Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de korpschef van politie (verweerder)
Procesverloop
Standpunten van partijen
- het verslag van 25 juli 2019 van het resultaatgesprek in het kader van de R&O-cyclus, gehouden op 22 juli 2019 tussen eiser en [A] ;
- het advies van [A] ( [A] ) van 9 december 2019 tot toekenning van een functioneringstoelage aan eiser;
- de e-mail van [A] aan [B] ( [B] ) van 10 maart 2020, inhoudende een verzoek om een beslissing te nemen naar aanleiding van het advies van 9 december 2019. Bij deze e-mail waren het verslag van 25 juli 2019 en het advies van 9 december 2019 gevoegd;
- het besluit van 1 april 2020 tot toekenning van een functioneringstoelage aan eiser;
- de e-mail van [C] ( [C] ) aan eiser van 15 februari 2022, waarin [C] heeft bevestigd dat hij van 2013 tot en met 2019 leidinggevende van eiser is geweest en dat eiser in die periode in opdracht werkzaamheden van een huidige FILO CTER heeft uitgevoerd. Verder heeft [C] de inhoud van het verslag van 25 juli 2019 bevestigd.
Overwegingen
Beslissing
mr.E. Kersten, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2022.