4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
In de aangifte, gedaan door [slachtoffer] , valt onder meer het volgende te lezen.
Ik ben door mijn ex [verdachte] met de dood bedreigd[..] [verdachte] zei dan: “Als je het niet doet, dan maak ik je eigen handig dood”. [..] Ook heeft hij deze uitlatingen meerdere malen in de toegezonden emails gedaan. [..] Ik weet dat hij veel via de app heeft gedaan. Het gaat hierbij om uitlatingen als: Jij verdiend gewoon klappen, [..] Die kankerkind trap ik eruit vandaag, Jij gaat dood geloof mij maar, Jij staat op mijn lijstje of jij neemt op je kan niet meer safe de deur uit. Het gaat hierbij om de gesprekken die op mijn telefoon zijn binnen gekomen, die [verdachte] stuurde.
Ook heb ik vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer] , 23 Whatsappberichten ontvangen. Daarbij wordt de (
de rechtbank begrijpt: de naam)[........] gebruikt. Omdat ik zelf de naam in Whatsapp heb veranderd. Ik wilde [verdachte] intypen, maar ineens stond er [........] .
In een over het aanvullende verhoor van [slachtoffer] opgemaakt proces-verbaal, valt onder meer het volgende te lezen.
V: Vanaf welk nummer(s) appte hij jou?
A: Dat heb ik in de aangifte aangegeven
O: Dit nummer was [telefoonnummer] .
V: Hoe weet je dat dit zijn nummer was?
A: Ik had zijn nummer in mijn telefoon staan. Hij had 2 nummers: een Whatsapp- en een belnummer. Ik had zijn Whatsappnummer geblokkeerd. Van het belnummer heeft hij toen een Whatsappnummer gemaakt.
O: In de aangifte staat nog een telefoonnummer. [telefoonnummer] (
gelet op het proces-verbaalnummer PL0900-2021310227-7leest de rechtbank: [telefoonnummer] ).
In een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] valt onder meer het volgende te lezen.
Op 29 oktober 2021 werd door de afdeling [afdeling] de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] in beslag genomen in verband met de handel in vuurwerk en ter beschikking gesteld voor nader onderzoek [..]. Verder zag ik in het geheugen van deze mobiele telefoon van op 22-10-2021 te 10.28 uur door ‘ [verdachte] je Raad Het Nooit’ [..] een bericht was gestuurd naar [D] [..]. Dit bericht hield het volgende; “Bel nummer [telefoonnummer] / Whatsappnummer: [telefoonnummer] ”
In een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] valt onder meer het volgende te lezen.
Uit de ter beschikking gestelde interceptie gesprekken zag en hoorde ik een 4-tal gesprekken tussen de verdachte [verdachte] (+ [telefoonnummer] ) en de aangeefster [slachtoffer] (+ [telefoonnummer] )
Met de letter [letter 1] wordt bedoeld; de verdachte [verdachte]
Met de letter [letter 2] wordt bedoeld; de aangeefster [slachtoffer]
Gesprek van 18-08-2021
Sessienummer 997
[letter 2] : ..onverstaanbaar..
[letter 1] : Als ik nu nog 1 keer wat hoor over iemand.. ik zweet het. Ik trap je hele kankerkop in elkaar.
[..]
[letter 2] : Nou ja dat is jou leven maar ja, dan doe ik ook gewoon mijn dingen.
[letter 1] : Doe jou kanker dingen en ik breek jou nek, duidelijk. Ga jij nou maar lekker foto’s van [....] liken.
[letter 2] : Oooh waar maak je je eigen druk om
[letter 1] : waar ik me eigen druk om maak, like nog 1 keer die foto en ik breek gelijk alle 10 je vingers.
[..]
[letter 2] : ..onverstaanbaar.. en je kan morgen.. je spullen op komen halen. Ik wil niks meer met jou te maken hebben, niks meer.
[letter 1] : he vriend, als ik jou zometeen zie, sla ik je tanden er uit, duidelijk.
[..]
[letter 2] : en dan ga ik vanaf nu ook mijn eigen dingen doen.
