ECLI:NL:RBMNE:2022:2490
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een bezwaarschrift inzake bijstandsuitkering en rechtsbescherming
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die sinds oktober 2020 een bijstandsuitkering ontvangt, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser was het niet eens met het besluit van 9 oktober 2020, waarin werd bepaald dat hij niet werd vrijgesteld van de arbeidsplicht. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft in het besluit op bezwaar van 18 maart 2021 het bezwaar ongegrond verklaard, omdat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld via een digitale zitting en heeft geconcludeerd dat de e-mail van eiser van 15 oktober 2020 als bezwaarschrift had moeten worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat uit de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep volgt dat een brief die binnen de bezwaartermijn wordt ingediend, als bezwaarschrift moet worden beschouwd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit van 18 maart 2021 vernietigd en verweerder opgedragen om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser.
De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het griffierecht van € 49,- aan eiser moet vergoeden. Eiser heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.