3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1:
Aangeefster [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), wonende aan de [adres slachtoffer 1] te Maastricht, heeft verklaard dat zij in de periode van februari 2015 tot juli 2015 een relatie had met [verdachte] (verdachte). De relatie werd in juli 2015 door [slachtoffer 1] verbroken. Op 4 november 2015 ging [slachtoffer 1] naar de politie, omdat de verdachte haar stalkte. De politie heeft de verdachte, die op dat moment naar [slachtoffer 1] belde, duidelijk gemaakt dat hij geen contact meer mocht opnemen met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] ging vanaf die dag een logboek bijhouden, waarin zij aangaf op welke momenten de verdachte haar stalkte.In het logboek staat vermeld dat de verdachte meermalen langs haar huis reed, waarbij de verdachte toeterde en schold. Ook parkeerde de verdachte voor de woning van [slachtoffer 1] .
Ook werd er een logboek bijgehouden van 16 november 2015 tot en met 25 november 2015. Hierin staat vermeld dat de verdachte meermalen langs het huis van [slachtoffer 1] reed, bij de woning stopte en naar binnen keek. Ook stond de verdachte bij haar deur om naar binnen te kijken en klopte hij hard op de deur.
Op 1 december 2015 deed [slachtoffer 1] aangifte van een incident op die dag waarbij de verdachte, omstreeks 15.00 uur, langs haar woning reed. Omstreeks 15:11 uur bracht de verdachte zijn auto voor de woning tot stilstand en stapte uit de auto. Hij keek door het raam van de woning.
[slachtoffer 1] heeft een uitdraai met daarin WhatsApp-berichten die zij van de verdachte heeft ontvangen aan de politie overhandigd. Hierbij merkte zij op dat de verdachte gebruik maakt van Lebara simkaarten. Zodra zij het ene nummer had geblokkeerd, maakte hij gebruik van een nieuwe simkaart en dus een nieuw nummer.Uit de uitdraai van de periode van 3 november 2015 tot en met 16 november 2015 blijkt dat [slachtoffer 1] dagelijks vele berichten heeft ontvangen. Hieronder enkele berichten:
- ontvangen op 4 november 2015 (19:42 uur): Jij mag nu echt uitkijken van mij voortaan, (20:19 uur): Jij gaat zeker er voor boeten [slachtoffer 1] ;
- ontvangen op 5 november 2015 (00:02 uur): (…) volgens mij heb je ook wel gehoord wat ik laatst heb gezegd tegen die agent ik sta en ga waar ik wil (…);
- ontvangen op 6 november 2015 (16:28 uur): [slachtoffer 1] van wie is die grijze auto voor de deur?;
- ontvangen op 7 november 2015 (09:07 uur): Hey [slachtoffer 1] blijf je nog zo ongehoorzaam doen tegen mij?, (15:42 uur): (…) ik ga je dag en nacht in de gaten houden!!!!
Later heeft [slachtoffer 1] een e-mailbericht met diverse berichten naar de politie gestuurd. Over de periode van 18 november 2015 tot en met 10 december 2015 heeft [slachtoffer 1] , met uitzondering van 8 december 2015, dagelijks vele berichten ontvangen. Hieronder enkele berichten:
- ontvangen op 19 november 2015 (13:46 uur): Praat met me;
- ontvangen op 20 november 2015 (15:40 uur): Nu ben je te ver gegaan jij zal sterven, (15:41 uur): Ik schiet je kop eraf, (18:26 uur): Ik sta voor je deur, (22:46 uur): Kkrhoer;
- ontvangen op 21 november 2015 (00:35 uur): (…) Jij bent een vieze schijnheilige pishoer (…), (06:07 uur): Ik ga je 24/7 in de gaten houden, (17:39 uur): Jij zal niet van mij afkomen;
- ontvangen op 22 november 2015 (06:45 uur): Blokkeren heeft geen zin schat ik blijf terug komen (…);
- ontvangen op 27 november 2015 (15:36 uur): Je ben net binnen, (15:37 uur): Met je broer en twee tassen in je hand;
- ontvangen op 30 november 2015 (22:23 uur): Het mop waarom staan je rol gordijnen open?;
- ontvangen op 1 december 2015 (11:38 uur): Ik kom nu naar je toe!, (13:27 uur): Ik sta voor, (14:56 uur): Kom nu naar buiten gvd;
- ontvangen op 3 december 2015 (10:33 uur): Ik jullie allemaal neuken;
- ontvangen op 4 december 2015 (11:32 uur): Kijj is eff uit het raam en zwaai eff met je broer samen, (15:15 uur): Zolang jij niet praat blijft het aan de gang.