[letter 1] : doe jij je eigen dingen, dan ga je zien wat ik met jou doe. Dat kind ..onverstaanbaar.. via je kanker kont, je kanker buik uit. Duidelijk.
Gesprek van 18-08-2021
Sessienummer 1027
[letter 1] : Ik trap je door die hele kanker straat heen, dat is wat ik met jou doe.
[letter 2] : Boeit me niet, boeit me niet.
[letter 1] : ga nou niet stoer door [slachtoffer] . Ik verkracht je hele kanker familie.
[slachtoffer] heeft bij haar aangifte diverse screenshots overgelegd van Whatsappgesprekken met een contact genaamd “ [........] ”. In deze Whatsappgesprekken valt onder meer het volgende te lezen.
15.39: Ik stot
15.39: Zoo dat kanker kind uit je kanker buik
15.40: Jij verdient gwn klappen
15.40: En hoe
[..]
15.41: Kind gaat wet
15.41: Doe je het niet
15.41: Trap 8k je eigen landing dood
[..]
17.10: Jij gaat dood
17.10: Geloof mij maar
17.11: Jij stad op mij lijstje
17.11: Of je neemt nu op
17.11: Of je kan niet meet safe de duer uit
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] valt te lezen dat de hierboven geciteerde Whatsappberichten aan [slachtoffer] zijn verstuurd op 6 oktober 2021.
Feit 2
In de aangifte, gedaan door [slachtoffer] , valt onder meer het volgende te lezen.
Ik heb ook eerder seksfilmpjes van mij naar hem gestuurd. [..] Ik weet dat [verdachte] seksfilmpjes naar mijn vader van mij heeft doorgestuurd. Ook heeft hij een nieuw whatsapp account aangemaakt met een naaktfoto van mij. Dit was een van de telefoonnummers van [verdachte] . [..] Het nummer gebruikte telefoonnummer is: [telefoonnummer] .[..] [verdachte] heeft circa 5 a 6 filmpjes naar mijn vader gestuurd. Mijn vader was al van te voren ingelicht door mijn begeleider, omdat hij hier al mee had bedreigd. [..]
In een over het verhoor van getuige [A] (de vader van aangeefster) opgemaakt proces-verbaal valt onder meer het volgende te lezen.
Op 16 september 2021 kreeg ik via Facebook Messenger berichten van [verdachte] . Hij stuurde mij ineens pornografische foto’s van [slachtoffer] . [..]
Bij de verklaring van [A] is een fotoblad gevoegd met daarop afgebeeld de screenshots van een Facebook Messenger-gesprek tussen een account genaamd “ [verdachte] ” en het Facebook-account van [A] .Op het fotoblad zijn foto’s te zien van een (deels) naakte vrouw. Op een aantal foto’s is te zien dat een vibrator in een vagina wordt gebracht.
Daarnaast is op het fotoblad te zien dat de gebruiker van het Facebookaccount genaamd “ [verdachte] ” aan de vader van [slachtoffer] stuurt dat hij haar, [slachtoffer] , wil “naaien” en “zwart” wil maken. Ook stuurt de gebruiker van dit Facebookaccount aan de vader van [slachtoffer] dat [slachtoffer] “mijn kind draagt”.
In een bij de aangifte gevoegde bijlage valt een e-mail te lezen van het e-mailadres [e-mailadres] waarin de gebruiker van het e-mailaccount op 18 september 2021 aan [slachtoffer] schrijft dat hij elke foto van [slachtoffer] gaat versturen naar ene “ [C] ”. Daarbij wordt door de gebruiker van het e-mailaccount de belofte gedaan “dat alles uitkomt” en dat het kind “onder toezicht gaat”.Ook schrijft de gebruiker van het e-mailaccount op 28 september dat hij niets heeft gezegd over de foto’s die hij naar de vader van [slachtoffer] “heeft gedrukt”.
Feit 3
In de aangifte, gedaan door [slachtoffer] , valt onder meer het volgende te lezen.
