring heeft afgelegd. De rechtbank volgt de gestelde lezing van verdachte en de lezing van bijrijder [bijrijder] niet, omdat enig aanknopingspunt daarvoor in het dossier ontbreekt.
Vaststelling feiten
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zagen in de nacht van 18 september 2020 een auto met een snelheid van meer dan 210 kilometer per uur rijden. De bestuurder van de auto bleek verdachte te zijn. In het politiesysteem zagen de verbalisanten dat verdachte geen geldig rijbewijs had, waarna zij hem aanhielden voor het overtreden van artikel 9 van de Wegenverkeerswet. Uit het politiesysteem bleek ook dat verdachte ‘een behoorlijk lijstje’ bij de politie had. Daarop hebben de verbalisanten ook de identiteit van de bijrijder gevorderd. Omdat de bijrijder geen identiteitsbewijs kon overleggen, hebben de verbalisanten een identiteitsfouillering uitgevoerd. Daarbij werd in de sok van de bijrijder een flesje aangetroffen, waar volgens de bijrijder GHB in zat. Daarna hebben de verbalisanten in de auto gekeken om te zoeken naar een identiteitsbewijs, waaronder in het skiluik. In het skiluik werden toen 104 pillen gevonden. Op enig moment na de aanhouding van verdachte is een speekseltest bij verdachte afgenomen, die wees op het gebruik van amfetamine en cocaïne.
Verbaliseringsplicht en aanhouding
De rechtbank is allereerst van oordeel dat geen sprake is van een schending van de verbaliseringsplicht. De verbalisanten hebben opgeschreven op basis van welke informatie zij hebben gehandeld, waarover zij consistent hebben verklaard. Achteraf is gebleken dat de verbalisanten op basis van onjuiste informatie hebben gehandeld (het rijbewijs van verdachte was niet ongeldig), maar niet is gebleken dat de verbalisanten bewust verkeerde informatie hebben opgeschreven. Van schending van de verbaliseringsplicht is pas sprake als verbalisanten bewust onjuiste of onvolledige informatie opnemen in hun proces-verbaal.
De rechtbank is met de raadsvrouw eens dat verdachte – achteraf gezien – is aangehouden op basis van onjuiste informatie. De rechtbank stelt echter vast dat verdachte ook op basis van het begaan van andere strafbare feiten had kunnen worden aangehouden, zoals het begaan van de snelheidsovertreding, het overtreden van de Opiumwet en het rijden onder invloed. De rechtbank ziet in de aanhouding van verdachte dan ook geen vormverzuim.
Doorzoeking auto
Gelet op de informatie over de antecedenten van [verdachte] en het aantreffen van het flesje in de sok van bijrijder [bijrijder] waarvan de bijrijder zei dat het GHB was, mochten de verbalisanten vervolgens de auto doorzoeken op grond van de Opiumwet. Dat de verbalisanten hebben opgeschreven dat de auto is doorzocht om op zoek te gaan naar een identiteitsbewijs van de bijrijder, maakt niet dat de toepassing van het dwangmiddel – de doorzoeking van de auto – onrechtmatig is geweest.
Doorzoeking woning en loods
De rechtbank constateert dat de machtiging voor het doorzoeken van de woning van verdachte later aan het dossier is toegevoegd, zodat op dat vlak geen vormvoorschrift is overtreden. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er voldoende redenen bestonden om de woning van verdachte en de loods waar zijn bedrijf gevestigd was te doorzoeken. Allereerst lagen er 104 pillen in de auto waarin verdachte reed, waarvan werd vermoed dat het XTCpillen waren (welk vermoeden later is bevestigd). Daarnaast waren bij de politie een paar maanden eerder anonieme brieven binnengekomen, waarin staat dat verdachte al jaren in drugs handelt vanuit een loods die op naam staat van “ [medeverdachte 1] ” uit [woonplaats] . Bovendien had verdachte al eerder strafbare feiten gepleegd die met drugs te maken hadden. Bij de doorzoeking van de woning van verdachte (die voorafging aan de doorzoeking van de loods) is tot slot een grote hoeveelheid geld aangetroffen, wat de verdenking tegen verdachte verder versterkte.
Openen portier Mercedes Sprinter en doorzoeking voertuigen
De politie had – gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen – een gerechtvaardigd vermoeden van overtreding van de Opiumwet en van het feit dat de loods daarin een rol speelde. Vervolgens hoorde verbalisant [verbalisant 3] van een anoniem gebleven getuige dat de voertuigen die op het terrein bij de loods stonden, waaronder de Mercedes Sprinter, bij de loods hoorden. De verbalisant liep daarop naar dat voertuig toe en rook bij het naderen van het voertuig een vreemde lucht. Daarmee ontstond de verdenking dat in het voertuig mogelijk ook drugs of daaraan gerelateerde zaken zouden liggen. De verbalisant mocht daarom, op grond van artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering, de deur van het voertuig openen. Ook op dit punt constateert de rechtbank daarom geen vormverzuim. Er bestaat geen enkele onderbouwing van de veronderstelling van de verdediging dat de politie lukraak voertuigen zou hebben geopend of dat het bestaan van de anonieme getuige zou zijn verzonnen. De rechtbank gaat dan ook uit van de processenverbaal die de verbalisanten hierover hebben opgemaakt.
“Opplussen” tenlastelegging
Over de toevoeging van de deelname aan een criminele organisatie aan de tenlastelegging overweegt de rechtbank dat het, gelet op het opportuniteitsbeginsel, aan het Openbaar Ministerie is om te bepalen voor welke strafbare feiten zij een verdachte vervolgt. Alleen al gelet daarop zal niet snel sprake zijn van een vormverzuim of misbruik van de bevoegdheid van de officier van justitie. Bovendien is voor het toevoegen van Encrochat-data niet vereist dat deelname aan een criminele organisatie op de tenlastelegging staat. Het gaat erom dat een verdachte wordt verweten dat hij strafbare feiten heeft gepleegd in georganiseerd verband. Gelet op de aard van de reeds bestaande verdenkingen en het feit dat daarbij het medeplegen ten laste is gelegd, was daarvan ook al sprake vóór de toevoeging van de verdenking met betrekking tot de deelname aan een criminele organisatie.
Encrochat
Over de verweren die zien op de Encrochat-data overweegt de rechtbank het volgende, allereerst wat betreft het voegen van de onderliggende stukken van en eventuele onrechtmatigheden in het Franse strafrechtelijke onderzoek en in onderzoek 26Lemont.
De Encrochat-data zijn onderschept door de Franse autoriteiten, in een Frans strafrechtelijk onderzoek naar het bedrijf Encrochat. Vervolgens zijn de data van Nederlandse gebruikers overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten in het kader van onderzoek 26Lemont. Vormverzuimen die in het Franse strafrechtelijk onderzoek en in onderzoek 26Lemont hebben plaatsgevonden hebben in beginsel, gelet op de Schutznorm, geen gevolgen voor dit strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte. De toepassing van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering is immers beperkt tot vormverzuimen die zijn begaan bij “het voorbereidend onderzoek” tegen de verdachte. Dat zou slechts anders zijn wanneer de data uit onderzoek 26Lemont van bepalende invloed is geweest op het verloop van het strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte. [1] Dat is echter niet het geval, aangezien de Encrochat-data pas in een veel later stadium aan het dossier zijn toegevoegd, toen er al veel belastend bewijsmateriaal tegen verdachte was verzameld. Het voegen van de onderliggende stukken uit het Franse onderzoek en uit onderzoek 26Lemont is om die reden dus niet nodig. Dat betekent dat het achterwege laten daarvan geen grond oplevert voor niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie en dat de voorwaardelijke verzoeken die de verdediging in dit kader (subsidiair) heeft gedaan worden afgewezen.
Nu de rechtbank reeds heeft geoordeeld dat eventuele vormverzuimen in het Franse strafrechtelijk onderzoek of in onderzoek 26Lemont vanwege de Schutznorm geen gevolgen hebben voor het strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte, kan hetgeen is bepleit over het vertrouwensbeginsel in het midden blijven. De rechtbank gaat daaraan derhalve voorbij.
Conclusie
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen verwerpt de rechtbank de verweren van de verdediging die strekken tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Ook wijst de rechtbank de (voorwaardelijke) verzoeken tot aanhouding of nader onderzoek af.
De rechtbank concludeert dat aan alle in de wet gestelde voorvragen is voldaan: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.
Nadere overwegingen
Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis overweegt de rechtbank verder reeds op deze plaats het volgende.
Bij pleidooi heeft de raadsvrouw verzocht om al hetgeen zij in het kader van haar preliminaire verweren heeft aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen. Indien en voor zover de rechtbank het Openbaar Ministerie wel ontvankelijk zou achten en de zaak (gelet op het voorwaardelijke verzoek) niet zou worden aangehouden om nadere stukken aan het dossier toe te voegen, verzoekt de raadsvrouw om de stukken die door de gestelde vormverzuimen zijn verkregen niet als bewijs te gebruiken. Als de rechtbank dat wel doet, verzoekt de raadsvrouw bij het bepalen van de straf rekening te houden met de vormverzuimen.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen verwerpt de rechtbank ook de verweren van de verdediging die strekken tot bewijsuitsluiting en/of strafvermindering.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Voor zover relevant wordt het standpunt van de officier van justitie verder besproken onder ‘het oordeel van de rechtbank’.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw vindt dat verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van
  • het bezit van 1,56 gram amfetamine (onderdeel van feit 1 parketnummer 16.235675.20),
  • het opzettelijk voorhanden hebben van een boksbeugel (onderdeel van feit 3 van parketnummer 16.177069.18) en
  • het opzettelijk voorhanden hebben van munitie (feit 4 van parketnummer 16.177069.18),
ten aanzien waarvan de verdediging zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. Voor zover relevant wordt het standpunt van de raadsvrouw verder besproken onder ‘het oordeel van de rechtbank’.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16.235675.20: onderzoek 09Aster
Inleiding
Op vrijdag 18 september 2020 zagen politieambtenaren een auto met zeer hoge snelheid rijden. De auto werd bestuurd door verdachte. In de auto werden 104 groene pillen gevonden. Daarna is de woning van verdachte doorzocht, waar onder andere grote hoeveelheden geld zijn aangetroffen. Dezelfde dag (en nog eens op 15 oktober 2020) zijn ook het door verdachte gehuurde bedrijfspand (een loods in [woonplaats] ), de voertuigen [2] die daar stonden en een zeecontainer naast de loods doorzocht. Door de politie zijn daar verschillende goederen aangetroffen waarvan werd vermoed dat het harddrugs betroffen, alsmede spullen die gebruikt werden of konden worden voor de productie van amfetamine. In november 2020 is ook een vrachtwagen doorzocht en in januari 2021 een garagebox. Daarbij zijn (ongeveer) dezelfde soort goederen aangetroffen. Bovendien is in één van de voertuigen bij de loods in [woonplaats] een mitrailleurgeweer met munitie aangetroffen. De tegen verdachte bestaande verdenking komt er, kort samengevat, op neer dat hij als lid en leider van een criminele drugsorganisatie betrokken is geweest bij alle drie de hiervoor genoemde locaties, in die zin dat hij daar samen met anderen goederen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de productie van en handel in amfetamine en dat hij zich bovendien heeft beziggehouden met de daadwerkelijke productie van en handel in amfetamine.
Overwegingen van de rechtbank
Gelet op de omvang van het dossier en ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis zijn de bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben.
De rechtbank acht – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten. Hieronder zal de rechtbank waar nodig nader uitleggen waarom zij dat vindt en ingaan op enkele verweren van de verdediging, voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten 2, 3, 6 en 7 overweegt de rechtbank allereerst het volgende. Uit het dossier volgt dat drie locaties werden gebruikt voor de voorbereiding van de productie van verdovende middelen: de loods met een container en voertuigen aan de [adres] in [woonplaats] , de Italiaanse vrachtwagen op de [straat] in [woonplaats] en de garagebox aan de [straat] in [woonplaats] . Verdachte was bij alle drie deze locaties betrokken. Op die locaties zijn (onder andere) goederen en grondstoffen aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij de productie van amfetamine en zijn bovendien ook harddrugs aangetroffen. De combinatie van de goederen die zijn aangetroffen, waaronder een reactieopstelling en verschillende grondstoffen voor amfetamine, leiden de rechtbank tot de conclusie dat deze goederen bedoeld waren voor de productie van amfetamine. Uit de berichten die verdachte via zijn Encrochat-accounts heeft verstuurd blijkt ook dat hij zich bezighield met de productie van en/of handel in amfetamine, MDMA, GHB en 2C-B (feit 2). Het verweer dat verdachte geen wetenschap had van (het doel van) de aangetroffen middelen slaagt dan ook niet.
Met betrekking tot de tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie (feit 8) stelt de rechtbank het volgende voorop. Voor een bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie is ten eerste vereist dat sprake is van een ‘organisatie’. Volgens vaste jurisprudentie betekent een organisatie: een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat de verdachte heeft samengewerkt met alle andere personen van de organisatie, dat hij die kende of dat er steeds in dezelfde samenstelling werd samengewerkt (vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134).
Een organisatie is ‘crimineel’ als die organisatie het plegen van misdrijven als doel heeft. Voor het bewijs van dat doel kan van belang zijn of er misdrijven in het kader van de organisatie zijn gepleegd, of de samenwerking duurzaam en gestructureerd was en of de activiteiten van deelnemers die gericht waren op de verwezenlijking van het doel van de organisatie planmatig of stelselmatig waren (onder meer HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0502).
Tot slot is voor een bewezenverklaring volgens de Hoge Raad vereist dat de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en bijdraagt aan het realiseren van het doel van de organisatie. De verdachte moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie een misdadig doel heeft, maar niet welke concrete misdrijven er zijn of worden gepleegd (HR 10 februari 2015, ECLI:NL:2015:264 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413).
In het kader van het voorgaande overweegt de rechtbank over het bestaan van een criminele organisatie (feit 8), de structuur daarvan en de bijdrage daaraan van verdachte en over het voorbereiden van de handel in en productie van amfetamine door verdachte (feiten 3, 6 en 7) het volgende. Verdachte huurde – aanvankelijk met medeverdachte [medeverdachte 1] en later alleen – de loods. Medeverdachte [medeverdachte 1] was naast verdachte het aanspreekpunt voor de verhuurder van de loods en beheerde een sleutel daarvan. Medeverdachte [medeverdachte 2] huurde de garagebox. Verdachte onderhield de contacten met afnemers, bepaalde de prijzen voor de harddrugs en grondstoffen daarvoor, kocht harddrugs en grondstoffen daarvoor in en stuurde anderen aan. Zo vraagt verdachte in een Encrochatgesprek of de gebruiker van het account ‘ [account] ’ een aantal kannen wil meenemen en op ‘het fort’ wil passen, waarna hij aangeeft dat [medeverdachte 1] er al is. De rechtbank gaat er – gelet op het feit dat [medeverdachte 1] vrijwel dagelijks bij de loods aanwezig was – van uit dat daarmee de medeverdachte [medeverdachte 1] wordt bedoeld. Ook wordt in de Encrochatcommunicatie duidelijk dat verdachte chauffeurs voor zich liet rijden. Eén van die chauffeurs was medeverdachte [medeverdachte 1] , zo blijkt uit de Encrochat-communicatie. Uit de tapgesprekken na de aanhouding van verdachte blijkt bovendien dat verdachte (ook) dan nog opdrachten aan de medeverdachten geeft, namelijk aan medeverdachte [medeverdachte 1] om de Italiaanse vrachtwagen leeg te trekken en te verplaatsen en aan medeverdachte [medeverdachte 2] om de huur van de garagebox te betalen. Door het tapgesprek over het leegtrekken en verplaatsen van de Italiaanse vrachtwagen, het Encrochat-gesprek waarin de vrachtwagen een “goeie om te smelten” wordt genoemd en de tapgesprekken waaruit volgt dat verdachte (“ [verdachte] ” waarmee kennelijk verdachte wordt bedoeld) de sleutel van de vrachtwagen aan zijn sleutelbos had, gaat de rechtbank ervan uit dat de in november 2020 aangetroffen goederen ook ten tijde van de aanhouding van verdachte in de vrachtwagen lagen en dat verdachte ook wist wat zich in de vrachtwagen bevond. Medeverdachte [medeverdachte 2] krijgt bovendien van een ander de opdracht om de Ring-camerabeelden te wissen, behalve de beelden waarop “de wouten” (de rechtbank begrijpt: de politie) te zien is. Gelet op de datum van dat laatste gesprek, één dag na de aanhouding van verdachte en de doorzoeking van de loods, gaat de rechtbank ervan uit dat dit camerabeelden van de loods betreffen. Alhoewel de hiervoor genoemde communicatie na de tenlastegelegde periode plaatsvindt, maakt die communicatie wel duidelijk dat in de tenlastegelegde periode sprake was van een gestructureerd samenwerkingsverband en een crimineel doel, waaraan verdachte leiding gaf. Het verweer van de verdediging op dit punt wordt dan ook verworpen.
Over de duurzaamheid van de criminele organisatie en de tenlastegelegde periode van de feiten 2, 3, 6, 7 en 8 wordt het volgende overwogen. De loods en container werden door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] vanaf 1 januari 2019 gehuurd, de garagebox werd door medeverdachte [medeverdachte 2] in ieder geval vanaf 1 januari 2020 gehuurd en uit de Encrochat-communicatie blijkt dat de Italiaanse vrachtwagen in beeld kwam op 6 april 2020. Uit de Encrochat-communicatie, die plaatsvond vanaf eind maart 2020 tot juni 2020, blijkt dat de organisatie op dat moment volop in bedrijf was. Uit de goederen die bij de doorzoekingen zijn aangetroffen en de camerabeelden van het terrein bij de loods blijkt dat de organisatie zich ook aan het einde van de tenlastegelegde periode nog bezighield met de productie van en handel in harddrugs. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat de criminele organisatie een duurzaam karakter had.
Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten onder 2, 3, 6, 7 en 8. Aangezien de exacte rol en betrokkenheid van derden bij de feiten 2, 3 en 6 onduidelijk is gebleven, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van medeplegen.
Ondanks dat niet vast te stellen is wanneer de organisatie precies is ontstaan, wanneer de genoemde locaties als opslag en uitvalsbasis in gebruik zijn genomen en wanneer de productie en handel in harddrugs is begonnen, staat vast dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten onder 2, 3, 6, 7 en 8. De rechtbank zal die feiten dan ook voor de gehele tenlastegelegde periode bewezen verklaren.
Met betrekking tot feit 1 overweegt de rechtbank het volgende. Met het aantreffen van verschillende harddrugs op de genoemde locaties (4.000 pillen 2C-B, 18 liter GHB en 963 LSD-zegels) en van goederen en DNA-sporen die duiden op verdere betrokkenheid van verdachte bij die harddrugs staat naar het oordeel van de rechtbank ook vast dat verdachte die harddrugs voorhanden heeft gehad.
De rechtbank verklaart bovendien bewezen dat verdachte de 104 XTC-pillen voorhanden heeft gehad die zijn aangetroffen in het skiluik van de huurauto waarin hij is aangehouden. De pillen zijn aangetroffen in de auto die hij op zijn naam heeft gehuurd en waarvan hij de bestuurder was. Gelet op de bewezenverklaring van de andere feiten – waaronder met name de handel in MDMA – gaat de rechtbank ervan uit dat die pillen van verdachte waren. De rechtbank ziet in het dossier geen enkele aanwijzing voor de stelling dat de pillen aan een derde toebehoren.
Gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen, veroordeelt de rechtbank verdachte dus voor het tenlastegelegde feit onder 1, met uitzondering van het tenlastegelegde medeplegen nu daarvoor geen bewijs bestaat.
Met betrekking tot feit 4 neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. Op één van de locaties, namelijk in de Mercedes Sprinter die bij de loods geparkeerd stond, is een automatisch vuurwapen met munitie aangetroffen. Gelet op de eerdere overweging van de rechtbank over het gebruik van dit voertuig door de criminele organisatie, waar verdachte de leider van was, en het aangetroffen DNA van verdachte op het vuurwapen – welke conclusie de rechtbank op basis van het onderzoek van het NFI trekt –, acht de rechtbank bewezen dat verdachte dat vuurwapen met de munitie voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder feit 4. De stelling van de verdediging dat het DNA van verdachte via secundaire overdracht op het vuurwapen terecht kan zijn gekomen, wordt dus verworpen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van medeplegen aangezien de exacte rol en betrokkenheid van derden bij feit 4 onduidelijk is gebleven.
De rechtbank overweegt over het onder feit 5 tenlastegelegde witwassen het volgende. In het huis van verdachte en in de Mercedes Brabus is een groot contant geldbedrag gevonden.
De verklaring van verdachte over een legale herkomst van het in de wasmand aangetroffen geldbedrag van € 12.005,-, vindt de rechtbank niet geloofwaardig. Daarbij is allereerst van belang dat verdachte hierover wisselend heeft verklaard. Bij de rechter-commissaris verklaarde hij dat hij dit geld heeft verdiend met loodgietersklussen, terwijl hij later bij de politie heeft verklaard dat hij € 8.000,- heeft geleend van zijn werkgever [werkgever] . Hoewel [werkgever] heeft bevestigd dat verdachte geld heeft geleend, lijkt dit een opzetje te zijn, gelet op het afgetapte telefoongesprek dat verdachte voerde terwijl hij in voorarrest zat op 2 november 2020: “En kan jij [werkgever] even bellen voor de 12 die gevonden waren weet je wel, dat zijn geld, of hij die kan verantwoorde toevallig, dat zou mooi zijn, dan hoop ik dat ik dat terug krijg snap je.”
De rechtbank verklaart dus ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 5 tenlastegelegde witwassen.
Partiële vrijspraak
Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen zal zij verdachte vrijspreken van het medeplegen van de feiten 1, 2, 3, 4 en 6. Daarnaast komt de rechtbank tot een vrijspraak op de volgende onderdelen van de tenlastelegging:
  • Het voorhanden hebben van ‘een loods’ (feit 3) en ‘een garagebox’ (feit 7). Met ‘voorwerpen’ in artikel 10a Opiumwet worden geen onroerende zaken bedoeld.
  • Het voorhanden hebben van de voorwerpen die zijn genoemd onder de drie laatste gedachtestreepjes in feit 7. In het dossier bevindt zich geen bewijs dat deze voorwerpen zijn bestemd tot het bereiden van amfetamine.
Voorwaardelijke verzoeken
De rechtbank verwerpt tot slot de voorwaardelijke verzoeken van de verdediging tot het horen van verschillende getuigen. De rechtbank heeft de eerdere verzoeken van de verdediging tot het horen van deze getuigen in augustus 2021 al afgewezen. De verdediging heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die de rechtbank nu tot een ander oordeel brengen.
Parketnummer 10.117069.18: onderzoek Makalu
De rechtbank acht – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten. Hieronder zal de rechtbank waar nodig nader uitleggen waarom zij dat vindt en ingaan op enkele verweren van de verdediging, voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen.
Bewijsuitsluiting wegens ontbreken machtiging?
De verdediging vindt dat alles wat bij de doorzoeking van de woning van verdachte is gevonden, moet worden uitgesloten van het bewijs, omdat er onvoldoende grond bestond om de woning te doorzoeken op grond van de Wet Wapens en Munitie. Er is immers slechts een melding van informanten die niet nader is onderzocht. Uit het dossier blijkt bovendien dat vervolgens, na het aantreffen van een tasje met geld en drugs, enkel een mondelinge machtiging door de rechter-commissaris is afgegeven voor doorzoeking op grond van de Opiumwet, maar deze niet is gevolgd door een schriftelijke machtiging. Ook dit vormverzuim dient tot bewijsuitsluiting te leiden.
De officier van justitie vindt dat er wel voldoende grond was voor de doorzoeking, maar is met de verdediging eens dat de mondelinge machtiging van de rechter-commissaris schriftelijk had moeten worden bevestigd. Volgens de officier van justitie kan de rechtbank volstaan met een constatering van dat vormverzuim.
De rechtbank is niet met de verdediging eens dat er onvoldoende redenen voor de doorzoeking van de woning van verdachte bestonden, aangezien de politie van meerdere informanten kort voor de doorzoeking de melding had gekregen dat verdachte over wapens zou beschikken en daarin zou handelen. Deze meldingen waren voldoende concreet en specifiek (“ [verdachte] heeft de beschikking over meerdere vuurwapens” en “ [A] uit [woonplaats] is in het bezit van meerdere vuurwapens. Hij biedt deze te koop
aan. [A] doet dit voor [verdachte] uit [woonplaats] ”). Bovendien werden deze meldingen als betrouwbaar aangeduid. Een machtiging voor de doorzoeking mocht dus afgegeven worden op grond van een redelijkerwijs vermoeden van (vuur)wapenbezit.
De rechtbank stelt met de verdediging en de officier van justitie vast dat sprake is van een vormverzuim, doordat een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris voor de daarop volgende algehele doorzoeking van de woning van verdachte op grond van de Opiumwet ontbreekt in het dossier. Wel heeft de rechter-commissaris mondeling toestemming gegeven voor de doorzoeking, zoals vermeld in het proces-verbaal van de politie. De geschonden norm betreft dus niet het ontbreken van de voorgeschreven rechterlijke toestemming voor de doorzoeking van een woning, maar het ontbreken van de schriftelijke vastlegging daarvan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat met een constatering van dit vormverzuim kan worden volstaan.
Bewijsoverweging over voorhanden hebben van drugs (feit 1) en stiletto (feit 3)
De verdediging heeft vrijspraak bepleit omdat verdachte niet wist wat er aan drugs in de woning lag en van wie het was. Ook wist verdachte niet dat er een stiletto in de woning was.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de tenlastegelegde harddrugs opzettelijk aanwezig heeft gehad. Gevraagd naar de aangetroffen harddrugs, heeft verdachte verklaard dat hij in het weekend wel eens iets gebruikt met vrienden en dat er dan wel eens iets blijft liggen. Daarmee staat vast dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van harddrugs in zijn woning en ook dat hij daarover beschikkingsmacht had. Het (voorwaardelijk) opzet op het bezit van de aangetroffen drugs is daarmee gegeven. Dat hij niet precies wist welke drugs in welke hoeveelheid in de woning aanwezig was, maakt dat niet anders.
De verdediging heeft er wat betreft de stiletto op gewezen dat er meerdere mensen in zijn woning verbleven, maar verdachte heeft op de zitting en bij de politie daar niet over verklaard. Gelet op het feit dat de stiletto op de benedenverdieping is aangetroffen in de woning waar – volgens zijn verklaring – alleen verdachte woont, waar ook een boksbeugel en munitie is gevonden, neemt de rechtbank aan dat verdachte wist van de stiletto.
Bewijsoverweging over het witwassen (feit 2)
Juridisch kader
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling van witwassen vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit
enigmisdrijf.
Als op grond van de bewijsstukken in het dossier geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf kan toch bewezen worden verklaard dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van zo’n aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de volgens verdachte alternatieve herkomst van het voorwerp.
Om vervolgens bewezen te verklaren dat sprake is van witwassen, moet uit de resultaten van dat onderzoek blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het tenlastegelegde voorwerp een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Beoordeling
De rechtbank stelt in het kader van het voorgaande vast dat er sprake was van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen, aangezien verdachte een aanzienlijk contant geldbedrag in huis bewaarde. Uit het proces-verbaal van de doorzoeking van de woning blijkt dat in totaal een bedrag van € 26.654,75 is aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat een deel van het geldbedrag spaargeld voor zijn dochter betreft. Een geldbedrag van € 25.000,- heeft hij bovendien contant geleend van een vriend in verband met de aankoop van een woning, aldus verdachte. Verdachte wilde niet verklaren wie die vriend is.
De rechtbank oordeelt dat de niet nader onderbouwde verklaring van verdachte niet een concrete en verifieerbare verklaring betreft over de herkomst van het geld en het vermoeden van witwassen daarom niet kan weerleggen. De rechtbank concludeert dan ook dat het niet anders kan dan dat het in de woning van verdachte gevonden geldbedrag, onmiddellijk of middellijk, geheel of gedeeltelijk afkomstig is uit enig misdrijf en dat verdachte dat ook wist.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16.235675.20
1. in de periode van 18 september 2020 tot en met 27 november 2020 te Vianen en te Beesd, gemeente West Betuwe, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 104 pillen bevattende MDMA en
- een wikkel met 1,56 gram amfetamine en
- 4.000 pillen 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en
- 18 liter GHB (4-hydroxyboterzuur) en
- 963 LSD zegels,
zijnde MDMA, amfetamine, 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine), GHB (4-hydroxyboterzuur) en LSD, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
2. op meerdere momenten in de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 in Nederland, meermalen telkens opzettelijk heeft bereid en/of verkocht en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine), GHB (4 -hydroxyboterzuur) en MDMA (3,4-methyleendioxyrnethamfetamine), zijnde amfetamine, 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine), GHB (4-hydroxyboterzuur) en MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
3. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 18 september 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, verkopen, verstrekken en/of vervoeren van amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- meerdere voertuigen en
- een zeecontainer en
- meerdere jerrycans onder meer gevuld met de vloeistof methanol en
- een reactieopstelling (in een autobus) en
- een volgelaatsmasker en
- twee maatbekers van 5 liter en
- een zwarte emmer van 20 liter met een lepel en een roerder en
- een kunststof scheitrechter van 100 liter en
- een vacuummachine en
- 120 kilo BMK glycidezuur en
- 25 kilo APAA en
- 4 kilo MAPA en
- 20 liter methanol en
- een zak met 25 kilo caustic soda,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
4. op 18 september 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, een wapen van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten
een mitrailleurgeweer, merk: Auto Ordnance, model: Thompson, kaliber: .45, wapennummer: [wapennummer] , zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer
en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15 scherpe patronen (kaliber: .45 auto, merken: W-W (8x), TZZ en/of IMI (5x), Geco (lx) en CBC (lx)), bestemd voor genoemd mitrailleurgeweer
voorhanden heeft gehad;
5. op 18 september 2020 te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden, en te Beesd, gemeente West Betuwe, meerdere bankbiljetten (ter waarde van 12.005,- euro en 1.250,- euro en 500,- euro en 6.300,- euro), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die bankbiljetten geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
6. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 27 november 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, verkopen, verstrekken en/of vervoeren van amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- een vrachtwagen en
- jerrycans en
- meerdere laboratoriumgoederen (waaronder RVS ketels, een RVS stoomketel, een vuilwaterpomp, een gasslang en een gasbrander) en
- ca. 18 liter mierenzuur en
- ca. 400 liter formamide en
- een hoeveelheid zoutzuur en
- een hoeveelheid caustic soda,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
7. in de periode van 17 juni 2020 tot en met 12 januari 2021 te Beesd, gemeente West Betuwe, tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, verkopen, verstrekken en/of vervoeren van amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- meerdere jerrycans en
- ca. 48 liter zoutzuur en
- ca. 22 liter formamide en
- ca. 56 liter methanol en
- ca. 58 liter mierenzuur en
- een maatbeker (met wit-bruine restanten en de geur van amfetamine) en
- meerdere strijkzakken met een strijkijzer,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededader wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
8. in de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde lid van de Opiumwet, te weten het verkopen en/of verstrekken en/of vervoeren van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, en/of een misdrijf als bedoeld in artikel 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten het plegen van voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd artikel;

