In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiser had een verzoek ingediend om urgentie voor een woning vanwege medische redenen, na een eerdere afwijzing van zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de resultaten van een slaaponderzoek dat eiser had aangekondigd. Eiser had eerder een aanvraag ingediend voor urgentie wegens relatiebeëindiging, maar deze was afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor urgentie. De rechtbank had eerder in een uitspraak van 2 augustus 2021 de gemeente opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiser, waarbij ook medische gronden in overweging genomen moesten worden.
In de nieuwe beslissing op bezwaar heeft de gemeente het verzoek opnieuw afgewezen, met de stelling dat de medische situatie van eiser niet levensontwrichtend was. De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente het slaaponderzoek niet had afgewacht en dat dit in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank heeft de afwijzing van het urgentieverzoek vernietigd en de gemeente opgedragen om binnen zes weken opnieuw te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens heeft de rechtbank de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiser en het door eiser betaalde griffierecht vergoed.