Getuige [getuige 1] , de broer van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat als [slachtoffer 1] alleen de straat op ging, de verdachte binnen enkele minuten bij haar was en haar lastig viel. Ook stuurde de verdachte haar zo’n 80 WhatsApp-berichten per dag. Ook [getuige 1] kreeg berichten van de verdachte.
Getuige [getuige 2] , de moeder van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat haar dochter al weken werd gestalkt door de verdachte door middel van het sturen van berichten en het volgen van haar dochter. Ook [getuige 2] wordt door de verdachte opgezocht. De verdachte reed dan ieder uur in een auto voorbij en toeterde. Ook bleef hij voor de deur staan en reed dan weer weg. Ook nam de verdachte telefonisch contact met [getuige 2] en haar dochter op.
Getuige [getuige 3] , tot eind december 2015 de buurman van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat hij, nadat de relatie tussen de verdachte en [slachtoffer 1] was beëindigd, de verdachte regelmatig in de straat zag voor de deur van nummer 67. De verdachte kwam bijna dagelijks aan de deur en dat over een periode van enkele weken.
Getuige [getuige 4] , personal trainer van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat hij met [slachtoffer 1] trainde op het trainingsveld in [plaats 1] te Maastricht. Op het moment dat [slachtoffer 1] naar de training kwam, reed de verdachte bijna altijd langs of hij parkeerde zijn auto in de buurt. Soms bleef de verdachte langzaam rondjes rijden om het sportveld.
Uit opgenomen telecomgegevens is gebleken dat met het telefoonnummer in gebruik bij de verdachte, in de periode van 4 december 2015 tot en met 10 december 2015, in totaal 138 keer contact is opgenomen met het telefoonnummer van [slachtoffer 1] .
De verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij onophoudelijk contact heeft gezocht met [slachtoffer 1] . Hij belde haar vaak en hij stuurde haar berichten.
Overwegingen van de rechtbank
De verdachte heeft het veelvuldig contact zoeken met [slachtoffer 1] bekend. Hij heeft echter ontkend dat alle in het dossier opgenomen berichten van hem afkomstig waren. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Uit het overzicht van de berichten blijkt dat er met wisselende telefoonnummers berichten werden gestuurd. [slachtoffer 1] heeft ook verklaard dat de verdachte gebruik maakte van meerdere simkaarten en dus verschillende telefoonnummers. Uit de berichten blijkt ook dat als [slachtoffer 1] het ene nummer blokkeerde, er vervolgens met een ander nummer berichten werden gestuurd. In een van de berichten staat ook vermeld dat blokkeren geen zin heeft. De hele reeks aan berichten hebben steeds eenzelfde soort inhoud, ook wanneer er wordt overgegaan van het ene op het andere telefoonnummer. Verdachte heeft ook geen enkele plausibele verklaring gegeven voor het door hem ter zitting gestelde gebruik van zijn telefoon door een ander. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de berichten afkomstig zijn van een en dezelfde verzender. Gelet op de verklaring van [slachtoffer 1] dat de berichten van de verdachte afkomstig zijn en de verklaring van de verdachte zelf dat hij vele berichten heeft gestuurd, gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte al deze berichten heeft gestuurd.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte in de tenlastegelegde periode (1 november 2015 tot en met 10 december 2015) veelvuldig contact heeft gezocht met [slachtoffer 1] in de vorm van het sturen van WhatsApp-berichten en het bellen naar [slachtoffer 1] .
De inhoud van de berichten zijn zonder meer aan te merken als kwetsend, krenkend en bedreigend. Ook heeft de verdachte contact gezocht met de broer en moeder van [slachtoffer 1] .
Anders dan door de raadsman betoogd, vindt de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [slachtoffer 1] heeft achtervolgd, langs haar woning is gereden, voor die woning heeft geparkeerd, bij de woning naar binnen heeft gekeken/gegluurd en hard op de deur heeft geklopt. De rechtbank leidt dit af uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en de getuigen, die worden ondersteund door de inhoud van de berichten die de verdachte naar [slachtoffer 1] stuurde. Hieruit blijkt namelijk dat hij haar achtervolgde en haar bij de woning in de gaten hield.