10.117069.18

1. op 5 september 2018 te Leerdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 24 gram van een materiaal bevattende MDMA, GHB en amfetamine, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), GHB (4hydroxyboterzuur) en amfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2. op 5 september 2018 te Leerdam een geldbedrag ter waarde van € 26.654,75 voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
3. op 5 september 2018 te Leerdam
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 3º van de Wet wapens en munitie, te weten een boksbeugel, en
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto,
voorhanden heeft gehad;
4. op 5 september 2018 te Leerdam munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie II onder 1º, te weten 5 patronen, kaliber 9mm, zijnde munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van Categorie II, voorhanden heeft gehad.
Verdachte wordt vrijgesproken van alles wat meer of anders ten laste is gelegd dan wat hierboven is bewezen. De rechtbank heeft taal- en spelfouten uit de tenlastelegging in de bewezenverklaring verbeterd. Dat is niet nadelig voor verdachte.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Over het onder feit 5 van parketnummer 16.235675.20 bewezen verklaarde witwassen overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op de overige bewezen verklaarde feiten (waaronder met name de handel in harddrugs) neemt de rechtbank aan dat de aangetroffen geldbedragen afkomstig zijn uit eigen misdrijf. Daar heeft de verdediging ook (subsidiair) op gewezen. In zo’n geval stelt de Hoge Raad aan de strafbaarheid van die gedraging een nadere motiveringseis. Uit de motivering van het oordeel van de rechter dat sprake is van witwassen moet blijken dat naast het bewezen verklaarde verwerven of voorhanden hebben (van in dit geval de geldbedragen) ook sprake is geweest van een gedraging van de verdachte die gericht is geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. De bedragen in de woning waren op geen enkele wijze verborgen of verhuld. Gelet op de strenge jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt is ook het bewaren van geld onder de vloermat van een auto, zoals het geval was in de Mercedes Brabus, daarvoor onvoldoende. Verdachte zal ten aanzien van feit 5 van parketnummer 16.235675.20 dan ook worden ontslagen van rechtsvervolging, nu van een strafbaar feit geen sprake is.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat aan verdachte niet ten laste is gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan eenvoudig witwassen, dat wil zeggen het voorhanden hebben van voorwerpen (geldbedragen) die afkomstig zijn van eigen misdrijf.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de overige bewezen verklaarde feiten uitsluit, zodat die feiten strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16.235675.20
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
6. om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
7. medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
8. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vierde lid en 10a, eerste lid van de Opiumwet;
De rechtbank overweegt dat tussen het bezit (feit 1) en het vervoeren (feit 2) van MDMA en amfetamine eendaadse samenloop bestaat, wat de rechtbank zal meenemen bij het bepalen van een passende straf.
10.117069.18
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
witwassen, meermalen gepleegd;
3. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
4. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie neemt verdachte kwalijk dat hij zoveel ernstige strafbare feiten heeft gepleegd die de samenleving ondermijnen. Voor de feiten die verdachte heeft gepleegd is wat de officier van justitie betreft alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Daarnaast moet aan verdachte volgens de officier van justitie een fikse geldboete worden opgelegd, vanwege de enorme geldbedragen die met drugshandel worden verdiend.
De officier van justitie vordert dat aan verdachte een gevangenisstraf van acht jaren en een geldboete van € 50.000,- wordt opgelegd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om bij het bepalen van een eventuele straf rekening te houden met het lange voorarrest van verdachte, het feit dat hij een jonge dochter heeft waar het niet goed mee gaat en tot slot zijn eigen bedrijf en woning. De eis van de officier van justitie vindt de raadsvrouw tegenover vergelijkbare strafzaken erg hoog.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij het bepalen van een passende straf rekening gehouden met de ernst van de strafbare feiten, de omstandigheden waaronder verdachte die feiten heeft gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf van acht jaren op. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij deze straf heeft bepaald.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft in een periode van meerdere maanden deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de productie van en handel in synthetische harddrugs. De rechtbank gaat ervan uit dat de criminele organisatie in ieder geval vanaf 1 januari 2020 bestond, aangezien dat het moment is dat de garagebox, die gebruikt werd als opslag- en productielocatie voor harddrugs, door een lid van de criminele organisatie werd gehuurd en omdat uit de Encrochat-communicatie blijkt dat de criminele organisatie eind maart 2020 al volop in bedrijf was. Vóór 1 januari 2020 werd het terrein waarop de loods stond bovendien al een jaar gehuurd.
Verdachte heeft zich daarnaast, al dan niet samen met anderen, schuldig gemaakt aan de voorbereiding van amfetamineproductie en -handel op drie verschillende locaties. Hij heeft bovendien verschillende wapens, waaronder een automatisch vuurwapen, crimineel geld en harddrugs in bezit gehad.
Algemeen is bekend dat de productie van en handel in synthetische drugs zeer schadelijk is voor de gezondheid van mensen, en dan met name de gebruikers van die middelen. Bovendien bekostigen gebruikers de drugs die zij kopen vaak door strafbare feiten te plegen, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan de samenleving.
Het chemisch afval dat ontstaat bij de productie wordt bijna altijd illegaal gedumpt, waardoor grote schade ontstaat aan het milieu. Zowel de productie van een synthetische drug zoals amfetamine, als het daaruit voortkomende chemische afval en het dumpen van dat afval, zijn dan ook maatschappelijk ontwrichtend.
In strafverzwarende zin zal de rechtbank daarnaast meewegen dat verdachte de leider van de criminele organisatie was en dat de organisatie zich, gelet op de hoeveelheid aangetroffen grondstoffen voor amfetamine en de Encrochat-communicatie, bezighield met grootschalige productie van en handel in amfetamine dan wel de grondstoffen daarvoor. Uit de bewezen verklaarde feiten uit 2018 blijkt bovendien dat verdachte zich al lange tijd bezighield met harddrugs.
Tot slot weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat verdachte enkel heeft gedacht aan het verdienen van geld en zich totaal geen zorgen heeft gemaakt om de risico’s voor omwonenden en de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu. Op geen enkel moment in het proces heeft verdachte verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag. Hij heeft na zijn aanhouding zelfs sporen proberen te wissen, door leden van de criminele organisatie daartoe opdracht te geven. De rechtbank neemt dat verdachte kwalijk.
Door de ernst en omvang van de door verdachte gepleegde feiten vindt de rechtbank dat het strafdoel van vergelding voorop moet staan en dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur passend is.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit het strafblad (de ‘justitiële documentatie’) van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder voor het bezit van harddrugs en een wapen. Aangezien die veroordeling niet in verhouding staat tot de ernst en omvang van de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten, weegt de rechtbank die veroordeling niet mee bij het bepalen van een straf.
8.3.3
Conclusie
De oriëntatiepunten die rechters gebruiken bij het bepalen van een straf (de ‘LOVS-oriëntatiepunten’) schrijven alleen al voor de handel en productie in harddrugs vanuit een criminele organisatie in hoeveelheden zoals verdachte heeft gedaan een gevangenisstraf van minstens zes jaar voor. Dat maakt dat de rechtbank de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf passend vindt. Zij zal die straf dan ook aan verdachte opleggen. De rechtbank ziet geen meerwaarde in het opleggen van een geldboete, aangezien de bij verdachte in beslag genomen geldbedragen verbeurd zullen worden verklaard.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

