ECLI:NL:RBMNE:2022:3045
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan eiser wegens drugshandel in openbare ruimte
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen een last onder dwangsom beoordeeld. De last is opgelegd door de burgemeester van de gemeente [plaats] op 14 december 2020, waarbij eiser is gelast zich niet meer op te houden op openbare plaatsen binnen de gemeentegrenzen, met als doel om te voorkomen dat hij betrokken is bij de handel in drugs. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze last, maar het bezwaar is ongegrond verklaard in het besluit van 28 februari 2022. De rechtbank heeft op 14 juli 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat de burgemeester op goede gronden heeft vastgesteld dat eiser zich bezighoudt met drugshandel, gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie. Eiser heeft aangevoerd dat de onschuldpresumptie is geschonden en dat de dwangsom onevenredig hoog is, maar de rechtbank oordeelt dat de burgemeester niet de schuld van eiser heeft vastgesteld, maar enkel een herstelsanctie heeft opgelegd om herhaling te voorkomen. De rechtbank concludeert dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormt en dat de hoogte van de dwangsom niet onredelijk is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en zijn er geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 juli 2022.