Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: veroordeelde.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
- de schriftelijke vordering van de officier van justitie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
- de stukken behorende tot het dossier in de strafzaak met parketnummer 16.136410.21, waaronder het ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij’ van 6 juni 2016, opgemaakt door [inspecteur] , inspecteur van politie eenheid Midden-Nederland (hierna: het ontnemingsrapport);
- het vonnis van deze rechtbank van 24 juni 2022 in de onderliggende strafzaak
2.VORDERING
3.BEOORDELING VAN DE VORDERING
enstrafbare feiten waarvan aannemelijk is dat veroordeelde deze heeft begaan.
- de rechtbank neemt de in het ontnemingsrapport gehanteerde kostenpost van € 0,25 per hennepstek, bestaande uit variabele en overige kosten, over. Deze kostenpost bedraagt dan in totaal € 2.622,- (10.488 hennepstekken x € 0,25);
- de kosten die veroordeelde heeft gemaakt aan water en elektriciteit, te weten de door hem vergoede kosten aan respectievelijk Liander N.V. (€ 2.394,40) en NUON
totale kostenop een bedrag van