16.235675.20
Teruggave
De rechtbank zal bepalen dat de volgende in beslag genomen voorwerpen aan verdachte moeten worden teruggegeven (nummers 13, 14, 15, 17, 20, 21, 29 en 40 t/m 44 van de beslaglijst):
  • een Jumbo fles;
  • een iPhone;
  • een keukenartikel;
  • een Samsung telefoon;
  • een horloge;
  • een sieraad;
  • een Samsung telefoon;
  • twee kluissleutels;
  • drie toegangspassen;
  • een factuur;
  • een schaar;
  • een snoer;
  • drie kluissleutels;
en het volgende goed (nummer 38 van de beslaglijst) aan de rechthebbende ( [rechthebbende] ):
- een auto, Mercedes Benz.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren (nummer 12, 22 t/m 26, 32 t/m 37, 39 van de beslaglijst alsmede vier niet op de beslaglijst genoemde voertuigen):
  • een vacuümmachine/inpakmachine;
  • een geldtelmachine;
  • twee weegschalen;
  • vacuümzakken;
  • geldbedragen;
  • de papieren horende bij de Scania vrachtwagen met kenteken [kenteken ] ;
  • een Mercedes Brabus met kenteken [kenteken ] ;
  • een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken ] ;
  • een Opel Corsa met kenteken [kenteken ] ;
  • een Scania vrachtwagen met kenteken [kenteken ] .
De geldbedragen zijn geheel of grotendeels uit baten van de onder 2 en 8 bewezen verklaarde feiten verkregen. Met behulp van de overige voorwerpen zijn de onder 2, 3, 6, 7 en 8 bewezen verklaarde feiten begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer (nummer 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 16, 18, 19, 27, 28 en 31):
  • een vuurwapen;
  • een patroonhouder;
  • munitie;
  • verschillende drugs, inclusief verpakking (wikkel, sealbag of jerrycan);
  • een kogelwerend vest;
  • een mes;
  • medicijnen;
  • pepperspray.
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot het vuurwapen, de patroonhouder en de munitie is het onder 4 bewezen verklaarde feit begaan. Met betrekking tot een aantal verdovende middelen zijn de feiten onder 1, 2, 3, 6, 7 en 8 begaan. De overige voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.
10.117069.18
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal bepalen dat de volgende in beslag genomen voorwerpen aan verdachte moeten worden teruggegeven:
- twee flesjes vloeistof.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
- geldbedragen.
Met betrekking tot deze geldbedragen is het onder 2 bewezen verklaarde feit begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer;
  • vijf patronen;
  • een boksbeugel;
  • een stiletto;
  • verschillende drugs.
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot de munitie, de boksbeugel en de stiletto zijn de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten begaan. Met betrekking tot de drugs die zijn gevonden in het huis van verdachte is het onder 1 bewezen verklaarde feit begaan. De overige voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 46, 47, 55, 57, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet en 13, 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder parketnummer 16.235675.20 onder 5 bewezen verklaarde feit niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van dat feit;
- verklaart de overige bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert die zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
8 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
16.235675.20
  • een Jumbo fles (G2698281);
  • een iPhone (G2698215);
  • een keukenartikel (G2698217);
  • een Samsung telefoon (G2698229);
  • een horloge (G2698287);
  • een sieraad (G2698319);
  • een Samsung telefoon (G2698347);
  • twee kluissleutels (G2698420);
  • drie toegangspassen (G2698388);
  • een factuur (G2708843);
  • een schaar (G2708867);
  • een snoer (G2740421);
  • drie kluissleutels (G2765421);
10.117069.18
 twee flesjes vloeistof (G5670552; G5670553);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende ( [rechthebbende] ) van het volgende voorwerp:
 een auto, Mercedes Benz (G2698890);
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
16.235675.20
  • een vacuümmachine/inpakmachine (G2698372);
  • een geldtelmachine (G2698348);
  • twee weegschalen (G2698360; G2698362);
  • vacuümzakken (G2698376 en G2698377);
  • geldbedragen (G2698015; G2698284; G2698290; G2698297; G2698316 en G2698365);
  • de papieren horende bij de Scania vrachtwagen met kenteken [kenteken ] (G2741728);
  • een Mercedes Brabus met kenteken [kenteken ] ;
  • een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken ] ;
  • een Opel Corsa met kenteken [kenteken ] ;
  • een Scania vrachtwagen met kenteken [kenteken ] ;
10.117069.18
 geldbedragen (G5670642; G5670663; G5670628; G5670612);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
16.235675.20
  • een vuurwapen (G2698864);
  • een patroonhouder (G2698867);
  • munitie (G2698309);
  • verschillende drugs, inclusief verpakking (wikkel, sealbag of jerrycan) (G2697915; G2698369; G2698227; G2698293; G2698375);
  • een kogelwerend vest (G2698368);
  • een mes (G2698367);
  • medicijnen (G2698374; G2698379; G2698383; G2698364);
  • pepperspray (G2698300);
10.117069.18
  • vijf patronen (G5670570);
  • een boksbeugel (G5670561);
  • een stiletto (G5670563);
  • verschillende drugs (G5670537; G5670540; G5670543; G5670546; G5670549; G5670550; G5670551; G5670556; G5670558; G5670559; G5670560; G5670562).
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, voorzitter, mrs. H.A. Brouwer en A.A.T. Werner, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F. Verkuijlen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 september 2022.
Mr. Werner is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16.235675.20
1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 september 2020 tot en met 27 november 2020 te Vianen en/of te Beesd, gemeente West Betuwe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 104 pillen bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
- een wikkel met 1,56 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
- 4.000 pillen 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende pillen 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of
- 18 liter GHB (4-hydroxyboterzuur), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB (4-hydroxyboterzuur) en/of
- 963 LSD zegels, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) GHB (4-hydroxyboterzuur) en/of LSD (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2. hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 te Leerdam en/of te Beesd, gemeente West Betuwe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of GHB (4 -hydroxyboterzuur) en/of MDMA (3,4-methyleendioxyrnethamfetamine), zijnde amfetamine en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of GHB (4-hydroxyboterzuur) en/of MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(art 10 lid 1 ahf/ond a alinea Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

3. hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 17 juni 2020 tot en met 18 september 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1 voor te bereiden en/of te bevorderen
- een loods en/of
- meerdere voertuigen en/of
- een zeecontainer en/of
- meerdere jerrycans onder meer gevuld met de vloeistof methanol en/of
- (complete) reactieopstelling (in een autobus) en/of
- een volgelaatsmasker en/of
- twee maatbekers van 5 liter en/of
- een zwarte emmer van 20 liter met lepel en een roerder en/of
- een kunststof scheitrechter van 100 liter en/of
- een vacuummachine en/of
- 120 kilo BMK glycidezuur en/of
- 105 kilo APAA en/of
- 4 kilo MAPA en/of
- 30 liter methanol en/of
- een zak met 25 kilo caustic soda,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
4. hij op of omstreeks 18 september 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een mitrailleurgeweer, merk: Auto Ordnance, model: Thompson, kaliber: .45, wapennummer: [wapennummer] , zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 15 scherpe patronen (kaliber: .45 auto, merken: W-W (8x), TZZ en/of IMI (5x), Geco (lx) en/of CBC (lx)), zijnde voor genoemd mitrailleurgeweer munitie voorhanden heeft gehad;
(art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
5. hij in of omstreeks de periode van 18 september 2020 tot en met 25 september 2020, te Leerdam, gemeente Vijfheerenlanden en/of te Beesd, gemeente West Betuwe, althans in Nederland, een voorwerp, te weten meerdere bankbiljetten (ter waarde van 12.005 euro en/of 1250 euro en/of 500 euro en/of 6300 euro), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet,
en/of
van een voorwerp, te weten meerdere bankbiljetten (ter waarde van 12.005 euro en/of 1250 euro en/of 500 euro en/of 6300 euro) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
6. hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 17 juni 2020 tot en met 27 november 2020 te Beesd, gemeente West Betuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst T voor te bereiden en/of te bevorderen
- een vrachtwagen en/of
- jerrycans en/of
- meerdere laboratoriumgoederen (waaronder RVS ketels, RVS stoomketel, vuilwaterpomp, een gasslang en/of een gasbrander)
- ca. 18 liter mierenzuur en/of
- ca. 400 liter formamide en/of
- een hoeveelheid zoutzuur en/of
- een hoeveelheid caustic soda,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
7. hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 17 juni 2020 tot en met 12 januari 2021 te Beesd, gemeente West Betuwe tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst T voor te bereiden en/of te bevorderen
- een garagebox en/of
- een of meerdere jerrycans en/of
- ca. 48 liter zoutzuur en/of
- ca. 22 liter formamide en/of
- ca. 56 liter methanol en/of
- ca. 58 liter mierenzuur
- een maatbeker (met wit-bruine restanten en de geur van amfetamine) en/of
- een of meerdere gascilinders en/of
- een of meerdere strijkzakken met een strijkijzer en/of
- een sealzak met restanten van een wit poeder en/of
- een plastic zak met (ca. 23 gram) heldere kristallen en/of
- een of meerdere doosjes met restanten wit poeder,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
8. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 18 september 2020 te Leerdam en/of te Beesd, gemeente West Betuwe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet, te weten het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, en/of een misdrijf als bedoeld in artikel 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten het plegen van voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd artikel;

(art lid 1 Opiumwet, art 10 lid 3 Opiumwet, art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

10.117069.18
1. hij op of omstreeks 05 september 2018 te Leerdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 24 gram, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of GHB en/of amfetamine, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of GHB (4hydroxyboterzuur) en/of amfetamine(een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )

2. hij op of omstreeks 5 september 2018, te Leerdam, althans in Nederland, een voorwerp, te weten meerdere bankbiljetten, althans een geldbedrag ter waarde van 27082,05 euro, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten meerdere bankbiljetten, althans een geldbedrag ter waarde van 27082,05 euro gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )

3. hij op of omstreeks 05 september 2018 te Leerdam, in elk geval in Nederland,
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 3º van de Wet wapens en munitie, te weten een boksbeugel, en/of
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto, voorhanden heeft gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )
4. hij op of omstreeks 05 september 2018 te Leerdam, in elk geval in Nederland, munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie II onder 1º, te weten 5 patronen, kaliber 9mm, zijnde munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van Categorie II voorhanden heeft gehad.

( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )

Bijlage II: de bewijsmiddelen
Parketnummer 16.235675.20: onderzoek 09Aster [3]
Aanhouding [verdachte]
In een proces-verbaal over de aanhouding van verdachte [verdachte] staat het volgende:
Op (…) 18 september 2020, omstreeks 02.23 uur (...) zagen wij op de Rijksweg A2 een zwart kleurige Mercedes-Benz met zeer hoge snelheid rijden. (…) In het voertuig zat als bestuurder:[verdachte][1987] te [geboorteplaats](...)In het voertuig vonden wij in het skiluik een plastic bakje met daarin 104 groene pillen.
(…)
Aan het bureau werd de verdachte [verdachte] onderworpen aan een insluiting fouillering. In zijn fouillering trof ik een papiertje aan. (...) Wij zagen dat hierin wit poeder zat.
Goed(eren):
PL0900-2020303896-2697915, wikkel met cocaine, aangetroffen in de tas van [verdachte]
PL0900-2020303896-2697920, medicamenten/hulpmiddelen, verdovende mid (Xtc), 104 stuks. [4]
In een proces-verbaal aanhouding van de verdachte [verdachte] staat het volgende:
Op (…) 18 september 2020 omstreeks 02:30 uur, hielden wij op de A2 ter hoogte van hectometerpaal 73.0 rechter rijbaan, Vianen Ut (…) als verdachte aan:
Verdachte
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte] [5]
In een proces-verbaal over het onderzoek aan de aangetroffen pillen staat het volgende:
Goednummer: PL0900-2020303896-2697920Relatie met SIN: AANZ6096NLOmschrijving: 104 groene tabletten [6]
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft de hierboven genoemde pillen onderzocht. In een rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Conclusie
AANZ6096NL
bevat MDMA [7]
In een proces-verbaal over het onderzoek aan de aangetroffen wikkel met wit poeder staat het volgende:
Goednummer: PL0900-2020303896-2697915Relatie met SIN: AAOA1834NLGewicht: 1,56 gram [8]
Het NFI heeft het hierboven genoemde poeder onderzocht. In een rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Conclusie
AAOA1834NL
bevat amfetamine [9]
[adres] in [woonplaats]
In een proces-verbaal over de doorzoeking van de woning aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
Op (…) 18 september 2020 (…) werd (…) aangehouden:
[verdachte] (…) wonende aan de [adres] te [woonplaats] (…)
Op (…) 18 september 2020 werd de woning betreden (…) [10]
In beslag genomen goederen [11]
244 biljetten van 5,- Euro = 1220,- Euro