Vanaf vrijdag 17 september 2021 heb ik tot op heden. Stelselmatig meerdere emails van [verdachte] vanaf emailadres [e-mailadres] ontvangen. Doordat wat [verdachte] en ik hebben meegemaakt en de dingen die hij benoemd in de emails. Dit kan een ander niet weten. Ik bedoel hiermee dat hij dingen zegt, die daarvoor gebeurd. Zoals het zien van [verdachte] in de wijk. Soms 1 op een dag en soms meer dan 20 op een dag [..] Op een ontvangen email van 28 september 2021 heb ik gereageerd. Daarop heb ik aangegeven dat ik geen contact meer met [verdachte] wil en dat alles via de begeleiding moet gaan.
[slachtoffer] heeft bij haar aangifte een bijlage overgelegd, inhoudende een fotoblad met screenshots van diverse e-mails. Deze e-mails zijn verzonden vanaf het adres [e-mailadres] en zijn aan [slachtoffer] toegezonden in de periode gelegen tussen 17 september 2021 en 25 september 2021.
In een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] valt onder meer het volgende te lezen.
Op 29 oktober 2021 werd door de afdeling [afdeling] de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] in beslag genomen in verband met de handel in vuurwerk en ter beschikking gesteld voor nader onderzoek. [..] Uit dit onderzoek werd duidelijk dat de bedoelde telefoon gebruik maakt van het email adres [e-mailadres] . Ik zag in het geheugen van deze mobiele telefoon van het email adres [e-mailadres] tussen 25 september 2021 en 9 november 2021 in totaal 149 email berichten had gestuurd naar het emailadres van de aangeefster, zijnde [e-mailadres] .
De aan [slachtoffer] toegezonden e-mails, die door verbalisant [verbalisant 1] in voornoemd proces-verbaal zijn onderzocht, zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd. De e-mails zijn verzonden vanaf het adres [e-mailadres] en zijn verzonden aan [slachtoffer] in de periode gelegen tussen 25 september 2021 en 14 oktober 2021.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de gebruiker is van het e-mailadres [e-mailadres] en dat hij (e-mail)berichten aan [slachtoffer] heeft gestuurd.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Ter zake van de bedreigingen op 6 oktober 2021 ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld in hoeverre kan worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die de tenlastegelegde uitlatingen via de Whatsapp-berichten heeft gedaan.
Wat in onderhavige zaak niet wordt betwist en daarom door de rechtbank als vaststaand feit wordt beschouwd, is de omstandigheid dat de relatie tussen verdachte en [slachtoffer] in de tweede helft van 2021 ernstig is beschadigd. Volgens [slachtoffer] trad er een verandering op in het gedrag van verdachte vanaf het moment dat hij wist dat zij zwanger van hem was. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in deze periode veel drank en drugs gebruikte en dat hij, zo heeft verdachte verteld, op geen enkel moment in deze periode niet onder invloed van verdovende middelen was. In de optiek van verdachte kan het middelenmisbruik hebben bijgedragen aan zijn ongeremde gedragingen en uitlatingen en kan hij zich door het gebruik niet veel (meer) herinneren van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank overweegt dat de tenlastegelegde bedreigingen passen bij de hiervoor geschetste sfeer en getroebleerde relatie tussen [slachtoffer] en verdachte. Daarnaast constateert de rechtbank dat niet enkel [slachtoffer] wordt bedreigd met een misdrijf tegen het leven; ook de baby wordt bedreigd. Volgens [slachtoffer] wilde verdachte (aanvankelijk) dat zij de zwangerschap opzettelijk zou afbreken, wat verdachte ook heeft bevestigd ter zitting. Gelet hierop acht de rechtbank het onaannemelijk dat een ander dan verdachte gebruik heeft gemaakt van de telefoon van verdachte en [slachtoffer] (en haar ongeboren kind) met de dood heeft bedreigd. Tot slot neemt de rechtbank daarbij in aanmerking dat verdachte niet heeft ontkend dat hij de eveneens ten laste gelegde telefonisch uitlatingen op 18 augustus 2021 heeft gedaan en dat het vergelijkbare bedreigingen betreft.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verdachte is geweest die de bedreigende uitlatingen op 18 augustus 2021 en 6 oktober 2021 heeft gedaan. Het verweer van de raadsvrouw wordt dan ook verworpen.
Feit 2
Met betrekking tot de vraag in hoeverre kan worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die het aanstootgevende materiaal aan de vader van [slachtoffer] heeft toegezonden, overweegt de rechtbank als volgt.