Verdachte werd op 4 november 2015 door de politie duidelijk gemaakt dat hij geen contact meer mocht opnemen met [slachtoffer 1] . Verdachte wist dus dat [slachtoffer 1] geen contact meer met hem wilde en zelfs dat ze daarover contact had met de politie. Uit de inhoud van de berichten blijkt ook dat [slachtoffer 1] de verdachte op WhatsApp blokkeerde. De verdachte gebruikte vervolgens een andere simkaart en een dus nieuw telefoonnummer om toch weer contact met [slachtoffer 1] op te nemen. Verdachte heeft dan ook wederrechtelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] . Er was daarbij sprake van stelselmatig handelen gelet op de aard van de gedragingen alsmede de intensiteit en de frequentie van de handelingen gedurende de tenlastegelegde maand.
Uit de aard van de handelingen en de inhoud van de berichten leidt de rechtbank af dat de verdachte contact met [slachtoffer 1] wilde afdwingen en ervoor wilde zorgen dat [slachtoffer 1] de verdachte weer in haar leven zou toelaten. Ook heeft hij haar vrees aangejaagd door bedreigingen in haar richting te uiten. De rechtbank acht feit 1 daarom bewezen.
Ten aanzien van feit 2
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij door de verdachte via WhatsApp met de dood werd bedreigd.
Tijdens het onderzoek heeft [slachtoffer 1] een kopie van de WhatsApp-berichten die zij van de verdachte ontving aan de politie overhandigd. Zij ontving onder andere de volgende berichten:
- op 20 november 2015 (15:40 uur): (…) jij zal sterfen, (15:41 uur): ik schiet je kop eraf, (15:54 uur): nu ben jij klaar jij leeft niet lang meer, (18:12 uur): jij leef niet meer, (22:42 uur): (…) jij zal sterven kkrslet, (22:46 uur): ik schiet je door je hoofd, (22:51 uur): (…) jij gaat dood;
- 21 november 2015 (08:15 uur): Ik hou jou vanaf vandaag 24 uur in de gaten;
- op 22 november 2015 (15:51 uur): (…) ik leef nu alleen maar voor wraak (…);
- op 27 november2015 (19:42 uur): (…) ik grijp je, (19:45 uur): jij komt niet van mij af (…);
- op 1 december 2015 (16:38 uur): ik snij zijn strot door, (16:39 uur): jij ook;
- op 2 december 2015 (00:45 uur): Die gezicht van jou ga ik verminken (…), (00:47 uur): jij gaat dood, (00:55): ik steek vannacht heel die huis in de fik (…), (14:23 uur): ik sta op de loer.
De verdachte heeft verklaard dat hij berichten naar [slachtoffer 1] heeft gestuurd.
De rechtbank stelt aan de hand van de inhoud van de berichten die aan [slachtoffer 1] werden gestuurd vast dat verdachte [slachtoffer 1] met brandstichting en met de dood bedreigde. De rechtbank acht feit 2 dan ook bewezen.
Ten aanzien van feit 3
Op 21 november 2015 heeft [slachtoffer 2] , wonende te Maastricht, aangifte gedaan van een bedreiging eerder die dag voor de verdachte. Hij ontving een WhatsApp-bericht van de verdachte met de tekst: “(…) Spelen met mij is spelen met vuur.”
Op 20 november 2015 ontving [slachtoffer 2] nog een aantal berichten, te weten:
- om 15:32 uur: Ik kom jullie nu afschieten;
- om 15:33 uur: Neem die kkr telefoon op anders maak ik straks een bloedbad;
- om 15:42 uur: Ik schiet jullie allemaal neer.
De verdachte heeft verklaard dat hij twee of drie berichten naar [slachtoffer 2] heeft gestuurd.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 2] berichten heeft ontvangen, waarin hij met de dood werd bedreigd. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat deze berichten van de verdachte afkomstig waren. Verdachte heeft bekend dat hij berichten naar [slachtoffer 2] heeft gestuurd. De rechtbank acht feit 3 kan dan ook bewezen.
