ECLI:NL:RBMNE:2022:3578
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van Wajong-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan over de herziening en terugvordering van de Wajong-uitkering van eiser. Eiser ontving sinds 3 februari 2012 een Wajong-uitkering, maar heeft verzuimd om te melden dat hij studiefinanciering ontving. Na meldingen van eiser over zijn stage en voltijdopleiding, heeft het Uwv een onderzoek ingesteld en vastgesteld dat eiser vanaf 1 september 2013 studiefinanciering ontving. Dit leidde tot twee primaire besluiten van 28 januari 2021, waarbij de Wajong-uitkering over de periode van 1 september 2013 tot en met 31 mei 2020 werd herzien en eiser een terugvordering van € 55.483,96 en een boete van € 2.600,- werd opgelegd. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In beroep heeft eiser betoogd dat de herziening en terugvordering beperkt had moeten worden tot de periode van 1 september 2013 tot 5 december 2016, omdat hij op die datum melding had gemaakt van zijn studiefinanciering. De rechtbank oordeelt echter dat eiser ook na 5 december 2016 de inlichtingenplicht heeft geschonden door niet te melden dat hij studiefinanciering ontving. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht de Wajong-uitkering heeft herzien en teruggevorderd over de gehele periode van 1 september 2013 tot en met 31 mei 2020. Eiser krijgt geen gelijk, maar het beroep wordt gegrond verklaard omdat de rechtbank tot een andere motivering komt dan het Uwv. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand, en het Uwv moet het griffierecht en proceskosten vergoeden.