[slachtoffer] en verdachte hebben allebei verklaard dat zij seksuele beelden voor elkaar hebben gemaakt en dus voorhanden hebben gehad. De vader van [slachtoffer] had contact met verdachte via Facebook en heeft via dit account de beelden van zijn dochter toegestuurd gekregen. Uit de gebruikte bewoordingen in het gesprek dat gevoerd is direct na het sturen van de foto’s valt af te leiden dat de gebruiker van dit Facebookaccount beoogde leed toe te voegen aan [slachtoffer] door haar met de verspreiding van het materiaal “zwart” te maken en “te naaien”. Daarnaast constateert de rechtbank dat in het gesprek met de vader van [slachtoffer] de gebruiker van het Facebookaccount sprak over het feit dat [slachtoffer] “mijn kind draagt” en dat hij “de vader is”.
Verder slaat de rechtbank acht op diverse vermeldingen in de bij de aangifte gevoegde e-mails, waaruit zij afleidt dat sprake was van contact tussen [slachtoffer] en verdachte over het verspreiden van aanstootgevende beelden. Zo refereert verdachte op 17 september 2021 aan het verspreiden van beelden wanneer [slachtoffer] naar de politie stapt of om toezicht op het (ongeboren) kind af te dwingen. Daarnaast benoemt verdachte op 28 september 2021 het feit dat hij foto’s “heeft gedrukt” voor de vader van [slachtoffer] .
Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank het onaannemelijk dat een ander dan verdachte – gebruikmakende van zijn Facebookaccount – het aanstootgevende materiaal aan de vader van [slachtoffer] heeft toegezonden.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verdachte is geweest die het aanstootgevende materiaal heeft toegezonden aan [A] . Het verweer van de raadsvrouw wordt dan ook verworpen.
Feit 3
Ten aanzien van de belaging stelt de rechtbank het navolgende voorop. Voor een veroordeling ter zake van belaging, als bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht, is vereist dat sprake is van een wederrechtelijke, stelselmatige en opzettelijke inbreuk op een anders persoonlijke levenssfeer. Daarbij moet de pleger het oogmerk hebben om een ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dergelijke belaging zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en vrijheid van het slachtoffer.
De rechtbank overweegt dat verdachte in de periode gelegen tussen 17 september 2021 en 14 oktober 2021 vele e-mails aan [slachtoffer] heeft toegezonden. De inhoud van deze e-mails is veelal dwingend, manipulerend, beledigend en kleinerend van aard. Daarnaast volgt uit de e-mails (en de Whatsappgesprekken) dat verdachte aan [slachtoffer] opdraagt om (onder meer) de zwangerschap opzettelijk af te breken, haar gebruik van social media aan te passen of haar locatie met verdachte te delen.
Daarmee komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging, met dien verstande dat de rechtbank verdachte partieel vrijspreekt voor (i.) een deel van de tenlastegelegde periode en (ii.) het vermeend stelselmatig ophouden rondom de woning van (de ouders van) [slachtoffer] .
Aan dit oordeel ligt ten grondslag dat (i.) de rechtbank tot de conclusie komt dat er ten aanzien van de periode onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat dat verdachte [slachtoffer] heeft belaagd in de periode gelegen tussen 15 oktober 2021 en 9 november 2021, alsmede dat (ii.) de rechtbank van oordeel is dat het driemaal in een half uur op een enkele dag langs de woning van de ouders van [slachtoffer] rijden, zoals de vader van [slachtoffer] heeft verklaard – in onderhavige casus – niet kwalificeert als een (onderdeel van) strafbare belaging. Weliswaar verklaart ook getuige [B] over het posten voor de deur van de ouders van [slachtoffer] door verdachte, maar dit verklaart zij niet uit eigen waarneming. Haar verklaring is daarom ontoereikend om als steunbewijs te dienen.
Gelet op deze conclusie kan het door de raadsvrouw gevoerde verweer, strekkende tot bewijsuitsluiting en partiële vrijspraak van de periode gelegen tussen 29 oktober 2021 en 9 november 2021 verder onbesproken blijven.