In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum. De zaak betreft de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Eiser had in eerste instantie een pgb toegekend gekregen voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 28 februari 2022, maar het college verklaarde het bezwaar van eiser tegen het bestreden besluit ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 maart 2022 is eiser verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 7 april 2022 geoordeeld dat het college onvoldoende had onderzocht of het pgb toereikend was voor de benodigde jeugdhulp. Na deze tussenuitspraak heeft het college een nieuw besluit genomen op 7 juni 2022, waarin het bezwaar van eiser alsnog gegrond werd verklaard en een hoger pgb-tarief van € 19,49 werd toegekend. Dit nieuwe besluit verving het eerdere besluit, waardoor eiser geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het eerste besluit. De rechtbank heeft het beroep tegen het eerste besluit dan ook niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft daarnaast bepaald dat het college het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.