ECLI:NL:RBMNE:2022:2626
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een WGA-uitkering aan een eigenrisicodrager onder de Wet WIA
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 7 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een eigenrisicodrager onder de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA), en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv, waarin aan een (ex-)werkneemster van eiseres een loongerelateerde WGA-uitkering is toegekend. De werkneemster werd op 13 november 2020 als 41,13% arbeidsongeschikt beoordeeld. Eiseres betwistte deze beoordeling en stelde dat de werkneemster volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, en dat zij recht had op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het Uwv in zijn besluit de medische situatie van de werkneemster correct heeft beoordeeld. Eiseres voerde aan dat de verzekeringsartsen onvoldoende contact hadden opgenomen met de bedrijfsarts en dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsartsen niet verplicht waren om contact op te nemen met de bedrijfsarts en dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de door eiseres aangevoerde beroepsgronden niet slaagden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het Uwv terecht een WGA-uitkering heeft toegekend aan de werkneemster. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.