2 biljetten van 10,- Euro = 20,- Euro

4 halve briefjes van 5,-, delen horen bij elkaar = 10,- Euro

Dit betreft een totaalbedrag van 1.250,- Euro aan briefgeld. (…)
een totaalbedrag van 12.005,- Euro aan briefgeld (…)
een totaalbedrag van 500,0 Euro aan briefgeld. [12]
[adres] in [woonplaats] : de loods, zeecontainer en voertuigen
Waar werden de loods, de zeecontainer en de voertuigen voor gebruikt?
In een proces-verbaal over de doorzoeking van de loods aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
Op (…) 18 september 2020 bevonden wij (…) ons op de [adres] te [woonplaats] . [13] (…)
In beslag genomen goederen:
Boven in bedrijfspand (…)- Vacumeermachine in de kast met daarbij vacuumzakken. (…)
Overig: (…)- vuurwapen in gele bus ( [kenteken ] ) naast het bedrijfspand (…).- 4 zakken van 1000 pillen (…) met als opdruk het logo van: "Maybach". Aangetroffen in de zwarte Mercedes met handelaars kentekenplaten. (…)
- 1 jerrycan half vol getest door het LFO op am[p]hetamine, productie gereed. In Opel Corsa. (…)
Naast het gele busje stonden twee zeecontainers. (…) In een van de twee containers zijn restanten van amphetamine aangetroffen. [14]
In een proces-verbaal over de tweede doorzoeking van de loods aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
Op (…) 15 oktober 2020 is er een 2de doorzoeking geweest in het pand gelegen aan de [adres] in [woonplaats] (…).
Tijdens de zoeking is [een] verborgen ruimte aangetroffen in de vloer van een houten zolder (...) In de verborgen ruimte lagen twee vellen LSD zegels. [15] (…) In de kantoorruimte op de eerste verdieping van het bedrijfspand lag in een geopende bureaulade een schrijfblok met aantekeningen die verwijzen naar grondstoffen die gebruikt worden bij de productie van drugs (zoutzuur, formamide, mierenzuur, causitc en apaan).
In de kantoorruimte lag ook het boek “secrets of methamphetamine manufacture”. [16]
In een proces-verbaal over het onderzoek naar de hierboven genoemde LSD zegels staat het volgende:
Goednummer: PL0900-2020303896-2741812 (…)Relatie met SIN: AANW6552NL (…)Omschrijving: 2 vellen LSD zegelsGewicht netto: 17,75 gram [17] (…)Plaats veiligstellen: 963 lsd zegels [18]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de hierboven genoemde LSD zegels. In het rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Resultaat
AANW6552NL
bevat LSD [19]
Uit de kennisgeving van inbeslagneming van de Mercedes Brabus blijkt het volgende:
Adres : [adres] i (…) [woonplaats] (…)
Reden : Doorzoeking van de Mercedes voorzien van Duitse kentekenplaten [kenteken ] . Onder de mat van de bijrijdersstoel lagen bankbiljetten (…)
Omstandigheden: Op 18 september 2020 is er een personenauto van het merk Mercedes in beslag genomen. [20]
In een proces-verbaal van de Landelijke Eenheid over het aantreffen van synthetische stoffen op het terrein aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
Buiten het bedrijfspand werden wij gewezen op een bedrijfsauto van het merk en type Mercedes-Benz Sprinter, voorzien van kenteken [kenteken ] . [21]
Woning/bedrijfspand [22]
AAJD5122NL
W-1
W-1A
Jerrycan 20L, met daarin restanten van een heldere basische vloeistof, met geur amfetamine.
Restant vloeistof volledig als monster
AAJD5123NLAAJD5124NL
W-2W-2AW-2B
Vier jerrycans:- 2x Jerrycan 25L, met restanten van een heldere basische vloeistof.Restant vloeistof jerrycan 25 L volledig als monsterRestant vloeistof jerrycan 25 L volledig als monster
AAJD5127NL
W-3W3-A
Jerrycan 20L, volledig gevuld met een heldere pH-neutrale vloeistof.Monster van vloeistof uit jerrycan
W-4
Zak 25kg, etiket ‘caustic soda’, Russisch fabrikaat, geopend maar nog vrijwel volledig gevuld met witte korrels, organoleptisch conform etiket: caustic soda
W-5
Diverse goederen:-Twee maatbekers 5L, leeg en vervuild met geur amfetamine-Zwarte emmer 20L met daarin een lepel en een roerder voor in een boormachine
Voertuig Mercedes Sprinter [kenteken ] [23]
AAJD5129NL
V-1
V-1A
Twee jerrycans:- Jerrycan25L, volledig gevuld met een donkerbruine zure olieachtige vloeistof, met geur BMK.- Jerrycan30L, gevuld met circa 25 liter aan donkerbruine zure olieachtige vloeistof, met geur BMK.Monster van vloeistof uit jerrycan 30L
AAJD5128NL
V-2V-2A
Zwarte strijkzak(…), gevuld met witte brokken.FD = BMK glycidezuur. Totaal 120 kg.
Monster van witte brokken/poeder uit zak
AAJD5131NL
V-4V-4A
Een gele zak 25kg, (…) met natte gele substantie.FD = APAA.Monster van natte gele substantie uit zak
AAJD5130NL
V-5V-5A
Witte emmer, etiket ‘1000 stuks schroeven’, gevuld met circa 4 kg aan wit poeder. FD = MAPA.Monster van poeder uit emmer.
V-6
Twee houten palletkratten met daarin een glazen, thermisch verwarmbare, reactie-opstelling bestaande uit:

