ECLI:NL:RBMNE:2022:3583
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Procesonbekwaamheid van een minderjarige in civiele procedure
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 april 2022 uitspraak gedaan in een incident betreffende de procesonbekwaamheid van een 17-jarige eiser, hierna aangeduid als [partij I]. De eiser heeft een vordering ingesteld tegen de stichting [partij II], waarin hij stelt dat het cameratoezicht op zijn school onrechtmatig is en in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De stichting heeft in het incident aangevoerd dat [partij I] procesonbekwaam is vanwege zijn leeftijd. De kantonrechter heeft de vordering in het incident toegewezen en [partij I] niet-ontvankelijk verklaard in de hoofdzaak. De rechter heeft daarbij de wettelijke bepalingen omtrent de procesonbekwaamheid van minderjarigen in aanmerking genomen, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [partij I] niet in staat is om zelfstandig in rechte op te treden zonder toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordigers. De rechter heeft ook verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad die bevestigt dat de procesonbekwaamheid van minderjarigen niet in strijd is met het recht op een eerlijk proces zoals vastgelegd in het EVRM. De proceskosten zijn aan de zijde van de stichting begroot op € 249,00, die [partij I] dient te vergoeden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.