ECLI:NL:RBMNE:2022:2500

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2022
Publicatiedatum
27 juni 2022
Zaaknummer
540237 / HA RK 22-133
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek wegens ontbreken procesvertegenwoordiging

Op 21 juni 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] B.V. Het verzoek tot wraking was ingediend op 7 juni 2022 tegen mr. A.E. The-Kouwenhoven. De wrakingskamer heeft verzoekster op 10 juni 2022 in de gelegenheid gesteld om het verzoek tot wraking te laten ondertekenen door een advocaat, aangezien procesvertegenwoordiging verplicht was in de hoofdzaak met kenmerk 531186 / HA ZA 21-789. Volgens het wrakingsprotocol van de Rechtbank Midden-Nederland moet een schriftelijk wrakingsverzoek (mede) door een procesvertegenwoordiger worden ondertekend in procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is. Verzoekster heeft echter nagelaten om het wrakingsverzoek tijdig te laten ondertekenen door een advocaat, ondanks de waarschuwing dat zij niet-ontvankelijk verklaard zou worden indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn van een week werd hersteld. Aangezien het verzuim niet is hersteld, heeft de wrakingskamer verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Zaaknummer/rekestnummer: 540237 / HA RK 22-133
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
21 juni 2022
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen verzoekster.

1.De procedure

1.1.
De wrakingskamer heeft op 7 juni 2022 het verzoek tot wraking van mr. A.E. The-Kouwenhoven (hierna: de rechter) ontvangen.
1.2.
De wrakingskamer heeft verzoekster bij e-mail van 10 juni 2022 in de gelegenheid gesteld het verzoek tot wraking te laten ondertekenen door een advocaat.

2.De beoordeling

2.1.
In artikel 2.1.2 van het wrakingsprotocol van de Rechtbank Midden-Nederland staat dat een schriftelijk wrakingsverzoek (mede) door een procesvertegenwoordiger moet worden ondertekend in procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is. Dit volgt uit arresten van de Hoge Raad van 28 juni 1985 (NJ 1985, 836) en van 18 december 1998 (NJ 1999, 271). In artikel 5.2 van het wrakingsprotocol staat dat de verzoeker die zonder bijstand van een verplichte procesvertegenwoordiger een verzoek indient, hierop wordt gewezen. Hij krijgt de gelegenheid dit verzuim te herstellen.
2.2.
In de zaak met kenmerk 531186 / HA ZA 21-789 (de hoofdzaak) waarin verzoekster wraakt, is procesvertegenwoordiging verplicht. Dus moet het wrakingsverzoek (ook) worden ondertekend door een advocaat.
2.3.
Vaststaat dat het wrakingsverzoek niet (ook) is ondertekend door een advocaat. Bij e-mail van 10 juni 2022 is verzoekster in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen. Verder is haar bericht dat zij in het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn van een week wordt hersteld. Het verzuim is niet binnen de gestelde termijn hersteld zodat de wrakingskamer verzoekster in het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk zal verklaren.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoekster, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, en aan de betrokken teamvoorzitter van het team, waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoekster met zaaknummer 531186 / HA ZA 21-789 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. M.E. Heinemann en mr. C.S.K. Fung Fen Chung als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. L.C.J. van der Heijden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.