Een glazen reactievat 100L

Een metalen frame

Een roestvrijstalen Lauda- (verwarmings) bad
Container [24]
C-2
Kunststof scheitrechter 100L, leeg en vervuild
AAJD5133NL
C-3C-3A
Twee jerrycans, 20L en 25L, beide leeg met restanten van een basische vloeistof met geur amfetamine.Restant vloeistof uit jerrycan 20L volledig als monster
AAJD5198NL
C-4C-4A
Jerrycan 20L, blauw, etiket ‘Zwavelzuur 37%’, volledig gevuld met een zure lijvige vloeistof.Monster van vloeistof uit jerrycan
C-6
Houten transportkrat met daarin een nieuwe en ongebruikte circulatie waterpomp, passend bij de reactie-opstelling V-6
Voertuig Opel Corsa [kenteken ] [25]
AAJD5134NL
O-2O-2A
Jerrycan 10L, etiket ‘Alkalische vloerreiniger’ gevuld met circa 5 liter aan heldere basische olieachtige vloeistof met geur amfetamine. FD = amfetamine.Monster van olieachtige vloeistof uit jerrycan
Voorlopige interpretatie LFO [26]
In het bedrijfspand, de container en de personenauto werd (indicatief) amfetamine aangetroffen [W-1, W-2, C-3 en O-2].
In het bedrijfspand werden diverse chemicaliën en goederen aangetroffen [W-3, W-5, W-6, W-7 en C-4] die te relateren zijn aan het kristalliseren van amfetamine.
In de bedrijfsauto werden jerrycans met daarin een olieachtige vloeistof met geur BMK [V-1]. In de bedrijfsauto werden tevens (indicatief) de preprecursoren APAA, MAPA en BMK glycidezuur aangetroffen [V-2, V-3, V-4 en V-5]. Dit betreffen grondstoffen waarmee BMK vervaardigd kan worden. BMK betreft een precursor voor amfetamine en methamfetamine. In de bedrijfsauto werd een nieuwe en ongebruikte reactie-opstelling aangetroffen. Een dergelijke opstelling kan onder andere gebruikt worden bij de vervaardiging van BMK.
Het NFI heeft de door de Landelijke Eenheid aangetroffen synthetische stoffen getest. In het rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Resultaat
AAJD5122NL / W-1A
Bevat amfetamine in methanol
AAJD5123NL / W-2A
Bevat een lage concentratie amfetamine in een aardoliedestillaat op een zwak alkalische waterige vloeistof
AAJD5124NL / W-2B
Bevat een lage concentratie amfetamine in een aardoliedestillaat op een zwak alkalische waterige vloeistof
AAJD5127NL / W-3A
Bevat (vrijwel) uitsluitend methanol [27]
AAJD5129NL /
V-1A
Bevat BMK en amfetamine in methanol
AAJD5128NL /
V-2A
Bevat een zout van ‘BMK-glycidezuur’
AAJD5131NL /
V-4A
Bevat APAA en BMK
AAJD5130NL /
V-5A
Bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
AAJD5133NL /
C-3A
Bevat amfetamine (als de base)
AAJD5198NL /
C-4A
Bevat (verdund) zwavelzuur
AAJD5199NL /
C-5A
Bevat mierenzuur
AAJD5134NL /
O-2A
Bevat amfetamine (als de base) [28]
In een proces-verbaal over het forensisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden op het terrein aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
(…) Het vuurwapen bleek in de laadruimte van een geelkleurige Mercedes bedrijfsauto voorzien van kenteken [kenteken ] te hebben gelegen. [29]
DNA sporen laadruimte bedrijfsauto [kenteken ](foto 7 t/m 14) (…)Ik zag in de laadruimte van de bedrijfsauto diverse gebruikte (werk)handschoenen en lege dan wel aangebroken drinkverpakkingen liggen. Ik heb de handschoenen veiliggesteld en ik heb de drinkopeningen van de drinkverpakkingen bemonsterd op speeksel.
DNA sporen cabine bedrijfsauto [kenteken ] (foto 15 t/m 19)Ik zag in de cabine van de bedrijfsauto diverse lege dan wel aangebroken drinkverpakkingen liggen. Ik heb de drinkopeningen van de drinkverpakkingen bemonsterd op speeksel.
Gasmasker achterste zeecontainer (foto 20) (…)Ik zag op een jerrycan in de zeecontainer een volgelaatsmasker (gasmasker) met filterbussen liggen. Ik heb de binnenzijde van het volgelaatmasker bemonsterd op DNA celmateriaal en ik heb het volgelaatmasker veiliggesteld. (…)
Biologische sporenSpoornummer: PL0900-2020303896-160294 [30] SIN: AAMF8040NLSpooromschrijving: Speeksel (…)Plaats veiligstellen: Bemonstering volgelaatsmasker
Spoornummer: PL0900-2020303896-160295SIN: AAMG8036NLSpooromschrijving: Speeksel (…)Plaats veiligstellen: Bemonstering drinkopening 1,5l fles cola cabine (…)
Sporendragers
Goednummer: PL0900-2020303896-2698864SIN: AAOA3948NLObject: Vuurwapen (…)
Goednummer: PL0900-2020303896-2698867SIN: AAOA3947NLObject: Vuurwapen (Patroonhouder) (…)Bijzonderheden: Patroonmagazijn uit wapentas, behorende bij AAOA3948NL
Goednummer: PL0900-2020303896-268869
SIN: AAOA3946NL
Object: Munitie (Kogelpatroon) [31]
Goednummer: PL0900-2020303896-2698875SIN: AAMF8038NLObject: Masker (Gasmasker) (…)Bijzonderheden: Volgelaatsmasker uit container (…)
Goednummer: PL0900-2020303896-2700439SIN: AAMF8045NL (…)Bijzonderheden: Werkhandschoen uit laadruimte gele bus
Goednummer: PL0900-2020303896-2700440SIN: AAMF8046NL (…)Bijzonderheden: Rubber handschoen uit laadruimte gele bus [32]
In een proces-verbaal over het onderzoek naar het gevonden wapen staat het volgende:
1. Goednummers / SIN: PL0900-2020303896-2698864 / AANA3948NL (pistoolmitrailleur) en PL0900-2020303896-2698867 / AAOA3947NL (patroonmagazijn)Wapen: vuurwapen, pistoolmitrailleurCategorie: II sub 2 (…)
Bovenvermeld voorwerp is een vuurwapen, pistoolmitrailleur, merk Auto Ordnance, model Thompson 45 M1A1, kaliber .45, voorzien van het wapennummer [wapennummer] . [33]
2. Goednummer / SIN: PL0900-2020303896-2698869 / AAOA3946NLMunitie: 15 scherpe patronenCategorie: III (…)
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber .45 auto, merken W-W (winchester; 8x), TZZ (IMI; 5x), Geco (1) en CBC (1x) zijn afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 1 omschreven vuurwapen. [34]
In een kennisgeving van inbeslagneming staat het volgende:
Registratienummer : PL0900-2020303896-64
Plaats : [adres] [woonplaats] , gemeente West Betuwe
Datum : 18 september 2020
Goednummer : PL0900-2020303896-2698375
Object : pillen
Aantal (…) : 4000 stuks
Bijzonderheden : 4 sealbags met pillen bij reservewiel mercedes (…) [35]
In een proces-verbaal over de in beslag genomen goederen staat het volgende:
In Mercedes Benz met het handelaarskenteken [kenteken ]
Vier gesealde zakken met paarse tabletten.
KVI
Goednummer
SIN
Gewicht
Testen FO
2020303896-64
2698375
AAOA1879NL
600,8 gram
2-CB [36]
Het NFI heeft de in de Mercedes Benz gevonden tabletten onderzocht. In het rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Resultaat
AAOA1879NL
Bevat 2C-B [37]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar mogelijke drugsresten op het volgelaatsmasker en de handschoenen. In het rapport daarover staat het volgende:
ConclusieIn/op het onderzoeksmateriaal [AAMF8038NL, AAMF8045NL en AAMF8046NL] is amfetamine aangetoond. (…)
In/op het onderzoeksmateriaal [AAMF8038NL en AAMF8046NL] zijn APAAN en aan amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen aangetoond.In relatie tot drugs wordt APAAN (alfa-fenylacetoacetonitril, alfa-acetylbenzylcyanide) gebruikt voor het vervaardigen van BMK (benzulmethylketon), een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
In/op het onderzoeksmateriaal [AAMF8046NL] isN
-formylamfetamine aangetoond.N-formylamfetamine is het tussenproduct in de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
In/op het onderzoeksmateriaal [AAMF8045NL] is cocaïne aangetoond. [38]
Door wie werden de loods, de container en de voertuigen gebruikt?
Op 17 juni 2020 werd door de gemeente Vijfheerenland een anonieme brief ontvangen, waarin onder meer het volgende stond:
[verdachte] (…) woont in [woonplaats] . Deze gast zit (…) in de drugshandel (…). Hij huurt een loods op naam van [medeverdachte 1] uit [woonplaats] . [39]
In de huurovereenkomst die [B] heeft overgelegd staat het volgende:
1) De heer [B] (geboren [1969] )
(…)
Hierna te noemen ‘Verhuurder’,
(…)
EN
2) [woonplaats] Verhuur
Gevestigd te [adres] , [woonplaats] , hierna te noemen ‘Huurder’,
(…)
Vertegenwoordigd door de heer [medeverdachte 1]
ZIJN OVEREENGEKOMEN
1.1
Verhuurder verhuurt aan Huurder de bedrijfsruimte geleden: [adres] [woonplaats] [40]
Getuige [B] heeft ook een ‘indeplaatsstelling’ overgelegd. Daarin staat het volgende:
De ondergetekenden:
[B] , wonende te [woonplaats] , [adres] , hierna te noemen: “de verhuurder”;
[medeverdachte 1] , woonachtig te [woonplaats] , [adres] , hierna te noemen: “de huurder”;
[verdachte] , woonachtig te [woonplaats] , [adres] , hierna te noemen: “de nieuwe huurder”;
In aanmerking nemende dat:
a.
De verhuurder aan de huurder heeft verhuurd bij de schriftelijke huurovereenkomst d.d. 01-01-2019 de bedrijfsruimte aan de [adres] , [woonplaats] ; (…)
Partijen komen het volgende overeen:
a.
De niet meer bestaande VOF [VOF] had als eigenaren [medeverdachte 1] en [verdachte] . (…)
[verdachte] treedt met ingang van 01-04-2019 op als huurder. [41]
Op 13 oktober 2020 is getuige [B] gehoord bij de politie. [B] verklaarde het volgende:
V: Wie is de huurder van de loods aan de [adres] te [woonplaats] ?A:[verdachte] en [medeverdachte 1].V: Hoe lang wordt deze loods al gehuurd door deze twee mensen?A: Uit mijn hoofd anderhalf jaar. (…)V: Wie heeft het huurcontract getekend?A: [verdachte] en [medeverdachte 1] .
V: Wat is de huurprijs per maand?A: Voor de loods 1100 euro per maand, ze hebben ook nog container gehuurd voor 100 euro per maand. [42]
Op 3 februari 2022 heeft getuige [B] bij de rechter-commissaris het volgende verklaard:
Bleef [medeverdachte 1] wel uw contactpersoon?Ja.
Heb u hem wel bij de loods gezien (…) Na dat er een in de plaatsstelling was?Ja, hij was degene die de sleutel had. Als [verdachte] niet opnam dan belde ik [medeverdachte 1] . [43]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar een spoor dat is gevonden op het volgelaatsmasker in de container (zie het hierboven opgenomen bewijsmiddel op pagina 571 van het dossier). In het rapport daarover staat het volgende:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAMF8040NL#01Volgelaatsmasker
Minimaal vier personen- verdachte [verdachte]
- meer dan 1 miljard [44]
Op de zitting heeft verdachte – kort en zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Het klopt dat de Opel Corsa met kenteken [kenteken ] mijn auto is. [45]
In een proces-verbaal over de doorzoeking van de Mercedes Brabus met handelaarskentekenplaat [kenteken ] staat het volgende:
Op (…) 28 september heb ik de in beslag genomen personenauto, merk Mercedes, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken ] , doorzocht (…). In de auto lagen twee handelaars kentekenplaten voorzien van het kenteken [kenteken ] .(…) In de middenconsole van de auto vond ik het paspoort van [verdachte] (…)
werd onder de mat van de bijrijder een geldbedrag van 6300 euro aangetroffen. [46]
In een proces-verbaal over het forensisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden in de Mercedes met handelaarskentekenplaat [kenteken ] staat het volgende: [47]
Ik heb een flesje Desperados (…) en een gripzakje met daarin geld bemonsterd op huidepitheel.
(…)
Spoornummer: PL0900-2020303896-160339SIN: AAJJ6386NLSpooromschrijving: Speeksel (…)Plaats veiligstellen: Flesje desperadosBijzonderheden: Portiervak voor [48]
Spoornummer: PL0900-2020303896-160343SIN: AAJJ6382NLSpooromschrijving: Epitheel [49]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de bovengenoemde sporen. In het rapport daarover staat het volgende:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAJJ6382NL#01Gripzak geld
[verdachte]
Meer dan 1 miljard
AAJJ6386NL#01Flesje desperados
[verdachte]
Meer dan 1 miljard [50]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar een spoor dat is gevonden op een colafles in de Mercedes met kenteken [kenteken ] (zie het hierboven opgenomen bewijsmiddel op pagina 572 van het dossier). In het rapport daarover staat het volgende:
SIN
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans
AAMF8036NL#01Speeksel
Afgeleid DNA-profiel van een man
[verdachte]
Kleiner dan één op één miljard [51]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar sporen die zijn gevonden op het wapen en patroonmagazijn uit de Mercedes met kenteken [kenteken ] (zie het hierboven opgenomen bewijsmiddel op pagina 572 van het dossier). In het rapport daarover staat het volgende:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAMT6579NL#01Patroonmagazijn,AAOA3947NL
Minimaal twee personen- verdachte [verdachte]
- meer dan 1 miljard
AAMT6580NL#01Geweer, AAOA3948NL, ruwe delen
Minimaal twee personen- verdachte [verdachte]
- meer dan 1 miljard [52]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een proces-verbaal van bevindingen het volgende geschreven:
In het bedrijfspand in de loods op de begaande grond zag ik later dat er verschillende sleutels hingen aan een kast naast de wasbak. Ik zag dat hier ook een Mercedes sleutel hing. Ik pakte deze sleutel. Ik liep naar de gele Mercedes bus, welke naast het bedrijfspand stond. Ik klikte op ‘Open’ en ik hoorde het slot klikken. [53]
Camerabeelden
In een proces-verbaal over het uitkijken van de camerabeelden van de loods aan de [adres] in Beesd staat het volgende:
