ECLI:NL:RBMNE:2022:3574
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om openbaarmaking van stukken in bezwaarprocedure op basis van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 september 2022, staat het verzoek van eiser centraal om openbaarmaking van stukken in het kader van een bezwaarprocedure. Eiser had op 4 augustus 2021 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om stukken van een hoorzitting van 12 april 2021. Verweerder, de Commissie bezwaarschriften van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, heeft het verzoek deels toegewezen, maar het bezwaar van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn Wob-verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 28 juli 2022 behandeld. Eiser stelde dat verweerder de beslissing op zijn bezwaarschrift te lang had uitgesteld en dat er geen verslag van de hoorzitting was opgemaakt, terwijl dit volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wel verplicht was. De rechtbank oordeelde dat verweerder het bezwaar van eiser tegen het niet tijdig beslissen terecht niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er al een beslissing was genomen op het Wob-verzoek. De rechtbank vernietigde echter het besluit van 21 februari 2022, omdat verweerder niet volledig had beslist op de bezwaarschriften van eiser.
De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was en dat de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand blijven. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen onder de Wob en de Woo, en de noodzaak om tijdig en volledig te beslissen op verzoeken om openbaarmaking.