Ten aanzien van feit 4
[slachtoffer 1] deed namens Woonpunt aangifte van vernieling van beide ramen aan de voorzijde van haar woning aan de [adres slachtoffer 1] te Maastricht. Op 30 november 2015 werd zij omstreeks 03:44 uur wakker van harde klappen tegen het raam van de woning. Daarna hoorde zij glasgerinkel. Zij stond direct op, keek uit het raam en zag de verdachte weglopen in de richting van de Ruttensingel. In de woonkamer trof [slachtoffer 1] overal glas aan. De twee ramen in de woonkamer waren stuk. Er lagen twee stenen in de woonkamer.
Op 1 december 2015 om 17:15 uur zat [slachtoffer 1] samen met haar broer [getuige 1] in de woonkamer. Ze hoorde een harde klap en glasgerinkel. Ze voelde meteen een klap tegen haar linkerschouder. Ze zag dat een baksteen naast haar op de grond viel. Er zat een gat in het dubbelglas. Meteen daarna zag zij dat een tweede steen een gat in het raam maakte. De steen vloog de woonkamer in.Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij een harde klap en glasgerinkel hoorde. Zijn zus werd door een kei geraakt. Er zat een gat in het raam aan de voorzijde van de woning. Meteen daarop werd er een tweede kei door het raam gegooid. De kei raakte zijn linkerknie.
Op 2 december 2015, omstreeks 06:30 uur, werd er bij [slachtoffer 1] een stuk van een straatsteen door de voorruit van de woning gegooid. De steen veroorzaakte in de woning ook schade aan de vloer in de woonkamer, een grote plantenvaas, een televisie, de bank en de salontafel.
[slachtoffer 1] zat daarna enige tijd bij haar moeder ondergedoken. Toen zij op 10 december 2015 terug naar haar woning ging, bleek een slaapkamerruit vernield te zijn. Er lagen stenen op de vloer van de eerste verdieping.
Verdachte heeft zijn betrokkenheid bij de vernielingen ontkend. De rechtbank volgt verdachte niet in zijn ontkenning en overweegt daartoe als volgt.
Tijdens het opsporingsonderzoek werd er een spraaktap geplaatst op het telefoonnummer in gebruik bij de verdachte. Uit telefoongesprekken en WhatsApp berichten blijkt het volgende.
Op 8 december 2015 belde de verdachte naar [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] zei dat de verdachte stenen naar haar had gegooid. Er was een steen tegen haar aan gekomen en een steen tegen haar broer aan gekomen. De verdachte zegt dan zij gewoon met haar (de rechtbank begrijpt: hem) had moeten praten.
Op 9 december 2015 voerde de verdachte een telefoongesprek met [naam] . Hierin zei de verdachte dat hij laatst alle ramen van die ex van hem heeft ingegooid. Hij had alles kapot gemaakt.
[slachtoffer 1] heeft een kopie van de WhatsApp-berichten die zij van de verdachte ontving aan de politie overhandigd. Hierbij staan de volgende berichten:
- ontvangen op 27 november 2015 (19:47 uur): (…) ik gooi de raam in (…);
- ontvangen op 2 december 2015 (12:36 uur): Je houd straks geen huis meer over, (12:41 uur): Bah bah wat ziet je ramen eruit wuhahaha;
- verzonden op 3 december 2015 (09:46 uur): (…) jij hebt ook nog mijn rechter boven raam kapot gegooid (…);
- ontvangen op 3 december 2015 (09:50 uur): Jij hebt dit veroorzaakt [slachtoffer 1] , (22:08 uur): Heb je weer lkkr opgeruimd ik hou je wel bezig he.
De getuige [getuige 3] , tot eind december 2015 de buurman van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat hij heeft gezien dat de verdachte met stenen naar de ramen van de woning van [slachtoffer 1] gooide. De ruit was toen al stuk en ging daardoor verder stuk.
Gelet op de aangiften van [slachtoffer 1] en haar broer [slachtoffer 2] , in combinatie met de inhoud van het telefoongesprek van de verdachte, de berichten die tussen de verdachte en [slachtoffer 1] werden gestuurd en de verklaring van de getuige [getuige 3] , vindt de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode meermalen de ramen van de woning van [slachtoffer 1] heeft vernield. Ook heeft de verdachte, door met bakstenen tegen de ramen van de woning te gooien, de aanmerkelijke kans op de koop toegenomen dat ook de inboedel/huisraad beschadigd zou raken. Het was immers ter verwachten dat de bakstenen en het losspringende glas in de woning schade zouden toebrengen, hetgeen dus ook gebeurd is.