Het doel van het bekijken van deze camerabeelden is het inzichtelijk maken van de activiteiten in en rondom de Mercedes Sprinter met het kenteken [kenteken ] , kleur geel (verder te noemen: gele bus) welke in de hoek van het parkeerterrein staat geparkeerd. [54]
Man 3 heeft grote gelijkenis met de verdachte [verdachte] . (…)
Camerabeelden van 12 september 2020: (…)
19.56.50
Man 3 loopt naar de zwarte SUV auto, voorzien van groene kentekenplaten, die geparkeerd staat. (…)
Camerabeelden 13 september 2020: (…)22:23:29 Een man, qua lichaamsbouw, vorm van het hoofd en kaalheid lijkend op man 3 loopt naar de gele bus. Man 1 loopt achter hem aan naar de gele bus. Hij draagt een zwarte emmer en hij heeft een lampje op zijn voorhoofd. [55]
22.42.40
Ik zie verlichting door de ramen van de bus schijnen. (…)23.22.35 Man 1 en man 3 komen bij de gele bus vandaan lopen. Man 3 draagt een grote tas. De tas is aan de bewegingen van zijn lichaam te zien erg zwaar. (…) Man 1 opent de grijze personenauto en klapt de achterbank deels naar voren. De tas wordt op de achterbank geplaatst.
(...)23.25.00 Man 1 en man 3 lopen terug van de gele bus met een groot voorwerp wat mij doet denken aan een doos. Het voorwerp is zwaar. De mannen dragen het samen en ze leggen het op de achterbank van de grijze personenauto.23.26.25 Man 3 loopt naar de zwarte SUV personenauto(de rechtbank begrijpt: de SUV met de groene kentekenplaten)
welke geparkeerd staat. Vanaf de plek naast deze auto rollen de twee mannen een grote ton naar de grote zwarte pick-up truck welke geparkeerd staat. (…) Bij het hek naast de gele bus maken de mannen bewegingen die mij doen denken aan vegen en met een voorwerp iets over het hek gooien. [56]
In een ander proces-verbaal over het uitkijken van de camerabeelden van de loods aan de [adres] in [woonplaats] staat het volgende:
Beelden van 12 september 2020 (…)02:30:17 Ik zie een manspersoon met de lichaamsbouw en manier van lopen van [verdachte] (…).02:40:25 De man (…) opent de kofferbak van de SUV en haalt hier twee witte jerrycans uit waarmee hij rechts uit beeld loopt. (…) Op de camera die rechts op het parkeerterrein gericht is zie ik hem naar een kleine personenauto met grote gelijkenis op het merk Opel, type Corsa, lopen en de jerrycans hier in de kofferbak stoppen. [57]
In een proces-verbaal van relaas staat over het uitkijken van de camerabeelden van de loods aan de [adres] in [woonplaats] het volgende:
De camerabeelden van 04 september 2020 tot en met 17 september 2020 zijn ook door de politie uitgekeken. (…)Op de beelden is onder andere te zien dat:- [medeverdachte 1] zowat dagelijks bij de loods aanwezig is;
- [verdachte] bezig is met een Mecedes SUV met groene kentekenplaten (Mercedes Brabus) [58]
Communicatie
In een tapgesprek op 23 oktober 2020 tussen [medeverdachte 1] en [C] staat het volgende:
[medeverdachte 1] belt met de sloten service en geeft aan dat zijn slot is open gebroken en dat hij graag een nieuwe cilinderslot wil. De man van de sloten service vraagt het adres waarop [medeverdachte 1] zegt dat het gaat om de [adres] in [woonplaats] . [medeverdachte 1] herhaald nogmaals zijn achternaam: [medeverdachte 1] . [59]
In een tapgesprek op 26 oktober 2020 tussen [D] en [medeverdachte 1] staat het volgende:
NNM vraagt of [medeverdachte 1] weet wie er in de loods in [woonplaats] zijn geweest. Ja dat weet hij. NNM vraagt of er dingen weg zijn. Ja alle knaken zijn weg zegt [medeverdachte 1] . Dat was veel zegt NNM. [medeverdachte 1] is er mee in onderzoek en de politie wil hij er buiten houden. (…) De Wicr van [medeverdachte 1] is Kankerwout. [60]
In een proces-verbaal over de Encrochat-namen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 2] ’ staat het volgende:
Opvallende opmerkingen in chats van ‘ [chatnaam 1] ’:- [adres] ;- Loods;- [woonplaats] ;- Dochter;- Ik heb [E] nu.
Opvallende opmerkingen in chats van ' [chatnaam 2] ':- Dochter;- Studio;- Loods;- Feestje met politiecontrole;- 33 geworden;- [woonplaats] ;- [woonplaats] ;- [straat] ;- Ik ben die boy [woonplaats] ;- [adres] in [woonplaats] ;- [straat] [woonplaats] ; [61] - Deur openen bij 6i en trap naar boven;- Me pick up staat achterin;- 6i links achterin;- Was ff hond laten pissen.
(…)
[verdachte] heeft een loods aan de [adres] in [woonplaats] . In de loods is een trap. Op de bovenverdieping is een studio. [verdachte] heeft een dochter die [E] heet. [verdachte] heeft een feestje gegeven in zijn loods in mei 2020. Dit feestje is door de politie beëindigd. Zijn woning ligt aan de [straat] te [woonplaats] . [62]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 3] ’ staat het volgende:
2020-04-15 14:57:55 [chatnaam 1] @Encrochat.com Ha maat is et nog gelukt met chauf
2020-04-15 14:58:05 [chatnaam 1] @Encrochat.com Kankerwout heet hij op wic [63]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [account] ’ staat het volgende:
2020-04-06 22:15:04 [chatnaam 1] @Encrochat.com Kan jij hier et ford bewake
2020-04-06 22:44:53 [chatnaam 1] @Encrochat.com [medeverdachte 1] is er al (…)
2020-04-06 23:00:32 [account] @Encrochat.com Haha was je nou serieus nog ateeds
gewoon op xe loods maat [64]
In een proces-verbaal over het onderzoek dat de politie heeft gedaan in de telefoon van verdachte [medeverdachte 2] staat het volgende:
Bijlage 4: Betrof een groepschat met de naam “ [groepschat] ”, met hierin deelnemers [naam] , [verdachte] , [naam] en de gebruiker.
Bijlage 6: Ik zag een chatgesprek met gebruiker “ [naam] ” waarin “ [naam] ” op 19 september 2020 tegen gebruiker zei dat hij alle ring beelden moest wissen, behalve die van de wouten. [65]
De vrachtwagen
Waar werd de vrachtwagen voor gebruikt?
In een proces-verbaal over het aantreffen van synthetische stoffen in de vrachtwagen staat het volgende:
Op (…) 27 november 2020 (…) hebben wij (…) een onderzoek ingesteld aan een vrachtwagen die geparkeerd stond ter hoogte van adres [adres] te [woonplaats] . (..) Wij zagen dat de vrachtwagen van het merk ‘Scania’ was en dat de vrachtwagen was voorzien van het Italiaanse kenteken “ [kenteken ] ”. [66]
Hieronder volgt in een tabel een opsomming van de goederen die werden aangetroffen. (…)
SIN
LFO code
Omschrijving
B2
Grijze Kunststof bak inhoudende: brander steun met gasbrander en gasslang met reduceerventiel, (…) vuilwater pomp (…)
B4
Caustic soda van 25 Kg. [67]
AANK7051NL
B6
Jerrycan 20 liter opschrift ‘MI’ inhoudende circa 18 liter zure heldere vloeistof met een stekende geur van mierenzuur. (…)
AANK8989NL
B9
RVS ketel, diameter 91,5 cm (…). Bij verplaatsen liep er vloeistof uit de aansluiting wat als monster is genomen. De gehele ketel is vooral aan de buitenzijde sterk aangetast door inwerking van gecondenseerde zure dampen. (…)
AANK7036NL
B10
RVS ketel, diameter 50 cm. (…) Op de bodem lag een laag van enkele centimeters bruin stroperig residu. De ketel is vooral aan de buitenzijde sterk aangetast door inwerking [68] van gecondenseerde zure dampen.
AANK7038NL
B11
RVS stoomketel op vier ronde metalen poten, diameter 34 cm, hoogte 0,485 cm (inhoud circa 40 liter) met midden bovenop een open schroefaansluiting 2 inch en schuin bovenop een hogedrukslang tbv stoomdestillatie. (…) Monster restant vloeistof van bodem ketel genomen. De ketel is vooral aan de buitenzijde sterk aangetast door inwerking van gecondenseerde zure dampen.
AANK7039NL
B13
58 rode kunststof jerrycans van 25 liter met etiket zoutzuur 37% 25 Kg. (…)
AANK7037NL
B14A
Vier blauwe kunststof dopvaten 200 liter inhoudende respectievelijk circa 100, 100, 100 en 200 liter heldere zwak basische vloeistof. FD=4 x Formamide. Monster uit verzegeld vat met 200 liter Formamide.
AANK7034NL
B16-1
Witte jerrycan 20 liter geheel gevuld met bruine stroperige vloeistof met amfetamine achtige geur.
B16-2
Witte jerrycan 20 liter geheel gevuld met sterk basische waterige vloeistof met bruine drijflaag van circa 4 cm.
AANK7033NL
B17
Witte jerrycan 20 liter opschrift ‘DEMI’ gevuld met circa 18 liter heldere stroperige vloeistof. [69]
Interpretatie LFO
(…)
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën die aangetroffen worden op locaties waar verdovende middelen vervaardigd/bewerkt worden. Zo is de aangetroffen formamide een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine uit BMK (…). Hierbij worden zoutzuur, mierenzuur en caustic soda als hulpstof gebruikt. De aangetroffen zoutzuur kan tevens worden gebruikt bij de omzetting van een pre-precursor zoals APAAN, APAA en/of MAPA naar BMK. De aangetroffen ketels zijn vermoedelijk gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine en voor stoomdestillatie van de vervaardigde amfetamine-olie. [70]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar een aantal van de door de Landelijke Eenheid aangetroffen goederen. In het rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Resultaat
AANK7051NL/B6
bevat mierenzuur
AANK7036NL/B10
bevat o.a. een lage concentratie BMK
AANK7038NL/B11
bevat o.a. BMK
AANK7039NL/B13
bevat een geconcentreerde oplossing van zoutzuur in water (…)
AANK7037NL/B14A
bevat formamide [71]
AANK7034NL/B-16-1
bevat o.a. BMK
AANK7033NL/B17
bevat GHB [72]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 3] ’ staat het volgende:
2020-04-06 16:10:12 [chatnaam 1] @Encrochat.com Foto 9
(…)
2020-04-06 17:33:38 [chatnaam 1] @Encrochat.com Is goeije om te smelten toch [73]
In de bijlage bij het hierboven genoemde Encrochat-gesprek staan foto’s. Onder één foto van een witte vrachtwagen staat:
Foto 9: Kenteken [kenteken ] [74]
In een proces-verbaal over de betekenis van de in het Encrochat-gesprek gebruikte woorden staat het volgende:
Smelten: Apaan/APAA/MAPAA (poedervorm) of ander precursor in poedervorm wordt omgezet met een sterk zuur naar vloeistoffen; BMK of PMK en afval. [75]
Door wie werd de vrachtwagen gebruikt?
In een proces-verbaal over contact met de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) staat het volgende:
In de cabine van de vrachtwagen lag onder andere een rapport van onderzoek van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) van 13 februari 2020. In het rapport stond de naam [verdachte] en het identificatienummer [identificatienummer] . (…) Het identificatienummer dat in het rapport van de RDW stond, was het identificatienummer dat bij de witte Scania met het kenteken [kenteken ] hoorde. (…)Ik heb vervolgens contact gezocht met het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). (...) Op 10 december 2020 ontving ik van het LIV als antwoord op mijn vragen:
1. Het voertuig is op 13 februari 2020 aangeboden door[verdachte][adres][woonplaats]geboortedatum [1987] [76]
Communicatie
In een tapgesprek tussen [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) en [medeverdachte 1] op 27 oktober 2020 staat het volgende:
[verdachte] : Die van [F] weet je wel, op mijn naam staat, kun jij zorgen dat hij (…) leeg gehaald wordt, dat is wel belangrijk, als ze zien dat het mijn kenteken staat
[medeverdachte 1] : Oke [77]
In een tapgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] op 6 november 2020 staat het volgende:
[verdachte] spreekt de voicemail in. (…)
Hij hoopt dat het gelukt is met die witte I A (…) van [F] want dat is wel een dingetje en dat zit hem niet lekker. [verdachte] hoopt dat het gelukt is en dat [medeverdachte 1] het kan fixen, ff met de kraan vooruit trekken ofzo. Als het maar gedaan is, anders kan [verdachte] in de problemen komen. [78]
In een tapgesprek op 27 november 2020 tussen [G] en [medeverdachte 1] staat het volgende:
NNV zegt dat er politie staat bij de witte Italiaanse vrachtwagen en ze gaan er in. [79]
In een tapgesprek op 27 november 2020 tussen [verdachte] en [H] staat het volgende:
Heel [F] zijn ze aan het leeg halen en ze gaan hem ook meenemen (...) zegt NNM. [80]
De garagebox
Waar werd de garagebox voor gebruikt?
In een proces-verbaal over het aantreffen van synthetische stoffen in de garagebox staat het volgende:
Op (…) 12 januari 2021 werd (…) door (…) de politie Midden-Nederland een (…) onderzoek ingesteld in garagebox no [nummer] aan de [straat] te [woonplaats] . [81]
(…)
Aangetroffen werd:
SIN
LFO code
Omschrijving
AANK9710NL
G-1G-1A
1x witte 25 liter rode jerrycan, gevuld met circa 20 liter heldere rokende vloeistof.1x witte 30 liter jerrycan, gevuld met circa 28 liter helder rokende vloeistof.Zoutzuur. Witte jerrycan bemonsterd.
AANK9712NL
G-2G-2A
1x witte 25 liter jerrycan met circa 22 liter licht gele vloeistof.
AANK9714NL
AANK9723NL
G3
G-3A
G-3B
3 x witte 20 liter jerrycan, waarvan 2 x vol en 1 x 18 liter.
Een jerrycan bemonsterd.Op de jerrycans zaten aan de buitenzijde bruine vlekken. Van een jerrycan de vlekken bemonsterd met 2 in methanol bevochtigde wattenstaafjes.
AANK9722NL
G-7G-7A
4 x witte 20 liter jerrycan, waarvan 2 x vol, 1 x 10 liter en 1 x 6 liter. Een jerrycan bemonsterd. Stonden in vriezer.
AANK9721NL
G-9G-9A
Kunststof maatbeker met wit-bruine restanten [82] op de bovenrand. Geur amfetamine.
G11
Diverse zwarte strijkzakken met strijkijzer
G12
Intratuin tas met daarin 2 deksels van rechthoekige doosjes. Bevatte restanten wit poeder aan de randen.
Conclusie LFODe in de garagebox aangetroffen chemicaliën en goederen kunnen worden en/of zijn gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine. De aangetroffen in werking zijnde vriezer met daarin 4 witte jerrycans met in totaal 56 liter methanol alsmede de kunststof maatbeker met wit-bruine restanten met de geur van amfetamine wijzen op de kristallisatie van amfetamine. [83]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar een aantal van de door de Landelijke Eenheid aangetroffen goederen. In het rapport daarover staat het volgende:
Kenmerk
Resultaat
AANK9710NL / G-1A
Bevat een geconcentreerde oplossing van zoutzuur in water
AANK9712NL / G-2A
Bevat (vrijwel) uitsluitend formamide
AANK9714NL / G-3A
Bevat (vrijwel) uitsluitend mierenzuur
AANK9723NL / G-3B
BMK en amfetamine aangetoond
AANK9722NL / G-7A
Bevat (vrijwel) uitsluitend methanol
AANK9721NL / G-9A
Bevat amfetamine [84]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [account] ’ staat het volgende:
2020-04-03 14:40:53 [account] @encrochat.com Had je nog am liggen? (…)
2020-04-03 15:17:03 [chatnaam 1] @encrochat.com Jah heb ik (…)
2020-04-03 16:25:31 [chatnaam 1] @encrochat.com Kan je voor mij naar box
2020-04-03 16:25:38 [chatnaam 1] @encrochat.com Ff 3kanne pake [85]
2020-04-03 16:41:41 [account] @encrochat.com Ja is goed man (…)
2020-04-03 16:43:10 [account] @encrochat.com Ik neem ook even die angebroken
kan mee ja [86]
In een proces-verbaal over de betekenis van de in de encrochats gebruikte woorden staat het volgende:
Am: mogelijk amfetamine [87]
Door wie werd de garagebox gebruikt?
In een proces-verbaal over een onderzoek naar de gebruiker van de garagebox staat het volgende:
Door de vader van verdachte [medeverdachte 1] (…) was aan mij eerder verteld dat een persoon genaamd [medeverdachte 2] , wonende [adres] [woonplaats] de huurder zou zijn. (…)Na onderzoek bleek de volledige personalia te zijn:[medeverdachte 2]Geboren op [1988]Wonende [adres] [woonplaats] [88] (...)De heer [medeverdachte 1] vertelde dat hij [medeverdachte 2] , na 12 januari 2021, had gebeld en had aangegeven dat hij uit de garagebox weg moest omdat er spullen in waren aangetroffen waar hij niets mee te maken wilde hebben. [medeverdachte 2] had hem daarop gezegd dat dit goed was, maar dat er ook spullen van [verdachte] in hadden gestaan. [verdachte] had ook een sleutel gehad. (..) het zou om de [verdachte] gaan met wie zijn zoon [medeverdachte 1] bevriend was geweest en met wie hij samen een loods had gehuurd bij [B] . Uit deze beschrijving kon ik opmaken dat met [verdachte] bedoeld werd de verdachte [verdachte] . [89]
Op briefjes die door de vader van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de politie is gegeven staat het volgende:
Verlenging Garagebox
[nummer]
[medeverdachte 2]
[adres]
[woonplaats]
[telefoonnummer]
Oktober november december [90]
Box [nummer]
huur 1e kwartaal 2020
Januari februari maart
€ 300,- groetjes [medeverdachte 2] [91]
1 april
[medeverdachte 1]
huur kwartaal april, mei, juni € 300 Box [nummer]
groetjes [medeverdachte 2] [92]
In een proces-verbaal over onderzoek in de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] staat het volgende:
Op vrijdag 5 maart 2021 heb ik onderzoek verricht aan de veiliggestelde gegevens van de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 2] .
(…)
Device locations
Ik vond een locatie in de mobiele telefoon ( [telefoonnummer] , [telefoonnummer] ).
Ik kreeg hierbij de volgende locatie te zien: [93]
Op pagina 1068 van hetzelfde proces-verbaal staat een satellietfoto van Google Maps waarop een pin is geplaatst op een gebouw aan de [straat] te [woonplaats] . [94]
In een tapgesprek op 27 februari 2021 tussen [medeverdachte 1] en [I] staat het volgende:
W: Ik hoorde net dat die [medeverdachte 2] ook vast zit
M: Dat had ik wel verwacht ja (…) Want hij heeft zijn garage box niet leeg gehaald [95]
In een tapgesprek op 5 oktober 2020 tussen [verdachte] en een onbekend persoon staat het volgende:
Dan komt er een man op de achtergrond welke [medeverdachte 2] genoemd wordt. (…)
[verdachte] : Hey maat ik heb ff een paar vraagjes, kan jij zorgen dat die euh die box betaald wordt.
[medeverdachte 2] : Ja ja precies dat zei ik net al tegen dinges
[verdachte] : Ja dat moet wel gedaan, voordat ze daar naar binnen gaan [96]
In een proces-verbaal over het forensisch onderzoek in de garagebox staat het volgende:
Spoornummer: PL0900-2020303896-163072
SIN: AANP1370NL
Spooromschrijving: Epitheel
Plaats veiligstellen: Kraantje lachgascilinder [97]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar bovengenoemd spoor. In een rapport daarover staat:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AANP1370NL#01
Minimaal twee personen:Een relatief grote hoeveelheid DNA (afgeleid DNA-hoofdprofiel)- verdachte [verdachte]
meer dan 1 miljard [98]
Communicatie over de productie van en handel in harddrugs
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 2] ’ en ‘ [chatnaam 4] ’ staat het volgende:
2020-06-09 15:28:32 [chatnaam 4] @encrochat.com Die olie is echt troep bro
2020-06-09 15:46:38 [chatnaam 4] @encrochat.com Alle 2 mensen klagen (…)
2020-06-09 15:50:34 [chatnaam 2] @encrochat.com Heb je er mee lope klote dan want
warom zij. Ze bij mij goed dan ik heb alleen maar mooi goeije speed eruit geklopt [99]
In een proces-verbaal over de betekenis van de in de Encrochats gebruikte woorden staat het volgende:
Oli: dit is olie (BMK/amfetamine/MDMA) die uit de productieprocessen/syntheses ontstaat. Afhankelijk van de gevoerde synthese kan dit in het algemeen zijn bv. A-olie van amfetamine; A-olie van BMK; A-olie van MDMA (…)
Speed: Straatnaam voor amfetamine, in het buitenland wordt er ook wel methamfetamine mee bedoeld. [100]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 2] ’ en ‘ [chatnaam 5] ’ staat het volgende:
2020-06-09 16:02:34 [chatnaam 5] @encrochat.com Heb je MDMA
2020-06-09 16:02:39 [chatnaam 5] @encrochat.com Zoek 500 stuks
2020-06-09 16:03:27 [chatnaam 2] @encrochat.com Heb wel m. moe je champ of
2020-06-09 16:03:35 [chatnaam 5] @encrochat.com Ja [101]
In een proces-verbaal over de betekenis van de in de Encrochats gebruikte woorden staat het volgende:
M: De afkorting M wordt algemeen gebruikt voor MDMA. [102]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 6] ’ staat het volgende:
2020-03-31 14:27:45 [chatnaam 1] @encrochat.com Maat ik heb 2cb en mooine 250
bruto acab pme
2020-03-31 14:27:48 [chatnaam 1] @encrochat.com Pillr
2020-03-31 14:27:57 [chatnaam 1] @encrochat.com Heb voor inkoop
2020-03-31 14:28:01 [chatnaam 1] @encrochat.com 20 cenf
2020-03-31 14:40:27 [chatnaam 6] @encrochat.com En die2cb?
2020-03-31 16:00:22 [chatnaam 1] @encrochat.com Ik bet 45cnt
2020-03-31 16:02:43 [chatnaam 6] @encrochat.com Genoeg liggen?
2020-03-31 16:04:01 [chatnaam 1] @encrochat.com 5k
2020-03-31 16:04:09 [chatnaam 1] @encrochat.com Pille 25k [103]
(…)
2020-04-06 16:35:17 [chatnaam 6] @encrochat.com Heb wel iemand die 3k 2cbs wil
Vanaav
2020-04-06 16:35:21 [chatnaam 6] @encrochat.com Liggen die er nog?
In een proces-verbaal over de betekenis van de in de Encrochats gebruikte woorden staat het volgende:
Pillen: drugs [105]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 7] ’ staat het volgende:
2020-03-28 11:45:46 [chatnaam 1] @encrochat.com Wat kost die mooine am maat (…)
2020-03-28 11:46:38 [chatnaam 1] @encrochat.com Ik nog 5kilo am lege
2020-03-28 11:46:56 [chatnaam 1] @encrochat.com Voor 4
2020-03-28 11:47:16 [chatnaam 7] @encrochat.com Kan wel kwijt [106]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 8] ’ staat het volgende:
2020-04-01 13:09:26 [chatnaam 8] @encrochat.com Maat einde middag kom ik je kant
op voor die dope (…)
2020-04-01 13:09:54 [chatnaam 8] @encrochat.com Heb alleen 2cb (…) nodig
2020-04-01 13:11:37 [chatnaam 1] @encrochat.com Jah heb nog wel (…)
500stuks2cb tog (…)
2020-04-01 16:40:57 [chatnaam 8] @encrochat.com Heb je toevallig nog 3000 pillen ? (…)
2020-04-01 18:48:43 [chatnaam 1] @encrochat.com Heb er 5k gegeve maat en die 2cb 500 en kilo hasj
2020-04-01 18:50:33 [chatnaam 1] @encrochat.com 5000x0.32. En 500x0.55cent [107]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 9] ’ staat het volgende:
2020-03-30 20:43:06 [chatnaam 1] @encrochat.com Maat heb mooije am
2020-03-30 20:43:12 [chatnaam 1] @encrochat.com 3.5kilo
(…)
2020-04-06 12:22:49 [chatnaam 9] @encrochat.com En wat wil je voor 5000 snoep? (…)
2020-04-06 12:32:23 [chatnaam 1] @encrochat.com Ha maat die snoep 32 cent maat
(…)
2020-04-06 16:20:20 [chatnaam 1] @encrochat.com Moe je nog ghb
2020-04-06 16:20:25 [chatnaam 1] @encrochat.com Maak ik zelf [108]
In een proces-verbaal over de betekenis van de in de Encrochats gebruikte woorden staat het volgende:
Snoep: MDMA tabletten [109]
In een Encrochat-gesprek tussen ‘ [chatnaam 1] ’ en ‘ [chatnaam 10] ’ staat het volgende:
2020-03-30 08:23:03 [chatnaam 10] @encrochat.com Hoeveel am heb je dan en hoe duur
2020-03-30 08:45:18 [chatnaam 1] @encrochat.com Hier lekker maat nog ma 3k mag
voor 4 [110]
Parketnummer 10.117069.18: onderzoek Makalu [111]
Doorzoeking van de woning van verdachte
In een proces-verbaal over de doorzoeking van de woning van verdachte staat het volgende:
Op woensdag 5 september 2018 werd (…) [verdachte] , geboren [1987] en wonende [adres] te [woonplaats] aangehouden. (…) Vervolgens is (…) een doorzoeking gestart (…) in de woning (…).
A = Woonkamer [112] A3 - stillettoA4 - boksbeugel (…)A6 - geld uit tasje A2, bedrag: 163,45 euro
B = Keuken (…)B3 - zakje met groen pillen (…)
D = Masterbed roomDl - pot met geld, bedrag: 1466,06D2 - tasje met geld, bedrag: 23880,-D3 - zwarte linnen tas met geld, bedrag: 1145,24D4 - potje cream met 5 patronen
E = Vaste kast overloopEl - in jas zakje met 8 pillenE2 - in jas 2 volle buisje met vermoedelijk GHB [113]
De drugs
In een proces-verbaal over het onderzoek naar de in de woning in beslag genomen pillen en vloeistof staat het volgende:
Deze partij was inbeslaggenomen tijdens een onderzoek ingevolge de Opiumwet op het adres [adres] , [woonplaats] . [114]
Komt uit : PL1700-2018263856-5670556Netto hoeveelheid : 9,7 gramOmschrijving : 2 plastic containers met groene stroperige vloeistof (…)
Komt uit : PL1700-2018263856-5670558Netto hoeveelheid : 3,3 gramOmschrijving : 8 groene en blauwe tabletten [115]
Komt uit : PL1700-201826385.6-5670549Netto hoeveelheid : 11 gramOmschrijving : 20 groene tabletten met diepdruk “Flugel” [116]
In een aanvraag voor forensisch onderzoek aan de hierboven genoemde goederen staat het volgende:
Spoornummer: (...)-154660SIN AALR4312NL (…)Plaats veiligstellen: 5670558 [117]
Spoornummer: (...)-154657SIN: AALR4310NL (…)Plaats veiligstellen: 5670549 [118]
Spoornummer: (...)-154659SIN: AALR4311NL (…)Plaats veiligstellen: 5670556 [119]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de hierboven genoemde goederen. In de rapporten daarover staat het volgende:
Kenmerk
Conclusie
AALR4310NL
bevat MDMA [120]
Kenmerk
Conclusie
AALR4312NL
bevat MDMA [121]
Kenmerk
Conclusie
AALR4311NL
bevat GHB, MDMA en amfetamine [122]
De wapens
In een proces-verbaal over het onderzoek aan het in beslag genomen wapen staat het volgende:
Op donderdag 6 september 2018 ontving ik (…) op woensdag 6 september 2018 (de rechtbank begrijpt: 5 september 2018) te Leerdam onder verdachte [verdachte] in beslag genomen voorwerpen. (…)
1) Het in beslag genomen voorwerp, nummer PL1700-2018263856-5670561 betreft:- een BOKSBEUGEL; (…)Deze boksbeugel is een handwapen, bestaande uit een om de hand sluitende ring of om de vingers sluitende ringen, al dan niet voorzien van aan de ring of ringen bevestigde uitsteeksels. Deze boksbeugel is een WAPEN in de zin van artikel 2 lid 1, Categorie I onder 3e van de Wet wapens en munitie. (…)
2) Het in beslag genomen voorwerp, nummer PL1700-2018263856-5670563 betreft:een opvouwbaar mes waarvan het lemmet door een druk- of vergelijkbaar ontgrendelingsmechanisme zijdelings scharnierend uit het heft wordt gebracht.Een dergelijk mes wordt omschreven als ‘stiletto’ als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder a van de Regeling wapens en munitie. (…) Derhalve is deze stiletto een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, Categorie I onder 1e van de Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2 lid 1 onder a van de Regeling wapens en munitie. [123]
De munitie
In een proces-verbaal over het onderzoek aan de in beslag genomen munitie staat het volgende:
Op donderdag 6 september 2018 ontving ik (…) op woensdag 5 september 2018 te Leerdam onder verdachte [verdachte] in beslag genomen voorwerpen.(…)
Het in beslag genomen voorwerp nummer PL1700-2018263856-5670561 betreft:- 5 patronen, waarvan;- patroon 1: (…) 9 mm (…)
- patroon 2 en 3: (…) 9 mm (…)- patroon 4: (…) 9 mm (…)
- patroon 5: (…) 9 mm (…).Deze patronen zijn MUNITIE in de zin van artikel 2 lid 2, Categorie II onder 1e lid van de Wet wapens en munitie. [124]

Voetnoten

1.Zie hiervoor: HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889.
2.Het gaat om drie voertuigen: een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken ] , een Mercedes Brabus met (handelaars)kenteken [kenteken ] en een Opel Corsa met kenteken [kenteken ] .
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit – tenzij anders aangegeven – pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met onderzoeksnummer MD5R020060 / 09ASTER20 van 2 juni 2021, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 2029. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 271.
5.Proces-verbaal aanhouding verdachte, p. 52.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 285.
7.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 21 december 2020, p. 287.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 303.
9.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 1 oktober 2020, p. 308.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 318.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 319.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 320.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 386.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 387.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 746.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 747.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 767.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 768.
19.Een geschrift, te weten: een NFI rapport van 22 januari 2021, p. 771.
20.Kennisgeving van inbeslagneming BVH-registratienummer 2020303896.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 668.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 669.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670-671.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 671.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 671.
27.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 8 december 2020, p. 695.
28.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 8 december 2020, p. 696.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 570.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 571.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 572.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 573.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 536.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 537.
35.Kennisgeving van inbeslagneming, registratienummer PL0900-2020303896-64, digitale pagina 26 van het PV verslag doorzoeking.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 633.
37.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 8 december 2020, p. 643.
38.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 8 december 2020, p. 600.
39.Een geschrift, te weten: een anonieme brief van 17 juni 2020, p. 312.
40.Een geschrift, te weten: een huurovereenkomst, p. 710.
41.Een geschrift, te weten: een indeplaatsstelling, p. 716.
42.Proces-verbaal van verhoor getuige [B] van 13 oktober 2020, p. 706.
43.Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris op 3 februari 2022.
44.Een geschrift, te weten: een NFI rapport van 8 februari 2021, p. 592
45.Verklaring van verdachte op de zitting van 12 juli 2022.
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 646.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 656.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 657.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 658.
50.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 20 november 2020, p. 662.
51.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 2 maart 2021, p. 608.
52.Een geschrift te weten: een NFI-rapport van 13 januari 20221, p. 587.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 532.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 563.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 564.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 565.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 867.
58.Proces-verbaal van relaas, p. 31.
59.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1924.
60.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1925.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1256.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1257.
63.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1421.
64.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1517.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1110.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 787.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 788.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 789.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 790.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 791.
71.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 29 januari 2021, p. 813.
72.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 29 januari 2021, p. 814.
73.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1420.
74.Eigen waarneming van de rechtbank en bijlage bij een geschrift, p. 1424.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1418.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 816.
77.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1747.
78.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1759.
79.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1929.
80.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1809.
81.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1020.
82.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1021.
83.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1022.
84.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 29 januari 2021, p. 1043.
85.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1515.
86.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1516.
87.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1563.
88.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1046.
89.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1047.
90.Een geschrift, te weten: een handgeschreven briefje, p. 1051.
91.Een geschrift, te weten: een handgeschreven briefje, p. 1052.
92.Een geschrift, te weten: een handgeschreven briefje, p. 1053.
93.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1067.
94.Eigen waarneming van de rechtbank.
95.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1974.
96.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1702.
97.Proces-verbaal van bevindingen forensisch onderzoek plaats delict ( [straat] [woonplaats] ) van 17 januari 2021 met nummer PL0900-2020303896-147, ongenummerd
98.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport, 1018.
99.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1405.
100.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1404.
101.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1410.
102.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1538.
103.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1440.
104.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1441.
105.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1438.
106.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1480.
107.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1500.
108.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1529.
109.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1528.
110.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1544.
111.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit – tenzij anders aangegeven – pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met nummer PL1700- 2018263060 van 14 februari 2019, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 62. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
112.Proces-verbaal van bevindingen, p. 11.
113.Proces-verbaal van bevindingen, p. 12.
114.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
115.Proces-verbaal van bevindingen, p. 19.
116.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20.
117.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1700-2018263856-14, blad 3.
118.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1700-2018263856-14, blad 4.
119.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1700-2018263856-14, blad 5.
120.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 29 mei 2019.
121.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 29 mei 2019.
122.Een geschrift, te weten: een NFI-rapport van 13 juni 2019.
123.Proces-verbaal van bevindingen, p. 23.
124.Proces-verbaal van bevindingen, p. 30.